Kort van stof

Kort van stof: juni 2020

In Kort van stof behandelt de 9e Kunst in sneltreinvaart de karrenvracht aan strips die in de afgelopen maand verscheen. Gelet op de aantallen titels die over de zomerse lezer worden uitgeworpen is het weer business as usual, corona of niet. Hier de hoogtepunten, de aanraders, de afknappers en de zozo’s. En een paar suggesties voor als er toch een vakantiebestemming wordt opgezocht.

De drager 1 – Nimf (Le Lombard): in de toekomst heeft één of andere vreemdsoortige bacterie alle ijzer aangetast zodat het uit elkaar valt als broodkruim. De menselijke beschaving is ingestort en de wereld is herschapen tot een landschap waar Mad Max zich goed in thuis zou voelen. De drager is een soort huurling die geen enkele missie weigert. Al snel raakt hij verwikkeld in een web van intriges tussen verschillende facties in deze dystopische maatschappij. Brutale actie en meer originele ideeën dan sommige sciencefictionreeksen zelfs nog niet in vijf delen bij elkaar kunnen schrapen.

De Ilias 2 – De oorlog van de goden (Daedalus): een nieuw deel in de zeer boeiende driedelige reeks over Griekse mythes. De Ilias gaat, zoals wij allemaal weten, over de Trojaanse oorlog. Dankzij Hollywood hebben we enige notie van wat Achilles en co daar allemaal gepresteerd hebben. Wat minder gekend is zijn de machinaties van de Griekse goden op de achtergrond. Deze striptrilogie lijkt vooral daarop te focussen, wat de vertelling van een bekend verhaal toch net dat extraatje meer geeft. Het achtergronddossier is als vanouds een puike aanvulling op de strip.

De grote zeeslagen – De Bismarck (Glénat): Delitte weet verhalend niet altijd te boeien met deze reeks hoogtepunten uit de nautische geschiedenis. Met name de heel oude verhalen, van de klassieke tijd en de middeleeuwen, zijn niet zo sterk en leunen heel erg op mooie plaatjes van boten. Verhalen van de nieuwste geschiedenis daarentegen, herkenbaar aan het rode vierkantje op de rug, zijn stukken beter. De ondergang van de onverslaanbaar geachte Duitse Bismarck is tot nu toe veruit het beste verhaal uit de reeks: spannend en geweldig getekend. En ook nog eens een heel persoonlijke en menselijke geschiedenis. Onvermoede aanrader van jewelste.

Zeven superhelden (Silvester): enkele bejaarde mensen met superkrachten worden vastgehouden in een faciliteit waar hun krachten bestudeerd kunnen worden. Na jarenlang gevangen gezeten te hebben beramen ze een gedurfd ontsnappingsplan. Maar dan moeten ze eerst die lotgenoot die in de geheime vleugel wordt vastgehouden zien te bevrijden. Er is zo goed nagedacht over de karakters en superkrachten van elk personage dat ze fungeren als radertjes in een perfecte lopende klok. En op die klok is het vijf voor twaalf.

Jenny Pine – Gelijke munt (Blloan): vroeger had je echte Blloan-strips, met een duidelijk signatuur. Dat is losgelaten, getuige Assholes (zie verderop) en de middle of the road western Jenny Pine van het Nederlandse duo De Heij-Ritstier. Mevrouw Pine ontdekt dat haar man is omgebracht door een bende schoften. In acht plaatjes zien we haar verdrietig schrikken, een plan trekken en haar man begraven. Vanaf dan gaat het alleen nog om wraak. Et cetera et cetera. Schieten, knallen, met een beetje hulp van een hond, een beer en een horde indianen. Man man man. Het verhaal is zo flinterdun dat het doorzichtig wordt. Zelfs clichéplakband hecht niet.

Een Engelsman in mijn boom (Scratch): Olivia Burton hoort op de begrafenis van haar vader dat ze een afstammelinge is van de bekende ontdekkingsreiziger Sir Richard Burton. Geïntrigeerd door deze informatie neemt ze het leven van deze rouwdouwer en de genealogie van haar familie onder de loep. Dit boek is half de biografie van Sir Richard Burton en half de zoektocht van een jonge vrouw naar zichzelf, identiteit en betekenis. Vlot verteld, vlot getekend en vlot leesbaar. Soms wat oppervlakkig maar Sir Richard Burton heeft genoeg peper in zijn gat om het interessant te houden.

Groepstherapie 1 – De dansende ster (Dargaud): Manu Larcenet, de grappigste depressieveling in de stripwereld, waagt zich aan (semi?)autobiografisch werk. De bekende auteur lijdt aan een drawers block en wringt zich in allerlei bochten om dat witte blad toch maar vol te kunnen kliederen. Dat resulteert in prachtig opgezette pastiches op manga, thriller, sciencefiction en andere genres. Tussendoor haalt Larcenet zichzelf en zijn gezin genadeloos door de mangel. Hilarisch en donker. Lees hier de uitgebreide recensie.

Een leven met Alexandra David-Néel 3 (Daedalus): vervolg op het schitterende tweeluik over het leven van David-Néel, zonder overdrijven de grootste ontdekkingsreiziger van de twintigste eeuw én de eerste vrouwelijke lama. In dit derde deel is mevrouw al een paar jaar overleden en volgen we haar huishoudhulp Marie-Madeleine, die haar nalatenschap beheert. Hoogtepunt van dit deel is de reis naar India om de as van David-Néel en haar adoptiefzoon, de lama Yongden, in de Ganges uit te strooien. De reeks is magnifiek, al missen we in dit derde deel (en in het nog te verschijnen vierde deel) de unieke aanwezigheid van David-Néel. Instappen bij deel 1, alsnog.

De muizen van Leningrad 2 – De dodenstad (Dupuis): het tweede en afsluitende deel van een verhaal over de ontberingen in Leningrad tijdens WOII. Hoewel de dialogen en tekeningen hier en daar wat stijf en ongeloofwaardig overkomen blinkt de strip uit door zijn onderwerp. De lezer wordt murw geslagen met de onmenselijke gruwel en het abjecte gedrag dat gewone burgers stellen om aan een korst brood te geraken. Pijnlijk spannend.

Snowpiercer (Casterman): De ijstrein van Rochette en Lob is een terechte klassieker uit de jaren tachtig, een album dat je niet snel vergeet. In Snowpiercer, vernoemd naar de Netflix-serie die op dit moment gebingd kan worden, zijn er twee niet eerder vertaalde delen aan toegevoegd. Zo ontstaat een complete trilogie, met een geweldig begin en een vervolg dat uit een heel ander vaatje tapt. Het basisgegeven van de voortrazende trein in een wereld waarin niet te (over)leven is, blijft ijzersterk. De zoektocht erna is vaker gezien en laat veel van de opgebouwde spanning ontsnappen. De ijstrein is nog steeds het hoogtepunt; De verkenner en De oversteek lezen vlot maar beklijven minder. Maar toch, maar toch.

Conquests 3 – Decornum (Silvester): derde deel van een reeks oneshots over de kolonisatie van het universum door de mens en de beste aflevering tot nog toe. De kolonisators arriveren op een planeet waar een rigide klassensysteem bestaat. We zouden geen mensen zijn als we niet bemoeizuchtig en arrogant zouden zijn en die eigenschappen leiden op de planeet Decornum al snel tot een burgeroorlog waarin het niet echt duidelijk is wie er nu ‘de slechten en ‘de goeien’ zijn. Flitsend getekend en met veel vaart verteld.

Marsupilami (Dupuis): mooi uitgegeven eye-candy rond het aardige beest. Maar zoals Dennie Christian hem ooit al toevertrouwde: de Marsupilami is nogal ver van huis – in ieder geval in dit album. Een club getalenteerde stripmakers zette zich aan zeven niemendalletjes die inhoudelijk niets om het lijf hebben en niet op een of andere manier bij elkaar passen of horen. Maar ondanks alles: het ziet er allemaal even schitterend uit. Spectaculair mogen we wel zeggen. En ook nog eens op groot formaat, met een harde kaft en alles. Om te bladeren, want lezend is er niet veel plezier aan te beleven. Een jammere ratjetoe.

Carthago 9 – Het pact van de eeuweling (Daedalus): ondertussen weten we wat we van Carthago kunnen verwachten, namelijk grootse actiescènes, legendarische fauna en extreme (weers)omstandigheden. Dit negende deel dendert over de sporen als een losgeslagen goederentrein. De vaart zit er dik in. De makers drijven de spanning nog wat meer op door te spelen met sprongen in de tijd. Spijtig genoeg springen ze soms wat té wild in het rond, wat voor verwarring zorgt. Vragen worden beantwoord en als vanouds worden er ook nieuwe gesteld. Alles wat je van een degelijke blockbuster strip kan verwachten.

De zusjes Duizendblad 1 – De droom van Sarah (Dupuis): prachtig, gevoelig en heerlijk getekend verhaal voor striplezers van negen tot dertien jaar. De pagina’s zijn pareltjes, de sfeer is perfect, maar vooral: het verhaal is sterk, vlot verteld – en afgerond, zodat het een ideaal cadeau is voor iedereen die een hele rit op de achterbank moet gaan uitzingen. De drie zusjes maken bij wijze van cadeau een fotoboek voor hun mama en komen zo achter een geheimpje waarmee ze haar confronteren. Hartverwarmend, een pertinente aanrader in het jeugdstripsegment. Hier is Disney-adept Barbucci (Ekhö, Sky Doll) in optima forma. Duizend sterren!

USS Constitution 1 – Aan land heersen vaak strengere wetten dan op zee (Glénat): een historische strip over de eerste Amerikaanse marinevloot en de piraten die hen belagen. De personages en de strip zelf zijn al even langdradig en saai als de titel. Enkel voor de liefhebbers van het genre.

Dangerous Liaisons, hoe het begon 3 – De ondergang van de minnaars (Glénat): afsluitende derde deel van het verhaal dat voorafgaat aan de scandaleuze roman van Pierre Choderlos de Laclos uit de achttiende eeuw. Groots verteld en perfect getekend, met veel gevoel voor decorum waardoor de scabreuze ondertoon extra wordt aangezet. Jaloezie, afgunst en macht strijden om voorrang in het slotstuk van de serie die met gemak een moderne klassieker kan worden: misschien bleef het eerste deel nog wat onder de radar (er verschijnt zoveel) en wachtte men bij het tweede deel nog even af, maar nu kan worden gezegd: zonder aarzeling is dit een van de beste aristocratenstrips van de laatste jaren, zeker voor lezers die vorig jaar het eerste deel van Keizerin Charlotte in hun eindejaarslijstje hadden staan. Fluks in uw koets naar uw stripwinkel gesneld, derhalve.

Agata 2 – Broadway (Glénat): Agata werd ontvoerd door gangster Lucky Luciano omdat ze getuige was van een misdaad. In plaats van haar te mollen regelt hij voor haar een carrière als zangeres. Leuk om allerhande beroemde gangsters als Dutch Shultz en consorten te zien passeren, maar verhaal en tekeningen hebben de consistentie van natgeregend bordkarton.

Black Squaw 1 – Nighthawk (Dupuis): Bessie Coleman is half Indiaans, half zwart en de eerste gediplomeerde vrouwelijke piloot in Amerika. Om het hoofd boven water te houden smokkelt ze tijdens de drooglegging illegale alcohol voor Al Capone in haar vliegtuig. Als dat nog niet voor genoeg spanning zorgt krijgt ze het ook nog aan de stok met de Ku Klux Klan. Wat een vrouw, wat een leven! Het is bijna niet te geloven dat deze strip gebaseerd is op waargebeurde feiten. De tekeningen zijn om duimen en vingers bij af te likken. Even gestroomlijnd als de vliegtuigen die erin rondvliegen.

Game over 19 – Princess over (Ballon): tja, het concept van Game over is lang en breed bekend, toch steekt intussen de onvermijdelijke vraag op: hoe lang is dit nog leuk? In deel 19 is de prinses het lijdend voorwerp. In een oneindige stroom aan variaties delft ze steeds het onderspit. Bop, vlatssj, waaarrrppplll, sploosh, brroom, gaaap en nog eens gaaaap. Extra suf omdat je als lezer nu helemaal nergens meer op hoeft te letten: het is toch steeds de prinses. Is dit het voorland van Onklopbaar? Of een betere vraag: zullen de makers van Onklopbaar denken dat 19 delen een geweldig succes is, of zullen ze na drie delen roepen: mooi geweest, we wachten niet tot het echt Game over is. Benieuwd.

Gilles de Geus – De eerste integrale (Matsuoka): Gilles de Geus krijgt de integrale behandeling en dat werd tijd. In het dossier bij de strip kunnen we in een goed opgebouwd historisch relaas het ontstaan van dit stripfiguurtje volgen van schets naar gags en korte verhalen tot en met de eerste langere avonturen. Het is een waar plezier om getuige te zijn van deze evolutie en niet in het minst omdat alle personen die betrokken zijn bij de geschiedenis van Gilles het boek doorspekken met flamboyante anekdotes. De strip zelf is bij momenten hilarisch en vreemd genoeg amper gedateerd. Wie Gilles de Geus kent heeft dit boek waarschijnlijk alras aangeschaft. Diegenen die hem niet kennen zullen er zich ook geen buil aan vallen. Lees hier de uitgebreide recensie.

De dag waarop… 3 – ze niet naar Compostella ging (Daedalus): na het prima eerste deel en het teleurstellende deel 2, is het derde album uit de reeks weer dik in orde. Tenminste, voor striplezers die er niet voor terugdeinzen zich te verdiepen in een holistische benadering van het leven, het geluk en de zoektocht naar evenwicht, rust en reinheid. Klinkt als Happinez? Absoluut, maar toch zijn de gesprekken die hoofdpersoon Clementien heeft met wandelmaatje Antoine interessant en onderhoudend. Deze keer leunt het vooral op de metafoor van de Miezers, elementen in het leven die je afhouden van je vrije keuze en die je eigenheid aantasten. Deze stripreeks zet je op een vriendelijke manier aan het denken. Nichegevoelige aanrader.

Raven 1 – Nemesis (Dargaud): ook weer een piratenstrip, maar dan één zoals het hoort. Acrobatische actie, gekielhaal, zeegevechten waar schepen tot splinters geschoten worden, verraad, een schat, kannibalistische inboorlingen, rum, sexy dames en heren, ooglapjes, een schatkaart en Yo Ho Ho! En dat allemaal in beeld gebracht door de schilderachtige tekeningen van de vaardige hand van Mathieu Lauffrey. De strip krijgt nog wat meer cachet door het atypische hoofdpersonage: een soort kruising tussen Long John Silver en Guust Flater.

Dragman (Podium): typisch Britse graphic novel over August Crimp, een heerschap dat eenmaal in vrouwenkleding gestoken beschikt over superheldenkrachten. Geestig gegeven, uitgedacht door stripmaker en cross dresser Steven Appleby, die het verhaal lekker vet en overdadig aanzet. Het album is opgebouwd uit veel kleine verhalen, naar analogie van de superheldenstrips die ongenadig op de hoge hak worden genomen. De cynische vertelstem is lekker, al is het iets om gedoseerd te lezen. Geen punt, Dragman moet het toch vooral hebben van scherpte op detailniveau. Ideaal voor een loom vakantieweekend.

Jommeke 300 – De plasticjagers (Ballon): in dit driehonderdste deel van de klassieke kinderstrip wordt alles uit de kast gehaald om met stijl te vieren. We zien de vliegende bol, Anatool, de Plastieken Walvis, Boer Snor, De vliegende ton en nog een hele resem andere trademarks die de Jommekestrips groot gemaakt hebben de revue passeren. Het verhaal is, hoe kan het ook anders, een klassiek avonturenverhaal geïnjecteerd met een gezonde dosis onnozelheid. De kwaliteit die geestelijke vader Jef Nys haalde zal wellicht nooit meer geëvenaard worden maar deze aflevering is een driehonderdste jubileum waardig.

De onderzoeken van Lord Harold 1 – Blackchurch (Blloan): inleidende deel van een tweeluik waarin een jonge aristocraat toetreedt tot het politiekorps en zich als een naïeveling in de luren laat leggen. Tenminste, zo ziet het eruit. De oplettende lezer weet natuurlijk allang dat deze Lord Harold niet voor een kleintje vervaard is. Leuk gegeven, maar vooralsnog een beetje simpel en voorspelbaar uitgewerkt. De boeven zijn onbehouwen, maar niet echt leep; Harold is onervaren maar bepaald niet dom en zijn buldog Hermes komt verhaaltechnisch gezien goed van pas. De tekeningen van Fourquemin (De Wezentrein en het prachtige Miss Endicott) zijn als vanouds sfeervol en dik in orde, hier en daar zien we zijn filmische truukjes doorschemeren.

Iason en het Gulden Vlies 2 – De reis van de Argo (Daedalus): Iason zet zijn reis om het Gulden Vlies te bemachtigen onverdroten verder in de best getekende strip binnen de hoofdreeks De wijsheid van de mythen. Dit tweede deel van de trilogie is een nogal fragmentarische aflevering waarin hindernissen plots opduiken en dan weer vlotjes worden afgehandeld. Er is weinig samenhang en dat maakt deze aflevering minder beklijvend dan het eerste deel. Op het einde zorgt een cliffhanger er echter voor dat we toch reikhalzend uitkijken naar het afsluitende deel.

Storm – De Kronieken van Pandarve 32 – Het offer van Narvatica (Uitgeverij L): de 32ste aflevering van de bekendste tijd- en ruimtereiziger van de lage landen bevat genoeg originele concepten, wezens en ideeën om met de hakken over de sloot te slagen als ‘Classic Storm’, maar het wordt wel tijd voor wat vernieuwing. De reeks haalt al lang niet meer het niveau van de run van Martin Lodewijk, de personages hebben heel wat van hun eigenheid verloren en de dialogen zijn nodeloos ingewikkeld, sloom en uitleggerig. Als men je middenin een vuurgevecht vraagt of er genoeg munitie is dan gil je: “Ja, blijven schieten bitch!” en niet: “Mijn ex-man bezuinigde niet op kogels en explosieven, dus schiet er maar lekker op los.” De tekeningen van Romano Molenaar blijven gelukkig wel op niveau en redden zo de meubels.

Cartoons 2020 (Davidsfonds): de jaarlijkse bundeling van de beste cartoons van het Cartoonfestival van Knokke telt opnieuw enkele dijenkletsers van schoten in de roos. De thema’s variëren van pizzabezorgers en Trump tot de strapatsen van die dolle Israëliërs en hun vrienden uit de Gazastrook. Opvallend zijn de prijswinnende cartoons. Die zijn ongeveer het makste, ongevaarlijkste en ongeïnspireerdste die het boek te bieden heeft. Wellicht zat de jury op valium of waren ze bang om iemand voor het hoofd te stoten. Makke humor is veilige humor.

Vluchtige ontmoetingen (Dupuis, Vrije Vlucht): net als de grijzende Paul een einde aan zijn leven wil maken loopt het bootje van de jonge Kristen op de klippen. Ze wordt de door hem gered en ontdekt wat voor figuur Paul is: een womanizer die zijn trofeeën door de jaren heen op de gevoelige plaat vastlegde en aan de muur prikte. Aan de hand van de foto’s krijgen we allerlei amoureuze verwikkelingen voorgeschoteld waarbij Dany zich kan uitleven in het tekenen van blote en erotiserende vrouwen, maar echt boeiend wordt het niet. Pas als blijkt wie Kristen eigenlijk is, komt het vrij korte verhaal echt op gang. De tweede helft is vele malen sterker, met een actuele verwijzing naar #Metoo.

De Kiekeboes 155 – In troebel water (Standaard Uitgeverij): de Kiekeboes staan garant voor de meest kwaliteitsvolle familiestrip van de laatste jaren. Geestelijke vader Merho neemt langzaamaan volledig afstand van de reeks en laat zijn medewerkers het roer overnemen. Deze aflevering is de eerste die tekenaar Kristof Fagard helemaal alleen tekent en inkt. Hij trekt zich wonderwel uit de slag en we vertrouwen erop dat hij de ruimte voor verbetering met rasse schreden zal betreden. Het verhaal is vintage Kiekeboe en doet wat het moet doen: de lezer een half uurtje ontspanning bieden.

Luc Orient – Alle avonturen 3 (Sherpa): opnieuw drie kenmerkende verhalen van Luc Orient, de standvastige ruimtereiziger zonder trema die met beide benen op de grond blijft. Het buitenaardse gevaar komt in deze drie verhalen namelijk nu eens naar de aarde toe. Nog steeds knagen we ons een weg door het oubollige decor, maar de scenario’s van Greg houden de vaart er redelijk in. Het is retro zonder coole soundtrack. In Het legioen van verdoemde engelen struikelen we over de lappen tekst en een powerpeuter. Niet om te lachen, Luc neemt het allemaal heel serieus, zoals altijd.

Magiërs 1 – Aldoran (Daedalus): een nieuwe reeks in de wereld van Elfen, Dwergen, Goblins & Orks van de hand van scenarist Jean-Luc Istin. Een beer van een vent met geheugenverlies sluit vriendschap met een klein meisje. Samen moeten ze het hoofd bieden aan heel wat gevaren en aan hun eigen verleden. Gedegen fantasy met prachtige tekeningen. Meer moet dat niet zijn, soms. Meer tekst moet dat ook niet zijn, want daar is Jean-Luc nogal kwistig mee. Maar voor de rest: puike fantasy.

Assholes (Blloan): gedurfde strip in het Blloan-aanbod, vooral omdat het er niet werkelijk in thuishoort. De grappen zijn bot en dun, de personages clichématig en over de top. We hebben het allemaal al eens gezien, vooral wie zijn heil zoekt op internet waar dit soort humor tiert. De misogyne krachtpatserij is pijnlijk voor wie het serieus neemt, het mannelijke aspect te eenzijdig. Weinig verfrissend en van geen toegevoegde waarde, ook als je de obligate opmerking van het omslag ter harte neemt: je denkt dat je weet over wie het gaat, maar dat is dus toeval. Ha ha ha.

Uur U 15 – De Schemering der verdoemden (Silvester): het afsluitende deel van de uchronie rond een fascistisch Frankrijk knoopt alle ploteindjes mooi aan elkaar vast. Dit derde deel heeft opvallend meer actie dan de voorgaande. Dat is logisch want alle verhaallijntjes werden in de vorige delen uitgeworpen en elk personage werd op het pad gezet dat onvermijdelijk tot deze dramatische ontknoping leidt. Sommige personages vinden het geluk, andere kennen wat meer tegenspoed en net als in het echte leven is dat niet altijd even eerlijk.