BIW_BloedspoorSneeuw.indd
Kort van stof

Kort van stof: november 2025

Het vaste riedeltje: we naderen het einde van het jaar en dan is het bal. Vorige maand was het helemaal erg met de stortvloed aan strips, in dat opzicht valt het nu nog mee. Daar komt bij dat we al veel uitgebreid hebben besproken, want daar hebben we het tempo goed in. Maar zoals altijd houden we ook van scherp, samengevat en in sneltreinvaart. Daarom nu, voluit: Kort van stof. 

Een avontuur van Sherlock Holmes 1 – De blauwe nevels van Amsterdam (Uitgeverij L): Sinds de rechten op Sherlock Holmes verbeurd verklaard zijn, kan elke Jan en alle kleine Pierkes hun zin doen met het personage. Deze nieuwe reeks is een onderhoudende poging met degelijk tekenwerk. Watson ontdekt Holmes zittend bij het lijk met een bebloed mes in de hand. Dat hij ongeveer het hele album door gelooft dat Holmes een moordenaar is, vonden we eerlijk gezegd een nogal teleurstellende insteek. Zo dom is Watson toch niet? Omdat de plot net origineel en spannend genoeg is geven we de reeks graag nog een kans bij lezing van het tweede deel.

The Baxter Book of Festive Failures (De Harmonie): Voor cartoons van Glen Baxter mag men ons steeds uit een coma halen. Zijn absurde benadering van het dagelijkse leven en omstreken tovert quasi altijd een lach op ons gezicht. Deze thematische bundel met cartoons rond Kerstmis is dus een welkome verrassing. Wel opletten geblazen voor het verzadigingseffect: meer dan tien cartoons na elkaar geeft een opgeblazen gevoel. De prijs voor deze bundel is allerminst scherp dus we gokken dat de uitgever met dit boekje inzet op kerstshoppers die geen hout vinden om cadeautjes van te maken.

PRHSTR (La 5e Couche): Wij dachten even dat Sébastien Conard een vlammende aanklacht tegen de Katholieke Kerk bij elkaar had getekend, maar PRHSTR staat gewoon voor Prehistorie. Conard is geen vreemde in de wereld van abstracte strips, hij is er zelfs kind aan huis, en dit nieuwe boek is daar geen uitzondering op. Conard speelt met kadrage en suggereert een prehistorische stam met een beperkt kleuren- en vormenpalet. Het kloppende hart van deze strip is echter verhalend, of eerder bespiegelend. Vreest dus niet, oh ouwe, getrouwe stripfanaat, dit is geen té abstracte strip. In woordeloos virtuoos getekende scènes laat Conard zijn licht schijnen over de ontdekking van vuur, religie, kunst, taal en dergelijke meer. De condition humaine, quoi? Een prachtig kijkboek voor jong, oud én seniel.

Bloedkoninginnen – Boudica 2 (Daedalus): Deze stripreeks over de Keltische furie Boudica die zich tegen de in Engeland binnenvallende Romeinen verzet, is binnen de toch al prima collectie van Bloedkoninginnen, de absolute top. De tekeningen zijn net dat tikkeltje beter, de plot heeft net dat tikkeltje meer spanning en het onderwerp is enkele grammen dankbaarder. Topstrip voor wie van een mix van geschiedenis, actie en sterke vrouwen houdt.

Zij schreven geschiedenis 22 – Stalin (Daedalus): Wie benieuwd is naar het leven van vadertje Stalin en een aversie heeft van spanning en verhalen met vaart zal zich geen buil vallen aan deze strip. Ook mensen die vloeiend tekenwerk maar niets vinden, komen hier aan hun trekken. Geschiedkundig goed onderbouwd, zoals deze strips meestal zijn. De titel van de reeks is evenwel misleidend. Stalin schrijft geen enkel regeltje geschiedenis, de hele strip lang niet.

Loesjkin – Gaat vol in de pudding (Gottmer): Kinetische strip over de waanzinnige kat Loesjkin die als een loslopende ballon met ADHD over de bladzijden racet. Goede strip, maar een beetje spijtig voor de Vlamen onder ons dat de vertaling wel heel erg op Nederland gericht is. Als één van de enige drie Belgen die voor Kort van Stof schrijft weten we wat het is om tot een minderheid te behoren, maar de Vlaamse kindekens hebben daar niet voor gekozen.

De nieuwe avonturen van Roodbaard 5 – Spookeiland (Dargaud): We zijn nooit echt fan geweest van de originele Roodbaard reeks. Deze nieuwe avonturen kunnen we echter wel smaken. Dat heeft veel te maken met de tekenstijl. We zijn grote fan van de evocatieve, brede penseelstreken van Stefano Carloni. Het verhaal is niets speciaals maar heeft wel een goed onderbouwde plot en genoeg actie en historische wetenswaardigheidjes om interessant te blijven.

Mijn hart in braille (Daedalus): Victor is niet meteen een modelleerling. Liever dan zijn broek op school te verslijten maakt hij muziek met zijn band Volle Bak. Marie-Jo is echter wel een briljante studente. Hoewel de twee tegenpolen zijn sluiten ze een bijzondere vriendschap. Victor ontdekt al snel dat Marie-Jo ongeneeslijk ziek is. Op haar vraag helpt hij haar om dat geheim te houden. Een aandoenlijk verhaal over vriendschap waarvan we hopen dat vele mensen het lezen. Feelgood met een kwaliteitslabel.

Bug 4 (Casterman): Enes Bilal, bekend als Enki Bilal (Belgrado, 7 oktober 1951) is een striptekenaar van Bosnisch-Tsjechische afkomst die woont en werkt in Frankrijk. In zijn verhalen hanteert hij een tekenstijl die realistisch is en wordt gekenmerkt door vloeiende lijnen en surrealistisch kleurgebruik. Daarbij gebruikt hij allerlei technieken en materialen door elkaar heen, wat resulteert in de kenmerkende stijl van Bilal. In de loop der jaren is de man in zijn eigen mythe gaan geloven waardoor hij hoogdravende onzin zoals Bug is gaan produceren: gebakken lucht waar duidelijk zo weinig mogelijk aan gewerkt is.

De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot Classic 2 – De schat van San Inferno (Dupuis): Omdat het strippubliek alsmaar grijzer wordt mag Robbedoes geen al te afwijkende en moderne avonturen meer beleven. Terug naar de nostalgische begintijd dus. In dit deeltje beleven onze vrienden doldwaze avonturen in een oud en afgelegen Mexicaans dorpje waar allerhande archeologische vondsten en politieke intriges de kop opsteken, dan wel roet in het eten gooien. Op zich heeft deze reeks zijn charmes. We vragen ons wel af waarom men de reeks door Lewis Trondheim liet schrijven. De man houdt duidelijk (en waarschijnlijk op vraag van de uitgever) zijn voet op de rem. De strip is oké geschreven, maar moet grotendeels de typische Trondheimse humor en absurditeit ontberen.

Thorgal Saga – De stad in beweging (Le Lombard): De saga spin-off van Thorgal begon buitengewoon goed. Het zou een plek worden waarin de grootste talenten uit de stripwereld hun persoonlijke draai aan het personage konden geven. Het gaat echter stijl bergaf met de laatste albums. In plaats van slimme interpretaties krijgen we lange, saaie, uitgesponnen verhalen die met haken en ogen aan elkaar hangen. We zijn zo enorm moe van hoofdpersonages die de ene domme, onkarakteristieke beslissing na de andere nemen om de plot vooruit te helpen en van dit album werden we nog vermoeider.

Largo Winch 25 – Als de goden je in de steek laten… (Dupuis): Terwijl Thorgal langzaam in het moeras wegzinkt, huppelt Largo Winch nog steeds gezwind rond op grote hoogte. Wanneer een werknemer die drones ontwerpt net voor hij Largo kan bereiken vermoord wordt, moet Winch voor diens dochtertje zorgen. Largo tracht uit te vogelen wat er juist aan de hand is en moet samen met het meisje moordzuchtige drones en sexy babes met kwade bedoelingen ontwijken. Een explosieve plot met veel actie, maar tevens intelligent geschreven.

De man die wonderen kon doen (Standaard uitgeverij): Munuera blijft aan de lopende band proza verstrippen. Op zich niets mis mee, maar als we terugdenken aan het originele werk dat hij maakte met goede scenaristen worden we een beetje nostalgisch. Niets mis met dit boek, een minder bekend verhaal van H.G. Wells, maar vroeger was het, ironisch genoeg, beter. Bovendien zijn we geen fan van wat de man tegenwoordig met zijn achtergronden doet: vaag en door zijn inkleurder ongeïnspireerd ingekleurd gekladder. Lees hier een andere, uitgebreide recensie. 

De adelaars van Rome VIII (Dargaud): In dit achtste deel van één van de beste strips over het oude Rome is verrassend weinig actie te bespeuren. Marini gebruikt de ruimte vooral om nog meer intriges te spinnen en zijn personages extra lagen diepgang te geven. Dat gaat absoluut niet vervelen, te meer omdat het tekenwerk van heel hoog niveau is. Het lijkt ons duidelijk dat hier de stukken klaargezet worden voor een spetterende finale die wellicht nog maar enkele albums veraf is. Prachtige strip.

Heden verse vis 3 – Goddelijke stripgoden (Standaard uitgeverij): Marc Legendre en Charel Cambré nemen al 3 albums lang zichzelf, de stripwereld en al wat in hun schootsveld terechtkomt op de korrel. In deze even doorvoelde als grappige strip beschrijven de twee ouder wordende adonissen van de negende kunst hun avonturen op stripbeurzen en in het Spanje waaraan ze hun hart verpand hebben. Verwacht heel veel humor die wellicht tegen enkele schenen stampt, maar enkel tegen die onderbenen toebehorend aan de meest kleinzerige onder ons. De scheut waarachtige en duidelijk voelbare liefde voor het vak, elkaar en de rest van de mensheid die onderhuids borrelt is echter wat deze strip echt groots maakt. Een perfect einde van een perfecte trilogie. Lees hier een andere, uitgebreide recensie. 

Het bloedspoor in de sneeuw (Standaard uitgeverij): Het bloedspoor in de sneeuw gaat volgens vele recensies over een gestampte klootzak, amper menselijk te noemen. Dat klopt volgens ons echter maar gedeeltelijk. Frank Friedmaier, het hoofdpersonage, is inderdaad geen lieverdje. Hij moordt en verkracht en het lijkt hem amper te kunnen schelen of zijn slachtoffers nazi’s of oude oma’s zijn. (De strip speelt zich zoals bijna alles strips ter wereld af tijdens WOII) Wij zagen in Frank echter geen beest, maar een mens die tot op het bot gebroken is en die op het einde zelfs een soort catharsis bereikt. We durven de recensies waarin de recensent keihard zijn of haar best doet om Frank te veroordelen als regelrechte slechterik toe te schrijven aan auteurs die als de dood zijn om vereenzelvigd te worden met een toxisch personage uit een strip die ze niet eens zelf geschreven hebben. Dat is deels begrijpelijk. God weet dat de modale wereldburger moeite heeft om personages te scheiden van hun bedenkers. Soit, ieder zijn visie. De strip werd getekend door Yslaire, die zijn digitale trukendoos voor dit boek thuislaat, en is bijgevolg een streling voor de ogen. Als we het niet eens kunnen zijn over de thematiek, dan kunnen we op z’n minst wel overeenkomen dat de tekeningen gewag maken van een buitengewoon meesterschap. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Wunderwaffen 22 – De vlucht van de Thunderbird (Daedalus): In deze Uchronie, ja ook wij kennen grote woorden, is WOII, niet gestopt in 1945. De Nazi’s ontwikkelden immers futuristische vliegtuigen en raketten waarmee ze de Geallieerden lik op stuk geven. Deze pulpy insteek en een grote en goed geschreven ensemblecast maken Wunderwaffen telkens weer een genot om te lezen.