Wat het nieuwe jaar ons gaat brengen, op de lange termijn, kunnen we nog niet zien. Maar wat er de afgelopen maand is verschenen wel. Zo goochem zijn we, en dat ziet u terug in Kort van stof, onze heerlijke rubriek die terugkijkt op de verschenen titels van de afgelopen maand. In sneltreinvaart, zoals u van ons gewend bent.
Krasse knarren 8 – Voor galg en rad (Dargaud): Hadden wij maar opa’s zoals de drie ouwe knakkers uit Krasse knarren in plaats van die twee oude drankorgels die elk familiefeest onveilig maakten/maken. De krasse knarren en hun immer groeiende support cast zijn intussen kind aan huis en steeds welkom ten huize 9e kunst. Scenarist Lupano is een grootmeester in het bedenken van plots die zich afspelen in oer-Franse settings, platteland of grootstad, bevolkt met aimabele, grappige, soms chagrijnige en altijd heel levensechte personages. Hier geen flitsende actie, laat staan dat er Vikingen of Nazi’s aan te pas komen, maar wel verhalen waar de lezer zich kan aan optrekken. Lichtpuntjes in tijden die stilletjesaan toch wel heel donker beginnen te worden. Als het kon, zouden we schuilen in één van deze albums. Spijtig genoeg gaat dat niet en moeten we de realiteit na lezing opnieuw het hoofd bieden. Prachtreeks.
Blake en Mortimer 30 – Getekend Olrik (Blake en Mortimer): Het is vreemd. We zijn jong, vorige week twintig jaar geworden, meneer, dus alles wijst erop dat we een ouderwetse reeks die nog steeds op ouderwetse wijze geschreven wordt saai zouden moeten vinden. Bij de meesten (Buck, Danny!) is dat ook zo, maar bij Blake en Mortimer lezen we met plezier de overvolle tekstkaders met overbodige beschrijvingen. Scenarist Sente injecteerde dit nieuwe deel met wat sociaal bewustzijn (xenofobie, werkloosheid) een locatie die net exotisch genoeg is om onze interesse weg te kapen (Cornwall) en wat mythologie (Koning Arthur) en brouwt van die ingrediënten een heerlijks strip. Misschien is het de 64 pagina’s lang volgehouden stiff upper lip, maar we hebben enorm genoten van deze ouderwetse meuk.
De Killer – Staatszaken 6 – Rigor Mortis (Casterman): Deze vervolgreeks op de klassieke hoofdreeks De Killer maakte het personage weer interessant door hem voor een mysterieuze geheime dienst te doen werken. Na vijf albums begon deze spin-off toch vrij saai te worden. Het zogezegd filosofische cynisme van het hoofdpersonage begon ons daarbij ook enorm te vervelen, aangezien zijn geneuzel meestal van dien aard is dat elk intelligent mens er met één argumentje gehakt van zou kunnen maken. Maar, maar, maar! In dit zesde deel toont de killer zijn hart en redt hij een (wees?)meisje van een bende kinderverkopers. Samen met het kind en zijn handler, een mooie dame, moet hij nu op de vlucht voor zijn werkgevers, die ongehoorzame getuigen kunnen missen als kiespijn. Die zet injecteert de reeks met een bloednodige adrenalineshot en zorgt ervoor dat wij weer uitkijken naar het volgende deel.
Voetsporen (Concerto Books): Milan Hulsing, één van Nederlands beste stripmakers (’t Is maar dat u het weet), ging aan de slag met vijf korte verhalen van de Tsjechische schrijver Karel Čapek. Die verhalen kan men nog het beste omschrijven als magisch-realistische, pseudofilosofische noir fabels. Hulsing kiest voor een monochroom kleurenpalet dat perfect past bij de bitterzoete en tragikomische anekdotes. Hier en daar hadden sommige zaken iets gedetailleerder belicht kunnen worden. Soms moesten we net iets té hard werken om te ontdekken wat de auteur(s) precies willen overbrengen, maar misschien hoort dat wel bij dit soort (vooral) tragische (maar ook een beetje) komische Sovjetliteratuur. We kunnen zeggen dat dit (trouwens prachtig uitgegeven) boek zeker in de smaak valt bij de zogenaamde meerwaardezoeker. Zoekt niet langer naar meer, waarde: u heeft gevonden!
De kleine Robbe 20 – Geen gemaar! (Dupuis): De kleine Robbe is een reeks die een heel speciale sfeer weet te treffen: grappig, sexy én nostalgisch. Ook deze nieuwe aflevering met de avonturen van Robbedoes en zijn vriendjes in de rol van kwajongens is een schot in de roos. Het openingsverhaaltje is zelfs één van de betere uit de hele reeks van 20 albums. Af en toe vissen de makers te veel in het vijvertje waar al zo lang in gevist wordt om grappen aan de haak te slaan, maar de ongelofelijk charmante en dynamische tekeningen vol perfect georkestreerde slapstick tillen ook die gags vér boven de middenmoot uit.
De uitverkorene (Oogachtend): We zijn enorme fans van Simon Spruyt en begonnen daarom met heel veel plezier aan dit boek. Grafisch is het alvast om duimen en vingers bij af te likken. Spruyt gaat op zoek naar een manier om strakker en economischer te tekenen en leunt bij wijlen aan bij de onvermijdelijke Olivier Schrauwen. Het verhaal is een moderne hervertelling van het verhaal van Jakob. Spruyt verstript daartoe ook vele Bijbelse scènes die, los van de grafische pracht, een beetje overbodig aandoen. Had hij die pagina’s gebruikt om het verhaal dat zich heden ten dage afspeelt dieper uit te werken, we hadden dit boek een meesterwerk gevonden. Het moderne verhaal is immers veel interessanter en grappiger dan de Bijbelse passages. Los daarvan: een blind te kopen boek van een groots stripmaker.
Een fractie van een seconde – Het bewogen leven van Eadweard Muybridge (Concerto Books): Guy Delisle heeft al heel wat autobiografische strips gemaakt die op allerhande eindejaarslijstjes heel hoog scoorden. Het autobiografische vat is wellicht bijna helemaal afgetapt want Delisle waagt zich in zijn nieuwe boek aan een biografie van een ander: Eadweard Muybridge, pionier van fotografie en film en tevens een moordenaar. Het leven van Muybridge was zo spectaculair interessant dat het zelfs zou boeien moest het door een prutser was uitgewerkt. U kunt zich vast wel voorstellen wat er gebeurt als een meester als Delisle ermee aan de slag gaat. We lazen dit boek in één ruk uit en hebben ons geen seconde verveeld. Top!
Menji 1 – En de slangdraak (Silvester): Menji is de dienaar van Meester Vos. Meester Vos is het soort strenge zen/gevechtssportleraar die de tijd dood met mediteren en de wijze hansworst uithangen. Daarmee is de toon gezet. Menji speelt zich af in een denkbeeldig Japanachtig land uit lang vervlogen tijden, waar antropomorfe dierlijke personages op jacht gaan op fabeldieren zoals slangdraken. De kekke tekeningen en de exotische setting maken van deze strip eens wat anders dan het doorsnee leesvoer voor de allerjongsten. Het nogal simpele verhaaltje dicteert wel een leeftijdsgrens die niet al te hoog ligt. Een frisse nieuwkomer in het speelveld.
Normandië Juni ’44 deel 9 – Le Havre (Silvester): Er valt weinig te vertellen over deze middenmoter in het WOII-segment. Dit lijkt weer eens een strip die is bedoeld voor dat publiek dat geobsedeerd is door de oorlog die alle oorlogen zou eindigen. De tekeningen, plot en dialogen zijn van niet al te hoog niveau, de historische achtergrond, de feiten en het historisch dossier zijn dan wel weer interessant. Weinig nieuws onder de zon. Wanneer gaat iemand trouwens eens de WOII-strip om alle WOII-strips te beëindigen maken? Daarvoor zouden we ons bed nog willen uitkomen.
F.C. De Kampioenen 135 – Op reis naar Parijs (Standaard uitgeverij): De kampioenen willen naar Parijs om daar live een match van De Rode Duivels bij te wonen. Gelukkig raken ze al snel verwikkeld in een onfris zaakje waar ze al struikelend, strompelend en quasi per ongeluk een einde aan kunnen maken. Geen hoogvlieger in de reeks, maar dat kan men ook niet verwachten van een strip die al 135 afleveringen loopt. Het viel ons wel plots op dat de man-vrouw patronen nogal ouderwets uitgespeeld worden in deze strip. We zijn een 42-jarige progressieve, witte man die vindt dat de cancelcultuur vaak nogal te hard van stapel loopt en dat er aan de linkerkant ook nogal wat fanatici rondlopen. We schrokken er zelf van dat deze gedachte ons besloop, dus wij vermoeden dat die het vermelden waard is.
Kuifje – De blauwe lotus (Casterman): Onze nogal kleurloze vriend, Kuifje, wordt voor dit album opnieuw ingekleurd. Ja: dit oude verhaal is een klassieker en ja: Hergé kon een potlood vasthouden, maar hebben we dit boek echt nodig? En dan nog in zo’n dure, dikke uitgave? Pas op: het is de fans gegund, maar die kopen dit boek wellicht ook enkel maar uit completisme. We vermoeden dat Moulinsart de komende jaren de registers nog ietsje meer zal opentrekken met dit soort uitgaven. De rechten op Kuifje zijn in Amerika immers verlopen, waardoor hij vogelvrij verklaard werd en iedereen wat kan beginnen met onze lauwe reporter in de hoofdrol. We zijn eerlijk gezegd meer benieuwd naar wat een avontuurlijk Amerikaans stripmaker uit de underground met Kuifmans zal aanvangen dan naar de zoveelste heruitgave die dient om de geldlust van de huidige man van Hergé ’s weduwe te lenigen.
De adelaars van Rome VII (Dargaud): We durven al eens te knorren wanneer uitgeverijen excellente tekenaars met grootheidswaanzin zelf hun knuddige scenario’s laten schrijven, maar Marini is daar een gigantische uitzondering op, of oin ieder geval als hij De adelaars van Rome maakt. Los van de perfecte plot met exact genoeg emotie, spanning en intrige (en uiteraard de prachtige tekeningen) valt het ons ook bij elk album op hoe vlot die wel weglezen. Je hoeft zelfs de vorige albums niet ter hand te nemen om te kunnen volgen. Marini is een rasverteller die klare wijn van hoge kwaliteit schenkt. Eén van de beste oud-Rome series op de markt en Jupiter weet dat die met genoeg zijn…
De horrornacht (Kluitman): De familie Russo komt thuis van vakantie en krijgt te horen dat hun kinderoppas onverwachts is overleden. Zoontje Matt is daar helemaal ondersteboven van. Zijn vrienden willen hem opbeuren met een avondje griezelfilms. Ze staan echter onder de supervisie van de nieuwe oppas en al gauw blijkt dat er iets duisters aan de hand is met haar. Jonge kinderen griezelen graag, al was het maar om te bewijzen dat ze meer aankunnen dan hun leeftijd suggereert. Horrornacht is daar het perfecte vehikel voor. Aan het begin van het verhaal kwakkelt de plot een beetje, maar tegen de tijd dat de vriendengroep full Goonies gaat, waren we helemaal om. Een griezel graphic novel die het jonge grut vast zal bevallen.
De patrouille de France geïllustreerd (Silvester): De patrouille de France is het team van stuntvliegers van de Franse luchtmacht. In dit boek schetst Olivier Dauger hun geschiedenis aan de hand van oogverblindend mooie (digitale?) illustraties. Hij is spaarzaam met tekst, waarvoor dank, maar niet in die zin dat je te snel door het boek heen bent. Ook deze recensie zal zich beperken tot deze spaarzame zinnen die vast wel volstaan om het doelpubliek warm te maken en al wie daar niet toe hoort richting “grote boog hieromheen” te sturen. Perfect geschenk ook voor hyperintelligente neefjes van acht die niet alleen over alle dino’s willen leren.
Alex 43 – De hoeder van de Nijl (Casterman): Enak, de 100% heteroseksuele beste vriend van de 100% heteroseksuele Alex (we willen geen slapende anti-wokers wakker maken) arriveert in Rome. Al snel worden verschillende moordpogingen gedaan op Enak door een mysterieuze vijand, wiens seksualiteit niet helemaal duidelijk wordt. Saaie plot, tekeningen die per se zoals van Jacques Martin willen zijn en onnatuurlijke dialogen: alles maakt van deze strip een compleet overbodige toevoeging aan deze reeks. De belangrijkste vraag die de titel bij ons opriep (Hoe hoedt men een rivier en kan men daar border collies voor trainen?) werd bovendien niet beantwoord.
Buck Danny Origins 1 – Air Race Pilot (Dupuis): Deze toevoeging aan het universum van Dhr. Danny lijdt aan dezelfde ziekte als Alex. De tekeningen zijn marginaal beter, en de plot iets geëngageerder, maar we werden vrijwel onwel bij het lezen van een strip die zo hard hengelt naar de “goede ouwe tijd”. De uitleggerige dialogen zijn van tenenkrommend slecht niveau. We vragen ons oprecht af wat er zou gebeuren met het stripmedium als uitgeverijen eindelijk stoppen met het hengelen naar de zakcenten van een oudere garde fans die deze strips wellicht alleen nog aanschaft om ze zonder te lezen een plastic zakje in te schuiven. Voor u op uw schommelpaard klimt: wij zijn zelf een collectioneur van tweeënzestig lentes jong, die zich eveneens schuldig maakt aan licht autistisch completisme, maar we hebben genoeg zelfspot om te dromen van een wereld waarin ons zo geliefde medium blijft evolueren en naar échte kwaliteit streeft.
Corto Maltese 17 – De levenslijn (Casterman): Juan Días Canales (van Blacksad) en Rubén Pellejero (niet van Blacksad) leveren hun vijfde Corto Maltese album af en houden de hoge kwaliteit van de vorige albums verder aan. De tekeningen van Pellejero zijn uitgepuurd en verwijzen naar Pratt zonder hem klakkeloos te kopiëren. Het verhaal lijkt een aaneenschakeling van melancholische anekdotes, maar meandert zachtjes naar een ontknoping die toch samenhang verraadt. Grote klasse!
Soda 14 – Openbaring (Dupuis): Philippe Tome was een scenarist uit de duizend, die ons spijtig genoeg in 2019 verliet via een inwisseling van het tijdelijke voor het eeuwige. Vooral zijn Kleine Robbe en deze Soda maakten een onuitwisbare indruk op ons. Er is heel wat te doen geweest over de opvolging van Tome met al één (minderwaardig) album dat buiten de reeks geplaatst werd en dan deze afsluiter die een tweeluik vormt met deel dertien, maar die als nummering niet veertien, maar 2/2 gekregen heeft. Belangrijke stuff, we know. Los daarvan kreeg de reeks met dit album wel een grotendeels bevredigend einde. De tekeningen van Dan Verlinden doen de originele tekenaar Gazzotti niet helemaal vergeten, maar benaderen wel de juiste sfeer en verwijzen naar hun voorganger zonder aan eigenheid in te boeten. Chapeau. Het verhaal bindt een aantal losse eindjes aan elkaar, waarvoor dank, maar begeeft zich naar het einde toe op vrij glad ijs wanneer een nogal ongeloofwaardige plottwist roet in het eten gooit. Verplichte kost voor alle Soda fans en voor liefhebbers van de betere politiethriller. We hoorden dat er binnenkort integrales op de markt zullen verschijnen. Als u nog nooit van Soda gehoord hebt, doe dan uzelf een gigantisch plezier en zet die integrales alvast op uw mentale verlanglijstje. Verder hopen we dat de uitgever de kwaliteit van eventuele, maar waarschijnlijk onvermijdelijke, nieuwe albums met argusogen bewaakt.
Shaolin Moussaka Integraal (Silvester): Shaolin Moussaka valt nogal moeilijk te omschrijven. Het boek begint met een op zijn minst absurd te noemen scène waarin een shaolin krijger en een wandelende moussaka het met elkaar aan de stok krijgen. De twee vangen uiteindelijk een soort queeste aan en verzamelen een bont gezelschap rond zich heen waarvoor het woord “divers” amper volstaat. Nadien wordt het verhaal in groeiende mate nóg waanzinniger. Je kan geen genre bedenken of het wordt in de mix gegooid. Het boek doet heel hard denken aan het werk van Douglas Adams, wat een compliment is. Bovendien werd het boek getekend door Cyril Pedrosa die zich voor de gelegenheid een cartooneske stijl aanmeet waarin het goed slapsticken is. Grappig en vol hoogst onverwachte plotwendingen. Een boek voor allen die houden van verrassingen en gekkigheid.
Kid Paddle 20 – Blorkchef (Dupuis): Kid Paddle is een gevestigde waarde in stripland. Als je dochter of zoon (of neefje of nichtje of ander gespuis) fan is van monstertjes en/of videogames dan zal Kid P. hem/haar ook wel kunnen bekoren. Zelfs voor ma of pa zit er af en toe een goede gag verstopt tussen de meer voor de hand liggende grollen. Echt verrassen en vernieuwen doet de strip niet meer, maar wat de aanschaf van deze strip echt de moeite maakt, zijn de tekeningen. De personages van Midam zijn zo expressief, zo bewegelijk en grappig dat voor ons alleen al de tekeningen volstaan om dit album met een goed gevoel weg te leggen.
De roes van de vlinders integraal (Silvester): Lupano, hij van Krasse knarren, schreef ergens rond 2007 deze trilogie die Silvester netjes voor ons gebundeld heeft. Lili is een kleine drugsdealer die in een nogal troosteloze scifi setting de eindjes aan elkaar knoopt. Wanneer er plots vanuit het niets iemand een aanslag op haar pleegt, raken zij en haar schaarse vrienden verwikkeld in een kluwen van schuld, boete en misdaad. De world building is heel gedetailleerd en bevat enkele originele vondsten en Tanco zet alles magnifiek en met veel gevoel voor dynamiek in beeld. Het scenario is goed, men kan het talent van Lupano al bij vlagen herkennen, maar je ziet wel dat beide makers nog op zoek zijn naar hun eigen unieke talent en stem. Los daarvan blijft dit wel een strip die uw centjes waard is, want dit beginnend talent is beter dan heel wat oud(e) rot(ten) in het vak.
Flericks fijnste cartoons (eigen beheer): Dhr. Flerick M. liet, ter ere van de afsluiting van 2024, opnieuw een boekje vol cartoons op ons los. Zoals we van hem gewend zijn is de humor niet voor tere zieltjes. De grappen in deze bundel zijn scabreus, infantiel, vulgair en vaak beledigend voor verschillende volksgroepen tegelijkertijd. En daardoor des te grappiger. Flerick moet, met behulp van al die kaka en piemels, wel iets goed doen want hij heeft momenteel een tentoonstelling lopen in Finland. Dat hij maar oplet: als hij een zekere mate van bekendheid verwerft, wordt het wellicht de moeite om hem te cancelen. In de tussentijd lachen wij samen met hem in ons vuistje.
BRZRKR – Boek 3 (Silvester): Over de vorige delen van deze trilogie schreven we al dat je ze moet lezen voor de explosieve tekeningen en de vlammende actie, en niet echt voor het flinterdunne verhaal. In dit afsluitende deel verwachten we uiteraard geen plotse ommezwaai. De dynamische lay-out van Ron Garney, gelardeerd met vele spreads, staat garant voor een actiestrip van de bovenste plank. Dat de personages niet echt heel diep in hun emoties en motivaties graven, laat staan dat ze geloofwaardig zijn, is daarbij niet zo’n gigantisch groot probleem. Zelfs het nogal afgeraffelde einde kunnen we onze Amerikaanse vrienden vergeven. Silvester onderschrijft de pluspunten van de strip door die op een mooi groot formaat en op het perfecte papier uit te geven. Een boek voor mensen die graag naar fantastische, vaak bloederige, prentjes kijken en niet al te veel geven om het verhaal. Zelfs wij, van een andere orde, hebben genoten van deze grafische bulldozer.
De nieuwe avonturen van Kobijn 1 – Een beetje betere wereld (Silvester): Van 1993 tot 2010 tekende Lewis Trondheim een twaalftal avonturen van everyman Kobijn bij elkaar. Uitgeverij Silvester deed er 11 jaar over (2010 – 2021) om die te vertalen. De laatste twee nummers van die eerste reeks waren wat flauwtjes en haalden de kwaliteit van voorheen niet meer. Trondheim begon echter, na een pauze van 7 jaar (voor hem) met nieuwe avonturen. De rustpauze heeft hem duidelijk deugd gedaan, want dit eerste deel van De nieuwe avonturen van Kobijn is het beste wat we van Trondheim lazen. Eigenlijk is er amper sprake van een plot. Er is een ensemblecast die gewoon “is”, op hilarische wijze. De personages zijn zo goed geconstrueerd dat zelfs de simpelste interacties een plezier zijn om te lezen. Kobijn gaat over het leven en over kleinmenselijkheden en blaast de absurditeit daarvan op tot droogkomische proporties. Meer van dit!
De Incal – Kapitein Kaïmann (Silvester): Dan Watters is een scenarist uit de Engelstalige comicscène die we al enige tijd met plezier volgen. Hij en tekenaar Jon Davis-Hunt kregen van Jodorowsky de sleutels van de loods waarin de psychedelische Chileen honderden kilo’s peyote, zijn verzameling tarotkaarten en de nevenpersonages uit De Incal heeft liggen en liet hen verder hun gang gaan. Als je getalenteerd volk uitnodigt om in jouw literaire universum te komen spelen is de teugels laten vieren de enige juiste keuze. Watters en David-Hunt kozen een relatief onbekend personage, de Kapitein uit de titel, en weefden een verhaal om hem heen dat tientallen jaren overspant. Een prachtig in elkaar gezet plot, weirde scifi en een verhaal met een warm kloppend hart. We kunnen alleen maar hopen dat er nog veel van dit soort spin-offs volgen. Zelfs als die nog maar de helft zo goed zijn als dit verhaal zullen we onze beide handjes kussen.