9789002281648_INT.indd
Strips

Ginette Kolinka opent haar hart in Vaarwel Birkenau door twee complementaire verhaallijnen

Ginette Kolinka is 99 jaar oud. Ze heeft tot haar vijfenzeventigste weinig tot niets verteld over haar geschiedenis in de Duitse concentratiekampen. Rond de eeuwwisseling realiseert ze zich dat haar verhalen nodig zijn om nieuwe generaties niet in dezelfde fouten te laten vervallen. Ze keert voor de eerste keer terug naar Birkenau. Vanaf dat moment opent ze haar hart en mond en begint ze het onbeschrijfelijke te beschrijven. Met een tomeloze energie reist ze door Frankrijk en spreekt op scholen en universiteiten. Haar credo: om te voorkomen dat dit nog een keer gebeurt, moeten we erover praten.

Twee decennia lang begeleidde ze groepen leerlingen in Auschwitz, waar ze van april tot november 1944 gevangen zat. Totdat ze in 2020 besluit dat het de laatste keer is dat ze het kamp bezoekt. Vaarwel Birkenau.

Tijdens dit bezoek nam ze schrijvers Victor Matet en Jean-David Morvan op sleeptouw. Matet kende Kolinka van eerdere reportages en hij bleef met het gevoel zitten dat haar verhaal een ander podium verdiende. Hij benaderde Morvan, onder andere bekend van de verstripping van SF-reeks Tschai en – vooral relevant in dit licht – de WO2 strip Irena. Beide heren sloten zich aan bij een studiereis en noteerden nauwgezet wat ze daar hoorden en te zien kregen.

De familiegeschiedenis van Kolinka is er eentje zoals van duizenden andere joden. Ze vertelt over hoe haar gezin steeds verder in het nauw kwam door de Duitse onderdrukking en genoodzaakt werd om de eigen grenzen continu te verleggen. Uiteindelijk was er ook voor hen geen ontsnappen aan en volgde de gruwel van deportaties en gevangenschap. Ginette ging naar de Franse gevangenissen, naar Auschwitz II (Birkenau), naar Bergen-Belsen (samen met de zusjes Frank), om uiteindelijk op transport naar Theresienstadt bevrijd te worden. Eenmaal thuis bleek ze de enige van de gedeporteerden te zijn die de oorlog heeft overleefd. Wanneer ze uiteindelijk haar moeder vindt, is het aan Ginette om haar moederhart te breken en de dood van haar broer, vader en neef te verkondigen.

Uiteraard is dit verhaal indrukwekkend en niet met woorden te beschrijven. Het is daarentegen ook het verhaal van honderdduizenden andere mensen en als zodanig bekend. De kleine persoonlijke toevoegingen maken het tastbaar en menselijk. Juist de dagelijkse beslommeringen en overpeinzingen van een puber hebben Anne Franks dagboek het monument gemaakt dat het nu is.

Schrijvers Matet en Morvan zijn zich hier goed bewust van geweest. Ze introduceren Ginette als een montere vrouw die op haar vijfennegentigste nog uitstekend haar eigen boontjes dopt. Met humor en een ongekende energie zoekt ze aansluiting bij de jeugd, die aan haar lippen hangt. Haar laatste bezoek aan Auschwitz is het anker voor het boek, van waaruit de flashbacks worden opgetekend. Zo lopen er dus twee verhaallijnen door elkaar.

Het eerste, waarin de Ginette van 2020 centraal staat, is bijna luchtig en geeft ruimte om te ademen. Het tweede verhaallijn is gesitueerd in de jaren 1942-’45 en is loodzwaar: een persoonlijke geschiedenisles die zijn dieptepunt vindt in de periode in Auschwitz. Hier is alles bruin en grijs en zijn veel mensen letterlijk tot schaduwen teruggebracht. Dit is schitterend vormgegeven. We zien Ginette omringd door vage silhouetten, plaatsvervangers voor al die mensen die gedood en verdwenen zijn. Hoe verbeeld je in hemelsnaam al het vuil, de ziektes en wanhoop? In Irena heeft Jean-David Morvan al aangetoond goed met dit dilemma om te kunnen gaan. De meest schokkende gebeurtenissen worden niet afgebeeld, maar opgetekend uit de mond van de 95-jarige overlever.

De tekeningen van Efa, Cesc en Sole zijn gepast en bewegen mee met de twee verhalen. In de huidige tijd zijn de kleuren helder en de kaders ruim, terwijl in oorlogstijd het palet steeds grauwer wordt en de vakjes beklemmend. De tekeningen uit 2020 geven een ruimtelijk overzicht van het Auschwitz terrein van nu, in die van 1944 krijgt de lezer alleen een paar stukjes te zien en blijkt de chaos. Hoogtepunt zijn de tekeningen waarop heden en verleden door elkaar lopen. We zien de frisse jongeren door het kamp wandelen, omringd door de schaduwen van 76 jaar eerder. Schitterend gedaan. Ook hier wordt benadrukt dat het voor een ander nooit helemaal zal lukken om voor te stellen wat hier gebeurd is.

Dit is niet het Birkenau van toen. Er was overal modder. Lawaai. Geklop. Geschreeuw. Mijn arme lotgenoten die hier zijn gestorven, zouden het niet meer herkennen. Ik ook niet, de eerste keer. Dit is een decor.

Morvan en Matet wilden een waarheidsgetrouw en compleet overzicht maken van wat we vandaag over Auschwitz weten, ontdaan van mythes en clichés. Dat is gelukt en het is daarbovenop een fantastisch boek geworden over een prachtig mens.

Matet, Morvan, Efe – Vaarwel Birkenau. Standaard Uitgeverij. 112 pagina’s hardcover. € 25,99.