Strips

Robbedoes en de krankzinnigen is goed voor een gulle lach

Robbedoes en de krankzinnigen“Bwaaah! Dit is water! Duizend bommen en granaten! Welke Basji-boezoek probeert me te vergiftigen?” Elke rechtgeaarde stripliefhebber kan je moeiteloos vertellen welk strippersonage hier aan het woord is. Toch slaat de liefhebber dit keer de plank mis. Het betreft namelijk niet Kapitein Haddock, maar Kwabbernoot.

In Robbedoes en de krankzinnigen, het nieuwste Robbedoes door… album, gaat Robbedoes op zoek naar Kwabbernoot die al een week niets van zich heeft laten horen. De enige aanwijzing die hij heeft is een opmerking van Kwabbernoot in hun laatste gesprek over een reisje naar Angoulême – Frankrijks stripstad nummer één – in het kader van een nieuwe reportage.

In Angoulême aangekomen koopt Robbedoes eerst een krant. In de boekhandel ziet hij een moeder die haar zoontje streng toespreekt: “Van strips word je gek.” “Tja”, beaamt de boekverkoper, “’t komt door de epidemie.” Robbedoes leest de details in de krant. Steeds meer mensen wanen zich een stripfiguur. Een variant op het Jeruzalemsyndroom, zeg maar. Volgens de krant is er onlangs nog een journalist opgenomen in het plaatselijke hospitaal, waar professor Herquin-Frangé onderzoek doet naar de aandoening. Robbedoes brengt een bezoek aan het bewuste hospitaal en treft daar Kwabbernoot aan, die zich inderdaad Kapitein Haddock waant en om de haverklap diens creatieve scheldwoorden scandeert.

Het plot van Robbedoes en de krankzinnigen is betrekkelijk dun. Na Kwabbernoot ontdekt te hebben, probeert Robbedoes hem mee naar huis te krijgen. Er volgt een list, een plotwending, chaos en één grote puinhoop vooraleer alles toch weer op zijn pootjes terechtkomt. (We hopen dat je voldoende door de wol geverfd bent, dat dit niet als een spoiler voor je uit de lucht komt vallen.) Dat is geen probleem, Robbedoes en de krankzinnigen is een luchtig album zonder de ambitie of pretentie grenzen te verleggen. Zijn charme haalt het album uit de vriendelijke, Luc Cromheecke-achtige tekeningen en vooral uit de vele referenties naar andere stripreeksen. Wie een goede kennis heeft van de klassieke (met name Franco-Belgische) strip zal zijn hart op kunnen halen. Geen van de verwijzingen wordt benoemd. Dat is meestal geen probleem – mannetjes met blauw-witte sokken op het hoofd die “potversmurf” roepen, zullen door iedereen moeiteloos herkend worden – maar soms is het goed opletten – niet iedereen zal aan Little Nemo denken als Kwabbernoot ’s ochtends uit bed valt. Niet zelden duiken deze referenties op een onverwacht en tevens treffend moment op. Het ontlokte deze recensent meerdere malen een luide lach.

Als slapstick is Robbedoes en de krankzinnigen geslaagd. Wat dat betreft kan het zich meten met andere Robbedoes door… albums waarin de nadruk op de humor ligt, zoals Paniek op de Atlantische oceaan (Lewis Trondhiem & Fabrice Parme), Kwabbernoot gaat trouwen (Benoît Feroumont) en Pas op, Robbedoes! (Makyo, Toldac & Tehem). Wel is het album minder goed gevuld dan we gewend zijn. De tekeningen zijn doorgaans vrij leeg, tonen maar één handeling en bevatten geen extra grappen in de achtergrond. En vrijwel alle pagina’s bevatten vier stroken, met veelal drie en nog vaker twee beelden per strook. Er valt dus minder te zien, ook minder te lezen en daardoor voelt het album toch wat dun aan voor een Robbedoes door…

Jul & Libon – Robbedoes door… : Robbedoes en de krankzinnigen. Dupuis. 56 pag. € 11,99