Strips

Alle grijstinten zijn weggelaten in Queenie, een eenzijdige biografie van een beroemde bendeleidster

QueenieDe Franse kunstenares Elizabeth Colomba schildert al jaren portretten van zwarte vrouwen in achttiende of negentiende eeuwse kledij. Haar ouders komen van Martinique en de geschiedenis van de slavernij in de Verenigde Staten en het Caraïbisch gebied inspireert haar al jaren tot het maken van schilderijen waarop zwarte mensen in die periode juist heel zelfverzekerd of welvarend staan afgebeeld. Inspiratie deed ze tijdens haar studie op in het Louvre, waar ze keek hoe Hollandse meesters in de zeventiende eeuw regenten afbeeldden.

Toen Colomba besloot een strip te maken, schepte dat hoge verwachtingen. Zeker omdat ze voor het scenario samenwerkte met een ervaren Franse schrijfster en documentairemaakster: Aurélie Lévy. Het onderwerp van hun gezamenlijke stripdebuut is Stephanie Saint-Clair, een zwarte vrouw uit Martinique die in de jaren dertig een criminele organisatie leidde in de New Yorkse wijk Harlem. Een zó fascinerend figuur, dat een album over haar bijna niet mis kan gaan.

QueenieSaint-Clair zette een illegale loterij op (the Numbers Game). Het was tevens een soort banksysteem voor zwarten die niet werden geholpen bij reguliere banken en die wel hun geld ergens in wilden investeren. Alleen was de bende van Saint-Clair geen filantropische instelling die alle deelnemers eerlijk lieten meeprofiteren van de winst: Saint-Clair vergaarde een fortuin. Wanneer de Italiaanse maffia haar handeltje wil overnemen, neemt zij het met succes tegen hen op.

Het resultaat, Queenie. De godmother van Harlem, stelt echter lichtelijk teleur. Dat ligt niet aan het verzorgde tekenwerk van Colomba. Heel anders dan haar gedetailleerde, kleurrijke schilderijen beperkt zij zich hier tot fijne lijnvoering in sober zwart wit, met alleen wat grijze puntrasters voor de scènes die zich afspelen in het verleden. Het ligt ook niet aan de spanningsboog die Lévy deze stripbiografie van een opmerkelijke bendeleidster heeft meegegeven. Het ligt wel aan de overdaad aan bekende namen uit die tijd die de twee in het verhaal hebben willen stoppen. Op vrijwel elke pagina komt wel een bekende figuur uit het Harlem van die dagen voorbij, van Duke Ellington tot Thelonious Monk. Zij voegen niets toe aan het verhaal, maar de auteurs lijken vooral met hun kennis over die periode te willen strooien.

QueenieMaar bovenal is het euvel van dit album dat de twee auteurs een te vleiend portret van Saint-Clair hebben gemaakt. Het is een soort ode aan een sterke vrouw die zich in deze stripbiografie ontworstelt aan slechte, witte mannen die haar alleen maar willen onderdrukken en die niet alleen opkomt voor vrouwenrechten en de rechten van zwarten, maar ook nog eens als een soort moderne Robin Hood de sociale problemen in de achterstandswijk Harlem probeert op te lossen.

Dat is allemaal wel heel eenzijdig. De misdaden waar ze verantwoordelijk voor was, worden in deze stripbiografie erg makkelijk onder het tapijt geveegd. Geen woord ook over haar huwelijk met een radicale antisemiet (the Black Hitler was zijn bijnaam) die zij later probeerde te vermoorden toen ze ontdekte dat hij vreemd ging.

QueenieSaint-Clair was een uitermate intrigerende persoonlijkheid. Ze heeft zich ingezet voor de emancipatie van de zwarte gemeenschap in de jaren ‘30 van de vorige eeuw en hielp mensen door hen via advertenties in de krant te wijzen op hun rechten of door politiegeweld aan de kaak te stellen. Maar door haar minder fraaie kanten te verzwijgen, is Queenie de godmother van Harlem wel een heel eenzijdig, braaf, ja vlak album geworden. En dat is jammer. Het is nu meer een pamflet dan een volwaardige biografie. Over Saint-Clair is zó veel boeiends te vertellen, dat het niet alleen onterecht maar ook doodzonde is om alleen een wat bloedeloze hagiografie over haar te maken.

Voor Colomba en Lévy was dit hun debuut op stripgebied. Met Queenie. De godmother van Harlem bewijzen ze over voldoende talent te beschikken om ook in dit medium uit de voeten te kunnen. Nu nog een iets minder zwart-witte kijk op de wereld.

Elizabeth Colomba en Aurélie Lévy – Queenie. De godmother van Harlem. Concerto Books. 168 pagina’s. harde kaft. € 29,99