In Kort van stof behandelt 9e Kunst in sneltreinvaart een aantal nieuwe strips. Minder doorwrocht, maar toch raak. Omdat het voor de striplezer lastig genoeg is het kaf van het koren te scheiden, met een gemiddelde van honderd nieuwe albums per maand.
Slangen God 1 – De Tranen van Odin (Glénat): Deze zoveelste Vikingstrip begint goed en lijkt enkele concepten te introduceren die wat origineler zijn dan doorgaans het geval is, maar verzandt uiteindelijk in een sof. Onderontwikkelde, clichématige personages en oeverloos sword & sorcery gebral. De tekeningen, en daarmee ook de actiescènes, zijn wel fantastisch.
Café Noir 2 – Brazilië (Silvester): Naast alle Vikingen, piraten, cowboys en ruimtereizigers eindelijk nog eens een écht origineel onderwerp voor een strip. Albane is smaakdeskundige voor een koffiefabrikant en reist naar een plantage in Zuid-Amerika met als doel de perfecte koffiemengeling te creëren. Naast leuke weetjes over de koffie business krijg je ook een meeslepende intrige rond bedrijfsspionage te lezen. Alleen jammer van de schrijver of vertaler, die het taalgevoel van een baksteen lijkt te hebben.
De Daltons Boek 1 & 2 (Silvester): Het verhaal van die dekselse Dalton broeders, maar dan echt. De makers van dit boek slagen erin heel wat authentieke informatie te verweven met een pakkend verhaal. Expressieve tekeningen en goed uitgewerkte personages doen de rest. Een aanrader.
Lees hier de uitgebreide recensie.
Meta-Baron 6 – De naamloze Techno-Baron (Daedalus): Jodorowski schrijft deze ruimteopera niet maar reikt wel ideeën aan. De makers slagen er echter in het gevoel van een echte Jodorowski strip te benaderen: aberrante seks, van de pot gerukte plottwists en personages die van elke scheet een kosmisch drama maken. Wie deze reeks leest zoals ze bedoeld is, namelijk als trashy ruimtepulp, zal niet teleurgesteld worden.
Renaissance 1 – Ontheemd (Dargaud): De aarde gaat ten onder aan ecologische en andere catastrofen en een planeet die qua beschaving verder staat dan de onze stuurt hun versie van het WWF op ons af. Een opmerkelijk concept gelinkt aan excentriek ingekleurde tekeningen. Alleen jammer van de dialogen die een paar keer door Google translate lijken te zijn gehaald.
De Psy 22: Leve m’n Pensioen! (Dupuis): Het is speuren naar goede grappen in deze verzameling korte een-twee-drie-paginaverhalen van oude rot Cauvin. De mopjes komen met de trein. Tekenaar Bédu kan er met zijn traditionele stijl ook niet werkelijk iets bijzonders aan toevoegen. Anders dan zijn professionele evenknie Sigmund zien we in de Psy geen figuur met nukken, grillen, motieven of iets van levensechtheid. Hij acteert zich door de opzetjes heen, in een bordkartonnen entourage. Naar het schijnt is dit het laatste deel van de serie. De makers hebben er zelf ook genoeg van.
Rode Ridder 262: De laatste waarschuwing (Standaard): Niks verontschuldiging vooraf, geen guilty pleasure; sinds Legendre en Bono de Rode Ridder naar zich toe trokken, zijn de verhalen met sprongen vooruit gegaan. Of moeten we zeggen verhaal? In iedere aflevering krijgt de lezer meer zicht op het grotere geheel. In De laatste waarschuwing blijkt bijvoorbeeld terloops waartoe Allis in staat is. In dit album ook de terugkeer van Galaxa en Demoniah, of toch niet echt? Iets voor een volgend album, dat zoals gebruikelijk niet lang op zich laat wachten. Spannend, spannend.
Tristan 17 – Het proces van Gilles De Rais (Casterman): Ondanks de vele lappen tekst, de houterige tekeningen en het vintage sfeertje een onverwacht entertainende strip. De makers katapulteren Tristan in het midden van het proces tegen Gilles De Rais. De tekeningen lijken met onvaste hand geëtst. Op de achterkant staat dan weer dat Jean Pleyers de “Historische tekenaar van de reeks” is. Wie weet wat dat is mag zijn prijs aan de balie komen afhalen.
Madelfried 2 (Oogachtend): Een verzameling strookjes die tussen 2014 en 2019 in Het Belang van Limburg en Metro verschenen. Madelfried is een konijn en een superheld en rijgt de ene hilarisch onverwachte pointe aan de andere. Kim Duchateau bewijst nog maar eens dat hij op het gebied van absurde humor van niemand lessen te krijgen heeft.
Leren signeren, stap-voor-stap handleiding (Concerto): Flauw boekje op miniformaat van Peter de Wit over signeren. Gezien de opzet bedoeld voor literair auteurs, waarbij je je kunt afvragen of er werkelijk ogen worden geopend. Alles is nogal voorspelbaar en weinig origineel: welke kleren trek je aan, hoe voorkom je dat je namen verkeerd spelt en wat doe je als er niemand op je signeersessie afkomt? In het laatste geval adviseert De Wit niet te masturberen. De spontane vragen van ‘ene’ G. Reve en H. Mulisch completeren het niemendalletje.
Kutbeesten (Syndikaat): Een perfect uitgegeven natuurgids op oblongformaat, waarin enfant terrible Jan-Willem Spakman korte metten maakt met de nuffigste en vervelendste beesten uit het dierenrijk. De gids is bedoeld om de wereld beter te maken: hufter Spakman doet een stiekem voorzetje om een aantal zinloze, fokking beesten uit te roeien. Opzouten met die shit. De strips hebben allemaal dezelfde opzet met een brutale vertelstem die gaandeweg minder krachtig klinkt, tenzij je kiest voor één kutbeest per dag.
Sterrenwaas 3 (Silvester): Gags geïnspireerd door Star Wars. De makers vonden een origineel concept bedenken blijkbaar te moeilijk. Bovendien draagt het feit dat de grappen zich op Endor of zo afspelen niets toe aan de humor. Luke Skywalker trapt in een drol. Zoiets. Typische flauwe Franse humor. Misschien vinden kinderen dit nog leuk. Of nee: Franse kinderen.
De tweekoppige Adelaar 2: Eagle (en ook) Adler (Dupuis): Tijdens WOII belanden de geesten van een Duitse en een Amerikaanse gevechtspiloot in elkaars lichaam. Dat klinkt van de pot gerukt, maar de makers geven hun personages genoeg diepgang mee om met dit geflipte concept te scoren. Ook leuk: elke aflevering bestaat uit 2 aparte strips: één over de Duitser, één over de Amerikaan.
De derde zoon van Rome 1 & 2 (Daedalus): De eerste twee delen van een reeks oneshots over een (fictieve) sekte in de tijd van de oude Romeinen. De tekeningen kunnen beter, maar er is veel bloed, naakt en actie, dus dat valt niet zo op. De verhaallijnen zijn nogal een rommeltje, wie dat niet al te serieus neemt krijgt voor een half uurtje brood en spelen.
Het Wilde Westen 3 – Six Secrets (Silvester): Een western die alles heeft wat een western moet hebben: wilde vuurgevechten, een door en door slechte schurk, de Noordelijken en de Zuidelijken, smerige saloons en premiejagers. Deze reeks onderscheidt zich echter vooral door de aparte en fantasierijke personages en de hoekige klare lijn-achtige tekenstijl.
Goblins 3 – Op aarde als in de hemel (Silvester): Een dorp vol goblins trekt gag na gag aan het kortste en bloederigste eind. Het leek een gimmick die snel uitgewerkt zou zijn maar deze reeks wordt alsmaar beter. Er beginnen zich vaste personages te ontwikkelen: de ninja goblin, de uitvinder goblin, … Dat zorgt tegelijkertijd voor herkenning maar maakt ook running gags mogelijk. Zeer originele slapstick strip voor mensen die hun humor graag een beetje sadistisch hebben.
Rosa 2 – De mannen (Glénat): Een niet onaardig plattelandsdrama over de schijnheiligheid van de kerk en omringende plattelandskneuters. De strip is een bewerking van een prozatekst. De maker heeft zich daar wellicht iets te slaafs aan gehouden want er wordt vaak dubbel werk geleverd. Tekstkaders die op overbodig uitgebreide manier beschrijven wat men in de tekening al kan zien. De maker had misschien ook wat beter moeten wegstoppen dat hij zo’n fan is van Hermann want nu komt hij enkel over als een flauw afkooksel van deze befaamde Belg.
Stomp – De Spoken van Knightgrave 3 (Dupuis): Afsluitende deel van het drieluik over de ware identiteit van Stomp, de aartsvijand van Baard en Kale. Deze strip heeft alles wat een goede spin-off moet hebben. Hij is volledig op zichzelf te lezen maar draagt bij aan de mythologie van de hoofdreeks. Ook zonder de link met Baard en Kale zou dit een fantastische strip zijn: afgelikt tekenwerk, personages waar je om geeft en een stortvloed aan (functionele) actie.
30 jaar, 2 katten – Zomer/Herfst (Daedalus): Ongevaarlijke en schattige humor over katten, vooral leuk voor kattenbezitters. We kunnen hier met de beste wil van de wereld niets meer over zeggen.
Het is wat het is.