Kort van Stof wordt geroemd om zijn eerlijke besprekingen. Niet iedereen is daar gelukkig mee, getuige de berichtjes die we krijgen van mensen die vinden dat het slappe verhaaltje juist wél goed was: zo werkt het! Ook deze maand weer een snelle, serieuze en snedige selectie van strips die wel en niet de boel opwarmen. Of omgekeerd. Zoals u van ons gewend bent.
Hondskop 1 (Standaard uitgeverij): Twee jonge ridders en hun schildknaap dweilen toernooien af om in hun levensonderhoud te voorzien. Ze dragen een geheim met zich mee: één van hen is stiekem een jonkvrouw. Toernooien bestaan niet alleen uit vechten, maar zijn ook een plaats voor politiek gekonkel. Al snel raken onze helden verzeild in het machtspelletje van edelen met duistere motieven. En dan is er nog die geheimzinnige zwarte ridder die niemand kent. Het verhaal was even wennen, omdat de makers ervoor kozen om aan de ene kant historisch correct te werken met heel wat geschiedkundige details, maar aan de andere kant hun personages te laten denken en handelen als adolescenten van nu. Een vreemde tegenstelling die, als je eenmaal overtuigd bent, wonderwel werkt. De tekeningen zitten vol actie en gewaagde camerastandpunten, wat ook bijdraagt aan de moderne feel. Dit soort strips, dat ons nog weten te verrassen, appreciëren we enorm. Deel 2 staat nu al op ons verlanglijstje.
Blauwbaard (Standaard uitgeverij): Camille Benyamina waagt zich aan een verstripping van Blauwbaard van Amélie Nothomb. In sfeervolle, sprookjesachtige tekeningen met prachtige inkleuring, laat Benyamina ons kennismaken met een moderne versie van de heer Baard en zijn laatste slachtoffer. De insteek van het verhaal van Nothomb is verfrissend en geldt als een ‘feministische fabel’. Maar iets verstrippen wil zeggen dat je keuzes moet maken. Wij hadden de indruk dat er bij het herwerken heel wat karakterontwikkeling en diepgang van de personages opgeofferd moest worden wegens plaatsgebrek, waardoor sommige keuzes van de personages nogal onduidelijk gemotiveerd blijven. Een mooi kijkboek, maar je mag niet té veel nadenken over wat er nu net gaande is. We kunnen dat misschien afschuiven op het feit dat dit een sprookje is?
De blauwbloezen 67 – Vuur en ijs (Dupuis): Wij dachten dat De blauwbloezen na het overlijden van scenarist Cauvin zoals zoveel krampachtig doorgezette stripreeksen zou afglijden naar platte kak. Prijst echter de Here, want zie: nieuwe scenarist Kris bewijst met zijn tweede album dat hij een entertainend Blauwbloezen album kan schrijven met respect voor het origineel en zonder in makkelijk copy-paste werk te vervallen. De twee ingrediënten die van de reeks zo’n succes maakten zijn ruimschoots aanwezig: tragiek en slapstickachtige humor die voortvloeit uit de personages zelf. Tekenaar Willy Lambil blaast intussen zo’n 87 kaarsjes uit en tekent begrijpelijkerwijs niet meer op het niveau van zijn topjaren. Hij imponeert echter nog steeds met de expressieve koppen en de flow die hij in z’n pagina’s weet te steken.
Eumefius (Borgerhoff-Lamberigts.be): Eumefius is de creatie van Nicolas Marichal. Marichal beweegt zich in en rond Gent op het snijvlak van kunstenaar en volksfiguur. Het grafische werk van zijn hand neigt tegenwoordig onder andere naar Permeke, maar Eumefius is heel andere koek. In simpele strips van drie prentjes loopt dit tekstloze wezentje van de regen de drup en zijn ongeluk in. Hij behoort tot de traditie van de doofstomme pechvogels als Boerke en drie van de meest hilarische Misters ooit: Mr. O, Mr. I en Mr. Bean. De grappen van Marichal verkennen de grenzen van het medium, zijn soms poëtisch, soms vulgair, vaak ook melig en vrijwel altijd absurd. De potloodlijnen van Marichal zijn bedrieglijk simpel maar weten perfect de grap over te brengen en maken de strip nog net dat ietsje universeler. Het perfecte boek om op het toilet te leggen. Uw bezoek zal wellicht iets langer wegblijven, maar met een grote glimlach in de woonkamer terug keren.
Dutch 1 – Een cowboy in de Peel (Uitgeverij L): Het wordt Dutch, een Amerikaanse cowboy, te heet onder de voeten in The land of the free, dus beslist hij om z’n heil te zoeken bij zijn Nederlandse voorouders in de Peel. Machtig idee, al rammelt er hier en daar wat aan de uitwerking. De plot en de clash tussen de American way of life en klein Nederland zijn goed genoeg, maar hier en daar schieten de teksten iets te kort en vraag je je als lezer af wat scenarist Ger Apeldoorn nu juist wil zeggen. Alsof hij iets in z’n hoofd heeft maar enkele vitale stappen overslaat in het overbrengen daarvan. Dat is allemaal geen ramp, maar zulke dingen ontsieren en trekken de algemene kwaliteit, die we hoog inschatten, wel naar beneden. Het weegt wellicht ook zwaarder op ons oordeel omdat het in de eerste tekstregels al van dattum is. Tekenaar Anco Dijkman zet sfeervolle en vlot lezende pagina’s neer met prachtig uitgewerkte karakterkoppen voor de personages (al mag je niet té veel naar de achtergronden kijken). Laat u niet meeslepen door de komma’s die we neuken: dit album is meer dan de aanschaf waard en we zijn heel benieuwd naar hoe het verder gaat met deze reeks.
De drager 4 – Het sporenzeizoen (Le Lombard): De drager is een science fiction reeks die enorm goed begon. Dit afsluitende deel stelt echter een beetje teleur. De reeks werd gebouwd op heel wat van de pot gerukte en originele ideeën. Zoals we in eerdere recensies schreven was dat allemaal dik oké, zo lang men die maar niet té serieus nam of een sluitende verklaring wou voor al die gekheid, en dat is nu net wat de makers in dit laatste deel willen doen: alles snel snel uitleggen. (Een ziekte waar veel laatste delen aan lijden) De meeste van die verklaringen zijn allesbehalve helder, maar eerder wat gewild poëtisch en van het type “filosofisch gezwets”. Gelukkig zijn er de fantastische tekeningen met hier en daar wat ultra-geweld die de strip nog net boven de middenmoot uit stuwen.
De adem van de duivel (Uitgeverij L): In de achttiende eeuw duikt plots een grauwe, zure mist op die de planten doet rotten en mens en dier naargeestig ziek maakt. Terwijl paniek en godsdienstwaanzin zich langzaamaan over het land verspreiden volgen we het verhaal van een herbergierster en haar halfbroertje. Hoewel de set-up origineel is (met een fantastische twist in het naschrift!) zijn de uitwerking van de karakters en de verhaallijn wat zwakker. We hebben vaak wensdromen waarin we Ken Broeders een strip zien maken, waarvan hij werkt met een scenarist die hem naar een nog hoger niveau kan tillen. Voor de sprookjesachtige tekenstijl van Ken Broeders mag je ons immers altijd wakker maken. Ook in deze nieuwe oneshot tekent de man de pannen van het dak met een apocalyptische storm als grafisch hoogtepunt.
Gone with the wind 1 (Standaard uitgeverij): Adaptaties kunnen ons doorgaans gestolen worden en na de eerste dertig pagina’s van deze verstripping zagen we er tegenop om nog 110 pagina’s tienerdramatiek te moeten doorworstelen. We hebben echter doorgezet en kijk: langzaam maar zeker ontspon zich het verhaal van een jonge vrouw die tijdens de Amerikaanse burgeroorlog gevangen zit tussen de burgerlijke moraal en haar eigen passionele gevoelens. Dat ze niet kiezen kan tussen die twee maakt van haar leven een hel. Het helpt uiteraard dat de tekeningen van Pierre Alary van torenhoog niveau zijn. We merkten Alary voor het eerst op toen-ie Silas Corey tekende en met deze Gone with the wind cementeert hij zijn talent.
Alexander de Grote: De kunst van de parodie (Strips2Go!): Een buitenbeentje in de Alexander de Grote reeks. Tekenaar Bart Proost voert in dit boek, dat meer neigt naar geïllustreerde tekst dan naar strip, de fictieve schilder Parodios op. Die zou een reeks schilderijen gemaakt hebben die het leven van Alexander de Grote verbeelden en latere meesterwerken (Guernica, Het meisje met de parel, et cetera) zouden daar dan kopieën van zijn, of er op z’n minst op gebaseerd zijn. Het boek is een handig vehikel voor Proost om zich uit te leven in het zelf kopieën maken van bekende kunstwerken. Een vleugje humor hier en daar en kwistig in het rond gestrooide weetjes maken van het geheel een heel genietbaar boek.
De weg van het zwaard 1: Fratres Furentes (Le Lombard): Twee gladiatoren staan aan de vooravond van hun grote doorbraak in de wereld van arena-entertainment. Ze raken verwikkeld in duistere zaakjes in de achterbuurten van Ravenna. Het tijdperk waarin dit verhaal zich afspeelt is op z’n zachtst gezegd vrij uitgemolken en toch vegen we deze strip niet zomaar van tafel. De personages zijn geloofwaardig uitgewerkt, de tekenstijl aantrekkelijk en de helft van het verhaal bestaat uit een goed opgebouwde nachtelijke achtervolgingsscène. Allemaal pluspunten die ervoor zorgen dat we nieuwsgierig uitkijken naar het volgende deel.
Suske en Wiske Junior 12: Opgeruimd staat netjes (Standaard uitgeverij): Suske vindt een opruimrobot uit, er is een boerderij met beesten en klusjes en op de laatste pagina van dit boekje wordt een leeftijdsgenootje opgevoerd dat veel weg heeft van de New Kids en waar we dus begrijpelijkerwijs meer van willen zien. Duchateau en Cambré vuren op alle cilinders en blijven een grappige strip met vaart afleveren voor de allerjongsten.
Galaxa 5: Vlucht naar het licht (Standaard uitgeverij): Na een minder deeltje gaat de kwaliteit van deze reeks weer een beetje de hoogte in. Scenarist Peter Van Gucht rondt de plot die in het vorige album werd opgezet bevredigend af en laat enkele hints vallen die veel goeds voor de volgende albums beloven. Spijtig wel om te zien dat de grote love interest van Galaxa, zoals we voorspeld hadden bij onze recensie van het vorige album, enkel diende om in dit vijfde deeltje te sterven en Galaxa een bepaalde richting in duwen. Tekenaar Molenaar en inkleurder Di Rossow (Dat zijn twee verschillende personen en niet één persoon die drie ver uiteen liggende beroepen uitoefent) leveren gelukkig zeer kwalitatief werk, wat de reeks ten goede komt.
Kuifje special 77 Jaar (Éditions Moulinsart – Le Lombard): Het eerste nummer van het stripblad Kuifje (voor lezers van 7 tot 77 jaar) verscheen 77 jaar geleden. In dit dikke jubileumboek brengen tal van stripmakers hommages aan de reeksen die het blad in zijn bijna vijftigjarig bestaan sierden. Je zou denken dat zoiets leidt tot een prachtige bloemlezing van originele strips. Niets is minder waar: het merendeel van de strips in dit boek zijn godsgruwelijk saai. De ergste gevallen zijn stripmakers die de originele strips min of meer klakkeloos kopiëren. Het lijkt ons alsof de makers ook heel wat strenge regels opgelegd gekregen hebben aangaande wat wel en niet kon voor dit boek. Van Moulinsart zou ons dat niet verbazen. Er zijn enkele uitschieters die wél lezenswaardig zijn en het valt op dat net die strips durven afwijken van het origineel, grafisch én verhalend en van de hand van stripmakers zijn die het bronmateriaal naar hun hand zetten. Een vrij teleurstellend boek dat uiteraard de rabiate Kuifje fan wel zal bekoren. Lees hier een uitgebreid artikel, onder anderen over dit jubileumboek.
De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 2: België, 1792 – 1793 (Le Lombard): We hebben ons indertijd rot geamuseerd met het eerste album van Pierre-Marie Dragon Dragon, l’ homme que tu aimes détester, en ook dit tweede deel stelt niet teleur. Pierre-Marie, een laffe, geile en criminele soldaat van het Franse leger maakt deel uit van de troepenmacht die eind achttiende eeuw België bevrijdde. De man zet meteen een handeltje in gestolen kunstschatten op. Alles aan dit verhaal is verrukkelijk: de gedetailleerde historische setting, de humor, de hilarisch expressieve tekenstijl, de grafische verwijzingen naar historisch drukwerk, et cetera. Een magistraal boek.
F.C. De Kampioenen Scheurkalender 2024 (Standaard uitgeverij): Met de feestdagen in zicht (zij het nog vrij ver aan de kim) beginnen hier en daar ook al de scheurkalenders voor 2024 de kop op te steken. Die van F.C. De Kampioenen is enkele jaren een grote hit in ons huishouden. De raadseltjes en puzzels zouden we eigenlijk eerder klasseren voor 10 jaar en jonger, maar we zijn dagelijks getuige van enkele minuten plezier bij twaalfjarigen. De vraagstukjes en opgaven zijn van het soort die je in elk vakantiedoeboek terugvindt, maar de thematische Kampioenen inkleding is uiteraard een plus voor de jonge fans.
Tango 7 – De pijl van Magellaan (Le Lombard): Tango is een Largo Winch-achtige actiereeks die gemaakt wordt door twee betrekkelijk grote namen: Matz en Philippe Xavier. We geven toe dat dit zevende deeltje onze eerste kennismaking met de heer Tango betreft en dat het dus misschien daaraan ligt maar: dit doet ons weinig. Ons grootste probleem zijn de personages. Die gedragen zich zoals een tienjarige denkt dat avonturiers handelen. Op zich is dat geen probleem en zou dat voor een charmante reeks kunnen zorgen, ware het niet dat de tienjarige die dit bedacht in de jaren vijftig lijkt te leven. We zijn niet echt über woke en de exotische stam in deze strip wordt min of meer respectvol afgebeeld, maar de blanke avonturier die puur voor zijn plezier beslist om op zoek te gaan naar één van hun relieken en tegen het eind van de strip zijn toevallig ook bloedhete advocate ligt te vogelen vinden we toch iets te veel van het goede.
Camille 2 – In vuur en vlam! (Standaard uitgeverij): We trachten bij elke bespreking zo open mogelijk te staan voor alles wat ons vreemd is en dat was zeker nodig voor deze Camille. Deze suikerzoete strip over tieneridool Camille staat immers zo ver als maar kan van onze eigen interesses en leefwereld. Iedereen heeft recht op diens entertainment dus beperken we ons in deze tot de vraag: “Is deze strip goed gemaakt?”. De tekeningen van Renée Rienties zijn alleszins gelikt: manga, actie en emotie. Alles wat een strip als deze nodig heeft, dus? Het scenario is echter tenenkrommend. Op zich steekt het wel goed in elkaar. Maar het cringe gehalte van een 56-jarige scenarist die schrijft voor dertienjarige meisjes is té groot. Het is allemaal nogal “How do you do, fellow kids?” Waarom laten ze dit soort strip niet schrijven door een achttienjarige? Het gebrek aan schrijfervaring zou ruimschoots goedgemaakt worden door het feit dat zo’n jonkie beter weet wat er leeft bij de doelgroep.
Vertongen & Co 41: De vierpotige president (Standaard uitgeverij): Markske wordt ingehuurd door het land Islas Tortillas om hun geëerde president te begeleiden bij zijn staatsbezoek aan België. Bij aankomst blijkt zijne excellentie eigenlijk een ezel te zijn. We kunnen niet anders dan dit soort absurditeiten amusant vinden. Zeker als het antwoord op de vraag: “Hoe komt het dat jullie president een ezel is?” luidt: “Omdat hij de verkiezingen gewonnen heeft.” Wederom een licht verteerbaar en extreem entertainende aflevering van deze familiestrip pur sang.
De rode ridder 280: De monstermaker (Standaard uitgeverij): Johan (De rode ridder) is op zoek naar de man die zijn moeder vermoord heeft. Zijn koning beveelt hem om terug te keren naar het hof. Omdat Johan weigert stuurt de koning een vrouwelijke ridder om hem terug te halen. Als daar maar geen romantische relatie van komt! Terwijl Johan zich richting moedermoordenaar spoedt komt hij onzacht in aanraking met een druïde die vampiers en weerwolven maakt. Scenarist Peter Van Gucht grijpt duidelijk terug naar de Biddeloo- en Clausjaren van de strip. Enerzijds hangt er een hoofs sfeertje, anderzijds worden er Hollywoodmonsters opgevoerd. Ondanks de nogal voorspelbare plotwendingen en de vele ongeloofwaardigheden is dit best wel een vermakelijke strip. We vinden het alleen enorm spijtig dat de uitgever eerst de nieuwe richting van vorige scenarist Legendre min of meer zelf de nek heeft omgedraaid door op dat moment te staan op korte afleveringen van zo’n 32 pagina’s waarin niets verdiept kon worden en nu blijkbaar terug wil naar the good old days.
Jommeke 317: De ruimtereis van Piki (Standaard uitgeverij): Album 74 uit de Jommekereeks, De Kikiwikies, is ons favoriete Jommekesalbum aller tijden. Omdat er in dit 317de album opnieuw Kikiwikies voorkomen, twijfelde de verdediging aan onze objectiviteit en werden wij gewraakt als recensent. Onze excuses daarvoor.
Adler, de tweekoppige adelaar 5: De laatste keuze + Eagle, de tweekoppige adelaar 5: De laatste adelaar (Dupuis): Een strip die zich afspeelt tijdens WOII heeft een serieus goede invalshoek nodig om onze interesse vast te houden. Adler/Eagle had die initieel. De twee nevenreeksen hebben elk hun eigen protagonist, de Duitser Hans en de Amerikaan James, wier avonturen en leven zich met elkander verweven. De gimmick begint echter aan kracht te verliezen naarmate de makers redenen uit hun hoge hoed moeten blijven toveren voor al die toevallige ontmoetingen daalt de geloofwaardigheid. Voeg daaraan toe dat de tekeningen iets te digitaal aandoen, de emoties iets te suikerig en de verhalen iets té vergezocht en je begrijpt dat onze aandacht serieus aan het verslappen is.
F.C. De Kampioenen 127: De geheimzinnige dief (Standaard uitgeverij): Een sjofele orgeldraaier en zijn aapje maken hun opwachting bij de Kampioenen. Tezelfdertijd worden onze favoriete voetballers geteisterd door een plaag van diefstallen. De verdenkingen en verdachtmakingen vliegen uiteraard in het rond en zorgen voor een klassiek hilarisch schimmenspel. Shakespeare, it ain’t, maar De Kampioenen leveren intussen al meer dan 25 jaar degelijke strips af binnen hun genre en dat is slechts weinigen gegeven.