Nieuwe Garde stripmarkt 2023
Artikelen

Nieuwe Garde stripmarkt zorgt voor wrevel en discussie bij oude garde

Afgelopen 11 maart vond de tweede Nieuwe Garde stripmarkt plaats. Het was wederom een groot succes, met meer tafels en meer bezoekers dan vorig jaar, en met dezelfde positieve energie en hetzelfde enthousiasme bij zowel bezoekers als auteurs. We ontdekten dat de gangpaden op een aantal plekken wat te krap waren (passen we aan voor de 3e editie, 9 maart 2024, schrijf maar vast in je agenda), maar dat was slechts klein spatje op een verder zeer geslaagde dag.

Een heel ander geluid kwam van de mensen die niet aanwezig waren: we zouden ons schuldig hebben gemaakt aan uitsluiting. Door het succes van de eerste editie kregen we dit jaar van uiteenlopende uitgeverijen en auteurs het verzoek of ze ook een tafel mochten hebben. Het betrof dan uitgevers en auteurs die niet binnen het kader van de Nieuwe Garde passen. Maar vooral hadden we veel meer aanmeldingen (van jonge stripmakers) dan tafels, dus maakten we een schifting en dat stuitte bij sommigen op onbegrip. Want waarom hij/zij wel en ik/wij niet? Het gevolg was wrevel in de wandelgangen die er vervolgens weer uitkwam op facebook. Niet alleen op onze eigen pagina, maar ook op die van auteur Mark van Herpen. Vooral dat tweede draadje trok veel bekijks bij de ‘oude garde’ zodat in korte tijd een interessante discussie ontstond met voors en tegens, kanttekeningen en nuancering.

Voor de duidelijkheid is het misschien wel goed om nog eens te schetsen met welke gedachte de Nieuwe Garde stripmarkt is opgezet. Het zaadje werd geplant doordat de hoofdredactie van de 9e Kunst zich verbaasde over het feit dat de gevestigde Nederlandstalige stripwereld zo weinig doet met beginnende makers. En dan met name als ze werk maken dat niet helemaal past in de Franco-Belgische traditie. Dat is des te opvallender doordat er al zolang geroepen wordt dat de stripwereld in zwaar weer zit en dat ‘we’ iets moeten doen om het tij te keren. Nieuwe makers in het zonnetje zetten, ligt dan voor de hand, zou je denken, maar dat gebeurt nagenoeg niet. Op de reguliere stripbeurzen krijgt jong talent maar al te vaak een plek tussen de handelaren in tweedehands, waar enkel verzamelaars komen die hen vertwijfeld aankijken of negeren. De eigen, jonge achterban komt niet op dat soort (verzamelaars)beurzen.

Veel lezers die zich de jaren 80 nog kunnen herinneren, willen graag geloven dat de stripwereld nog altijd die laagdrempelige, diverse, inclusieve vrijplaats is van weleer, maar niets is minder waar. De Nederlandstalige stripmarkt wordt al jarenlang getekend door een hegemonie van klassieke verzamelaars. Niets mis met een klassiek Franco-Belgisch stripalbum, we genieten er zelf ook graag van, maar wie wel eens een blik over de grens werpt weet hoeveel diverser het aanbod daar is. Gevolg is dat ‘de stripwereld’, zoals die door veel oudere lezers nog altijd wordt ervaren, allang niet meer bestaat. Jonge makers halen hun inspiratie uit manga, tekenfilms en pop-cultuur, lezen strips off- en online, vooral in het Engels en van over de hele wereld, en schrijven doorgaans over thema’s die jongeren vandaag de dag bezighouden – en dat zijn geen vliegtuigen, piraten of de Tweede Wereldoorlog. Beweren dat deze jonge stripmakers tijdens een beurs in Rijswijk, Breda of Eindhoven in contact komen met makers op wier schouders zij staan, is de plank misslaan met een flinke marge. Niet voor niets zijn mangaliefhebbers en fans van comics en pop-cultuur al jaren geleden hun eigen beurzen begonnen (Abunai, Comic Con, FACTS).

Ook bij het organiseren van de Nieuwe Garde stripmarkt hebben we dus bewust gekozen voor een specifieke doelgroep. Dat ons oog viel op jonge stripmakers komt dus omdat die naar onze mening te weinig worden gezien. Het begon een jaar eerder, met ons plan voor een anthologie om op die manier de zichtbaarheid van nieuwe lichting stripmakers te vergroten. We deden een oproep aan nieuw talent om zich te melden en kregen ruim drie keer meer reacties dan we hadden verwacht. Pas toen ontstond het idee voor een beurs – en het idee van een community.

Tijdens het samenstellen van de anthologie ontdekten we dat jongeren op een andere manier naar strips kijken en die blik komt naar voren in hun werk. Dat heeft een andere vibe en het is vooral die vibe die we als leidraad hebben gebruikt om voor de Nieuwe Garde Markt een schifting te maken. Om die reden waren er ook andere stripmakers welkom bijvoorbeeld uit de hoek van DIY en smallpress. Zo konden we mooi laten zien dat er wel degelijk ook een ‘oude garde’ is die aansluiting heeft met de Nieuwe.

Zo ontstond een soort dwarsdoorsnede die liep van ArtEZ studenten, via jonge makers, naar meer ervaren makers, naar tijdschriften en uitgeverijen en zelfs winkels die op een nieuwe leest geschoeid zijn. En inderdaad, om kaf en koren te scheiden hebben we geen wetboek met vaststaande regels opgesteld. We kozen met oog voor de jonge stripmaker én een publiek, dat kiest voor een andere beleving dan de reguliere stripbeurzen.
Overigens gebeurt dit allemaal in overleg met de jonge stripmakers zelf. Deze editie werd het meeste werk verzet door Melanie Kranenburg en Niek van Ooijen, zelf stripmakers van midden twintig en behept met een feilloze radar voor wat er wel en niet past bij de Nieuwe Garde.

Een belangrijk verschil tussen de makers van de nieuwe garde en die van de oude garde, is dat die eersten zichzelf zien als meer dan louter stripmakers. Bekijk de foto’s van de Nieuwe Garde stripmarkt en je ziet naast stripboeken en small press uitgaven ook buttons, prentjes, originelen, T-shirts, armbanden, speldjes, posters, mini-boekjes, serviesgoed en nog veel, veel meer. Dat levert automatisch een beurs op die voor een breed publiek leuk is, ook als men zichzelf niet ziet als stripliefhebber.

De vrees van de oude garde dat het versplinteren van het publiek de bijl aan de wortels is van de stripwereld, is overigens ongegrond. Het feit dat er inmiddels allerlei stripbeurzen zijn die zich richten op één specifieke doelgroep, betekent dat de diversiteit binnen de strip zo groot is geworden dat daar behoefte aan bestaat. Die ruimte is er ook, dus zie dat als een teken van volwassenwording.

Met andere woorden: ‘de’ stripwereld bestaat feitelijk niet meer. Ieder beleeft die stripwereld op zijn of haar eigen manier. Dat betekent ook dat er net zo goed bestaansrecht is voor beurzen die zich richten op verzamelaars, ze zijn alleen niet langer de norm.

Ruimte voor een beurs die alle verschillende stripwerelden gebroederlijk onder één dak samenbrengt is er misschien ook, maar het betekent wel dat de organisatie ervoor moet zorgen dat alle zuilen een gelijkwaardige plek krijgen. Dat wordt nog een flinke klus, en zonder twijfel ook een grote beurs. Waarschijnlijk zelfs zo groot, dat men moet kiezen wie er een stand krijgt. En dan mag men zich daarna op facebook weer druk maken over wie er allemaal wel, en vooral wie er niet was uitgenodigd. Dat zal de jonge makers van de Nieuwe Garde waarschijnlijk worst wezen. Die zitten immers allang niet meer op facebook.