De zomer is nog niet echt voorbij. De temperaturen blijven hoog en dat lijkt de stripproductie te drukken: het nieuwe aanbod is nog beperkt. Toch hebben we weer een aardige stapel strips voor een vrolijke nazomer. In sneltreinvaart, kritisch en zonder blad voor de mond. Gaan we:
De rode ridder 275 – De bastaard (Standaard uitgeverij): Een oude strijdmakker van de rode ridder vraagt hem om oefenmeester te worden van zijn recalcitrante kleinzoon. De opzet van het verhaal doet geloven dat we met een simpele, misschien zelfs clichématige plot te maken zullen krijgen. Legendre weet echter slim de lezer op het verkeerde been te zetten. Na enkele oneshots keert dit album terug naar een overkoepelende verhaallijn. Dat kunnen we enkel maar toejuichen. Tekenaar Bono kwijt zich goed van zijn taak, ondanks de inkleuring van Dimitri Fogolin die al het halve werk doet.
Penisnijd (Oogachtend): Victor Meijer heeft er de sokken flink in. Na zijn pittige debuut Hondsdol en een soort-van eerste deel uit iets groters (Crocodil Charley) krijgt de striplezer nu een geïllustreerd kortverhaal. In Penisnijd wordt snel en kort een genderdingetje aangestipt: een jongetje draagt dameskleding op een feestje voor volwassenen en raakt verzeild in een discussie met een oudere lesbische vrouw die hem tamelijk grof benadert. Met enkele regels tekst links en een illustratie rechts is het verhaal zo uit: het leest als een anekdote, er zit geen laag onder of gedachte achter. Meijer gaat nu hopelijk een echte, forse, urgente, prachtige en niet te missen graphic novel maken. Hij kan het, de tijd van vingeroefenen is voorbij.
Thorgal, de jonge jaren 10 – Sydönia (Le Lombard): Sveynn, de bloedbroeder van de jonge Thorgal, reist naar zijn thuisland om de kroon op te eisen. Dat zal vermoedelijk niet van een leien dakje lopen dus trouwe Thorgal vergezelt hem. Een vrij saai vertelseltje waarin nogal wat verhaalwendingen er aan de haren bij gesleept worden. Bovendien handelt quasi ieder personage uitgezonderd Thorgal dom, impulsief en bovenmatig agressief. Wellicht moet dat spanning creëren. Alleszins: zonder dat soort karikaturale overdrevenheid zou er geen plot geweest zijn. Toppunt is het ongeveer tienjarige halfzusje van Sveynn dat ongeloofwaardig wreed en intelligent is. En dan zwijgen we nog over haar pratend berenvel.
Op zoek naar de tijdvogel, voor de zoektocht 7 – De vruchtbare archipel (Dargaud): De sprookjesachtige fantasy van Op zoek naar de tijdvogel gaat de romantische toer op. Blijkbaar zijn love triangles passé want zowat ieder personage in deze strip lijkt verliefd op elkaar te zijn in een soort van love-pentagram. Niet dat dat enorm stoort; er is genoeg actie die voor afwisseling zorgt. De grootste pluim is bestemd voor tekenaar Etien. Zijn lijnenwerk, maar vooral zijn krasserige manier van het verbeelden van duisternis (en het feit dat deze reeks een prequel van klassieker op zoek naar de tijdvogel is) maken dat deze strip niet in hetzelfde hokje als middelmatige fantasie moet gaan zitten.
Een geschiedenis van de Velvet Underground (Concerto Books): Prosperi Buri jakkert in Thalys-vaart langs alles en iedereen die iets met de Velvets te maken heeft. Voor fans is er niets nieuws te ontdekken, voor [vul een doelgroep in] is het een strip over Lou Reed die John Cale ontmoet, die samen de rest erbij zoeken, die Andy Warhol ontmoeten, die drugs gebruiken, die muziek maken die niet aanslaat – of toch wel – die ruziën en die naderhand terugkijken op alle gemiste kansen, maar het vooral beschouwen als het hoogst haalbare in de rock ‘n’ roll. Wat de biopic over The Ramones zo genietbaar maakte, mist dit boek: er is veel te veel afstand, het is een uitgetekende Wikipagina. De lezer voelt niets.
Agata 3 – De ster van het zuiden (Glénat): Agata was getuige van een misdaad en wordt nu gegijzeld door een gangster. Gelukkig vindt die haar zo leuk dat hij onderwijl haar ambities als Broadway-ster probeert waar te maken. Haar sullige bewaker valt ook al snel voor haar charmes. De dikke lap tekst op de achterflap is kwistig met wierook en lofbetuigingen. Wij lazen echter een nogal star getekende strip met veel oeverloos gebabbel in de vorm van onnatuurlijk overkomende dialogen die dienen om de plot vooruit te helpen. Pluspunt is wel dat dit het laatste deel blijkt te zijn.
Black Squaw 3 – Le Crotoy (Dupuis) : Waar scenarist Yann de bal misslaat bij Thorgal: de jonge jaren, geeft hij er hier een loeiharde voltreffer op. Bessie, een zwarte vrouw met indianenbloed, is dankzij haar sterke karakter pilote geworden. Dat karakter was nog meer dan nu nodig omdat het verhaal zich afspeelt in 1920. De intriges met Al Capone, zijn broer en de Ku Klux Clan zijn entertainend maar verzonnen. De flashbacks over de opleiding van Bessie zijn echter gebaseerd op waargebeurde feiten. Dat geeft het geheel toch wat meer diepgang en smaak. Voeg daar het zwierige lijnwerk van Henriet aan toe en u begrijpt waarom we met graagte verdrinken in de ogen van deze Black Squaw.
De Schorpioen 14 – Het godengraf (Dargaud): Opnieuw een hitreeks die beter op het hoogtepunt gestopt was. Toptekenaar Marini zag de bui al hangen en gooide na het twaalfde album de handdoek in de ring. Goed nieuws is dat zijn vervanger, Critone, weldegelijk mooie plaatjes kan tekenen. Het scenario is echter zwak en doorspekt met een ton clichés die diepzinnig en/of poëtisch moeten overkomen. Het wordt pas echt potsierlijk als de schorpioen een monoloog over vergankelijkheid en het hiernamaals afsteekt tegen een mummie.
Jules Verne (Menlu): Deel 1 van de avonturen rond de schrijver Jules Verne, als kind. Lekker fris getekend, ruim opgezet met drie stroken per pagina. Kleurrijk, swingend, alles klopt. Waar het uiteindelijk naartoe gaat, is nog spannender: blijft dit jongetje (dat wordt opgevoerd als kleine schrijver) altijd jong? Dan wordt het nog een hele klus om het idee van de wereldberoemde schrijver op de achtergrond levendig te houden. Want wat weten wij eigenlijk van de persoon Jules Verne, behalve dat hij avontuurlijke boeken schreef? Of is hij alleen een kapstok om avonturen aan op te hangen – en had het jongetje (dat overigens zelf nergens zit te schrijven) evengoed Pimmetje Pim kunnen heten? In dit boek de eerste drie verhalen die eerder in Maxix verschenen. De controlegroep van achtjarigen had flink moeite met de Franse woorden.
Dinopark 2 (Standaard uitgeverij): Jurassic Park, maar dan met grappen. Een strip barstensvol weetjes over dinosaurussen afgewisseld met inventieve gags. Leuk ook dat de weetjes en grappen naadloos met elkaar verweven zijn. De tekeningen en personages zijn kleurrijk en levendig verbeeld terwijl de dino’s anatomisch correct lijken te zijn zonder aan expressiviteit te verliezen. We waren vroeger verzot op dino’s maar liepen er in deze strip zelfs nog wat tegen het lijf die we nog niet kenden. Dolletjes!
De zusjes Duizendblad 3 – De schat van Lucie (Dupuis): Deze reeks over drie avontuurlijke zusjes komt met het derde deel op kruissnelheid. De zusjes gaan op vakantiekamp aan zee en ontdekken op een kerkhof het graf van een hun onbekende grootmoeder. Hun zoektocht naar het verleden leidt hen naar een prachtig vervallen villa op een eiland, ze maken kennis met een aangespoelde walvis en doorzoeken een verlaten vuurtoren. Een gevoelig en spannend verhaal dat geen enkel kind onberoerd zal laten en dat bovendien prachtig in beeld gezet werd door Barbucci (Ëkho, de spiegelwereld, Sky Doll).
F.C. De Kampioenen 120 – De snor in de nor (Standaard uitgeverij): Terwijl de Belgische pers in de echte wereld een relletje uitvond en gaande hield over ‘onder het juk van woke gecancelde’ afleveringen van de televisieserie, gaat de stripreeks stug door. Voor wie de televisiereeks niet kent zullen we duidelijk zijn: die bestaat voor het 99% uit hersenloze bagger die onveranderlijk voortspruit uit infantiele misverstanden. Daarom is het des te verrassender dat de stripreeks relatief goed is. Ook in de stripreeks worden de misverstanden ten top gedreven, maar de plots zijn net iets inventiever. Het feit dat er geen rekening moet gehouden worden met budgettaire restricties maakt dat de makers volledig loos kunnen gaan en in een over the top setting als dit lijken de karikaturale personages gewoonweg beter te werken.