De spanningsboog kan niet altijd gespannen zijn. Soms is het tijd voor verstrooiing en dan is het fijn om naar Japan te kijken: er zijn talloze mangatitels die lekker weglezen en die prima te bingen zijn. De keuze in vertaalde manga voor dergelijke gelegenheden is enorm – overigens altijd in het Engels, manga wordt zelden tot nooit in het Nederlands vertaald.
Vanwege het enorme en heel diverse aanbod is niet alles meteen geslaagd. Daarom is een aanbeveling van de Japanse bond van boekhandelmedewerkers iets waar je mee voor de dag kan komen: de koddige reeks A man and his cat van Umi Sakurai viel deze bijzondere eer te beurt. De eerste twee delen zijn intussen verschenen, nieuwe delen komen met een flinke vaart op ons af: in februari deel 3 en in mei deel 4. Leuk om het bij te houden, al zit er op voorhand een addertje onder het gras: omdat het een succes is in Japan, kunnen we er gevoeglijk vanuit gaan dat de reeks jaren en jaren wordt uitgemolken. Dit kan maar zo een serie van dertig delen worden, met ieder jaar vijf delen. Weer een halve meter in je kast. Typisch manga.
In A man and his cat gebeurt niet zoveel. Dat is de charme en het grappige ervan. Een man van een jaar of veertig die steevast onberispelijk gekleed is, ene Kana, gaat op zoek naar een huisdier voor gezelschap en vindt een rare kat in een winkel. Raar, omdat de kat niet past in zijn omgeving: Fukumaru, zoals de kat heet, is een typische, overtrokken manga-creatie met grote ogen en een rare kop. Het beest lijkt in de verkeerde strip beland, omdat de rest van de mensen en dieren redelijk natuurgetrouw zijn uitgewerkt. Dat is één.
De korte hoofdstukjes waar de reeks uit bestaat – ieder boek heeft er vijftien, plus wat extra pagina’s – gaan over eten, een kattenbak, speelgoedjes en alleen zijn. Het si allemaal van een betrekkelijke futiliteit, maar evengoed herkenbaar voor kattenbezitters. Fukumaru’s eigenaar verdiept zich zelfs grondig in de psyche van zijn huisdier door allerlei literatuur te raadplegen, hij neemt het houden van een huisdier werkelijk serieus. Minutieus wordt alles uit de doeken gedaan, ieder detail krijgt alle ruimte om te landen. Dat is twee.
Fukumaru denkt en “spreekt” in een katachtige taal. Hij vindt bijvoorbeeld alle aandacht die hij krijgt ‘purrrrrfect’. Zijn baasje noemt hij ‘Mew’ wat uiteraard ideaal is voor een kat en zo dartelt het verhaal van rechts naar links. De tekeningen van Sakurai zijn schattig en rustig – voor Japanse begrippen. Fukumaru wordt afgebeeld als een soort knuffelbeest en zijn baasje ziet alles altijd met dezelfde grijns aan. Niets lijkt de man van zijn humeur te kunnen brengen. Het is allemaal nogal hetzelfde, vooral omdat er verder niet veel gebeurt in hun beide levens. Dat is drie.
En wat maakt deze vreemde serie nu zo geestig? Het is de combinatie van factoren; het totaalplaatje, zo je wilt. Het wordt de lezer in de openingsscène van deel 1 meteen duidelijk dat Fukumaru weinig vertrouwen heeft in een vrolijke en onbezorgde toekomst. De mensen willen een lieve kitten, geen bol monster met een gekke kop. En dan komt het tóch goed. De lezer – die van de spanningsboog – denkt er nog even het zijne van, maar leest toch door. En dan gebeurt het: dat doorlezen is plezierig, het is grappig, het is aandoenlijk, het is schattig, het is zoals je een soap kijkt of een showbizzprogramma. Precies wat iemand soms nodig heeft.
Is het een topper? Niet per se als je de verhaallijnen volgt, maar de Japanse boekhandelmedewerkers kunnen er niet collectief naast zitten. A man and his cat is zeker iets bijzonders. Het is verstrooiing op een vrolijke manier. Meer niet. Maar ook niet minder.
Umi Sakurai – A Man and His Cat. Square Enix Manga. 2 delen verschenen, deel 3 verschijnt op 23 februari. 144 pagina’s per deel. € 12,99.