Artikelen

Het Stripschap en hun Stripdagen: een tegenvallende stripbeurs, dus spannende tijden en zinnige vragen

In de onlangs verschenen Stripnieuws 87, het verenigingsblad van Het Stripschap, spreekt het bestuur zich in het redactioneel uit over hun teleurstellende Stripdagen van afgelopen oktober. Het zijn naar eigen zeggen spannende tijden, met een tegenvallende beurs in Rijswijk en het ontbreken van een duidelijke toekomstvisie – vooral omdat de stripwereld in rap tempo verandert. Op zoek naar antwoorden stelt het bestuur een trits vragen over De Stripdagen en Het Stripschap. Flinke vragen over uitdagingen, het nut van de vereniging en de toekomst.

Het complete redactioneel van Stripnieuw 87 lees je onderaan dit bericht.

De directe aanleiding van het redactionele commentaar zijn De Stripdagen in Rijswijk. Het bestuur is teleurgesteld over de afgelopen editie, waar het zo stil was dat je er een kanon kon afschieten, zo lazen we in Stripschrift. Ze maakten meteen werk van een grondige evaluatie en zagen gelukkig nog een paar pluspuntjes, maar gaan daar in het redactioneel verder niet op in. In een reflex stelt het Schap dat in de nabije toekomst de nadruk moet komen te liggen op “verbetering, of misschien zelfs een complete make-over van Nederlands oudste en meest prestigieuze stripfestival”. Meest prestigieus? Laten we eerlijk zijn: De Stripdagen van Het Stripschap zijn al sinds begin deze eeuw niet meer gezaghebbend, toonaangevend en vooraanstaand.

Het Schapbestuur probeert nog een logische verklaring te vinden voor de terugval van hun Stripdagen, maar die loopt dood: de stripwereld is sinds de jaren tachtig en negentig ingrijpend veranderd, vooral de samenstelling van het publiek. En dat heeft zijn weerslag op de belangstelling voor het eigen festival. Klopt tot zover. Maar bij andere festivals constateren ze evenwel geen neergang, het moet dus aan iets anders liggen.

Misschien is het eerlijker om Rijswijk niet te vergelijken met Breda of Haarlem, en al helemaal niet met de Dutch Comic Con. Eerder met de stripbeurzen van Gouda en Kampen, die op dezelfde doelgroep mikken: verzamelaars en dédiejagers. Met het verschil dat de buitenbeurzen ook altijd winkelend publiek trekken: mensen die sowieso al in de binnenstad zijn en even een kijkje nemen. Die tref je niet aan in een evenementenhal op een afgelegen bedrijventerrein in Rijswijk.

Dat zou bijvoorbeeld al een verbetering zijn: ga naar buiten, gok op lekker weer en de aanloop van winkelend publiek. Maar is dat “nodig”, zoals het bestuur stelt? Nee, niet als je grotere ambities hebt dan alleen maar een stripbeurs te organiseren (“de uitdaging waar Het Stripschap zelf voor staat”, zoals het bestuur het samenvat). En daarmee gaat dit redactioneel ineens de diepte in.

De vragen in het redactioneel bewegen namelijk twee kanten op. Enerzijds gaan die over De Stripdagen, anderzijds over Het Stripschap zelf. En ergens is het logisch dat ze het breder trekken, want als we kijken naar wat Het Stripschap de afgelopen decennia nog werkelijk doet “om de waardering te bevorderen voor het beeldverhaal in het algemeen en het Nederlandse beeldverhaal in het bijzonder” dan is dat voornamelijk teruggebracht tot het organiseren van Stripdagen, het uitgeven van verenigingsblad Stripnieuws en het regelen en in gang zetten van de jaarlijkse Stripschapprijs.

Je zou kunnen zeggen: zonder Stripdagen ontneemt de vereniging zich van een heel belangrijke manier om nieuw publiek te bereiken. Tegelijkertijd is het algemene publiek al lang geleden afgehaakt en zijn de Stripdagen er nog voornamelijk voor de steeds kleiner wordende groep stripliefhebbers, leden en intimi. Zonder Stripdagen krijgt het Stripschap het karakter van een besloten ledenvereniging. Vraagt het Stripschapbestuur daarom of hun missie misschien is vervuld? Nog los van de curieuze vraagstelling; hinten ze hier op een opheffing van de vereniging?

Zo gek klinkt dat overigens niet: Een paar jaar geleden stelde een actief lid tijdens een algemene ledenvergadering de vraag of Het Stripschap nog wel bestaansrecht had. Uiteraard wel, concludeerde het bestuur, al werd in de verslaglegging (die online is terug te lezen) niet echt duidelijk waarom. Later gaf voorzitter Welleman bij Robin Vinck in diens Stripjournaal podcast ongeveer eenzelfde antwoord op die vraag. Uiteraard was het Stripschap nog nodig: “We kunnen namelijk nog steeds worden wat we ambiëren”.

Het Stripschap zoekt al jaren naar antwoorden en oplossingen. In dat opzicht vertelt het redactioneel niets nieuws. Ergens weten ze van hun achilleshiel: er zijn niet genoeg mensen en middelen. Dat zag je toen het Schap vijftig jaar werd: allerlei plannen, maar niemand die het regelde, tot het uiteindelijk afgeblazen werd. De Bronzen Kroontjespen, de prijs voor aanstormend talent, werd al na één keer geschrapt omdat niemand het oppikte. Logisch, niemand wist ervan. De publiciteit rondom De Stripdagen is al jaren mager: laat, onvolledig, onhandig. Alles moet altijd met veel te weinig middelen, met te weinig tijd en dus nooit voluit. Niet onsympathiek, want ze roeien met de riemen die ze hebben. Toch kán het anders. Sta ons toe een voorzetje te geven, vanuit goede bedoelingen, bij wijze van antwoord op de vragen. Zoals het bestuur het redactioneel immers zelf afsluit: “Jouw bijdrage aan deze discussie wordt zeer op prijs gesteld.”

Ten eerste: bepaal voor wie je er bent. Kijk eens naar de leden van de vereniging.

Wees eerlijk tegen jezelf en naar je achterban. Je hoeft als Stripschap bijvoorbeeld niet jeugdig te doen, je hoeft niet iets met manga te willen of met LHBTQI+. Je achterban is 50+ en zit daar helemaal niet op te wachten. Zij zitten op Last Dodo en de Getekende Reep, lezen stripspeciaalzaak.be (en wellicht 9ekunst.nl) en gaan af en toe naar de stripwinkel. Zij zien De Stripdagen als ontmoetingsplek, voor signeersessies, gelimiteerde beursedities en om enthousiasme voor het beeldverhaal te delen. En daar is niets mis mee. Dus ga eens kijken hoe je er maximaal voor die groep kan zijn.

Ten tweede: herformuleer je doelen. Vind jezelf opnieuw uit.

Het Stripschap zou best kunnen beginnen met het herformuleren van hun doelen. Zet de ramen open, laat de frisse lucht toe! Niemand verwacht het grootste, meest meeslepende van de vereniging. Het allesomvattende en urgente van de oprichtingsjaren ligt allang achter ons. Het bestuur zegt het zelf: alles is anders geworden. Zoek dus in deze nieuwe werkelijkheid naar een plek voor jezelf en positioneer je in een rol die je past.

Zomaar een idee voor een herpositionering: “Het Stripschap houdt zich van oudsher bezig met de waardering van het beeldverhaal. Tegenwoordig legt de vereniging zich toe op het in stand houden van de kennis van de klassieke, Franco-Belgische strip en het Nederlandstalige culturele striperfgoed. Daartoe organiseert de vereniging interessante, inhoudelijke evenementen, ter promotie, appreciatie en conservatie van het beeldverhaal. Ook zet de vereniging zich in voor publicaties op het gebied van striperfgoed en draagt zij met kennis en daad bij aan exposities.”

Het bovenstaande is uiteraard een idee. Ten eerste is erfgoed een hot topic en bovendien is het hard nodig om alle kennis niet verloren te laten gaan. Een mooie, nuttige taak voor Het Stripschap dat immers al sinds 1967 midden in de vaderlandse stripwereld verkeert. Als Het Stripschap het niet doen, wie dan wel?

En zo zijn er vast nog een handvol andere invalshoeken en mogelijkheden voor Het Stripschap. Het punt is vooral dat je met een koerswijziging laat zien dat de vereniging meebeweegt met de veranderende stripwereld. Je bent zo relevant als je jezelf ziet. Een club die met alle winden meewaait en iedereen probeert te bereiken, heeft geen eigenheid.

Ten derde: durf een keuze te maken. Maak duidelijk wie je bent.

Kies er als belangenvereniging voor om het striplandschap te verbreden. Zoals het bestuur terecht stelt: is er behoefte aan nog een stripfestival dat op dezelfde leest is geschoeid als al die andere festivals? (en waarvan je je evengoed kunt afvragen of die nog wel van deze tijd zijn). Het antwoord ligt eigenlijk al in de vraag besloten. In plaats van met een paar cosmetische aanpassingen door te modderen in de hoop dat het weer goed komt, is het beter om voor een helder verhaal te kiezen en het roer om te gooien. Een paar stapjes terug, nadenken over een nieuwe koers en daar met elkaar voor gaan.

Zoveel hoeft er uiteindelijk niet te veranderen. Het Stripschap kan prima aanhaken bij alle andere festivals die er zijn; met een stand, met een verhaal, met een expo of een lezing. Het voorkomt teleurstellingen zoals de afgelopen editie van Rijswijk, en de zekerheid dat je over een paar jaar opnieuw moet vragen of je er nog wel toe doet.