Artikelen

Springlezend: strips lezen is ook lezen

Je voelt je wel eens een pipo als je met mensen uit het boekenvak over strips praat. Dat ze toch een beetje raar opkijken als je het ineens over een strip hebt. Iemand zei eens: “Tja, strips. Dat staat gewoon niet zo op ons netvlies. Daarom doen we er eigenlijk nooit iets mee”. Ze keek even naar een denkbeeldige horizon, om het gesprek daarna terug te leiden naar de reden van ons samenzijn: oplossingen aandragen voor de ontlezing.

Even kort dan. We lezen steeds minder, vooral jongeren. Alles en iedereen is er debet aan, behalve het boekenvak zelf. Maar, zegt men dan, het is nog niet te laat. Om het tij te keren worden er om de haverklap ideeën, projecten en websites gelanceerd die de jongere “massaal” aan het lezen moeten helpen. Stichting Lezen (“lees je nu, lees je later”) is de drijvende kracht achter de meeste van die plannen. Je kent ze vast allemaal: Boekstart, de kinderboekenambassadeur, de Weddenschap, Nederland Leest Junior, Voorleesdagen, de Inktaap, en zo zijn er nog een paar. De nieuwste aanwinst heet Springlezend, een literaire leescampagne die de jongeren nu écht aan het lezen gaat helpen. Wat een gekke naam, zul je denken, maar het is compleet logisch: Lezen laat jongeren groeien. Ze gaan met sprongen vooruit. Dát is springlezend!

De foto’s van de publicitaire aftrap beloven veel goeds: twee kinderen in een oversized T-shirt van Springlezend, geflankeerd door onder andere Abdelkader Benali (met petje op de glanzende kruin) en Ronald Giphart – van bouwjaar ’65, die volgens Wikipedia bekend werd met een boek uit 1992. Geeft allemaal niks natuurlijk: als je de kinders maar aan de boeken krijgt. In Benali’s geval: zijn laatste boek, Moeder en zoon, wordt aangeprezen als een reis door de diepe emoties die ons binden aan wie we zijn en wat we willen zijn. Yup, echt iets voor prille tieners.

De mevrouw van de horizon zwaait met haar wijsvinger. Zij weet wat het is met de jeugd. Die moet je gewoon een handje helpen. Zodra de jongere namelijk ziet dat een favoriete vlogger, rapper of influencer leest, dan is die niet meer te houden. Dan is het vanzelf vet cool. Daarom riep twee jaar geleden nota bene het literaire dwaallicht Famke Louise (“Ik heb respect voor corona”) dat we met ons allen moesten gaan lezen, weet je. De campagnestrategen die dit soort figuren aandragen, vinden strips kinderachtig en niet geschikt voor een leesbevorderende campagne. “Bij lezen denken we toch meer aan een echt boek”.

Je blijft vriendelijk, want eigenlijk gaat het er niet alleen om of er wel of geen strips in het ontleesaanbod zitten. Het is vooral de halsstarrige houding van het boekenvak als het om oplossingen voor de ontlezing aankomt. Je zou ze willen zeggen: Jongeren lezen best wel, maar niet van die kutboeken waar jullie steeds mee aankomen. Als je echt iets aan de ontlezing wil doen, laat de doelgroep dan zelf bepalen wat ze willen lezen. En ja, misschien kiezen ze dan wel voor een boek van Benali (haha). Maar als ze liever fantasy lezen of een biografie, laat ze lekker. En als ze strips willen lezen van Van Dongen, Hicks, Oseman, Burns, Clowes, Stok of De Jongh, dan is daar niks mis mee. Als je écht de ontlezing wil afremmen, boeit het toch een stuk minder wát ze lezen, áls ze maar lezen, toch?

Ergens heb je het idee dat er heel andere motieven spelen. Dat het een of ander commercieel doel dient: dat van de grote uitgevers die gewoon boeken willen verkopen. Dat het eigenlijk niet om een leescampagne gaat maar om een literaireboekencampagne. Daarbij past het niet om jongeren vrij te laten in hun keuze.

Liever buigen ze een beetje naar de doelgroep toe. Ze zetten een literaire auteur met een petje tussen de jongeren en ze bedenken er een yell, een vlog en een campagne omheen. Misschien klinkt dat te streng en zijn de bedoelingen echt nobel, maar wie de strip zo stelselmatig weghoudt van leesbevorderende campagnes heeft op z’n minst de schijn tegen.

Het is te makkelijk om te wijzen en het daarbij te laten. Daarom bied ik me aan om in gesprek te gaan met de instanties. Ik wil u vertellen hoe ik altijd stripboeken heb gelezen en ben blijven lezen, ook romans, poëzie en wat al niet. Het hele idee van tijd vrij maken voor een boek is volgens mij de essentie. Lezen moet in je systeem gaan zitten. Tuurlijk, ik kan ook Netflixen, scrollen of de hort op, maar lezen is er bij mij ingesleten: ik wil het graag, het is ergens vroeger een onderdeel van mijn leven geworden en gebleven. Dát is waar het om gaat. En als je de harten van nieuwe lezers kunt winnen met strips, dan moeten we dat zeker ook doen.

En nee, ik ga niet met een petje op tussen de pubers staan.


Deze tekst verscheen in aangepaste vorm eerder als column in Zone 5300