Strips

Tardi zet zijn echtgenote op een voetstuk in Elise en de nieuwe partizanen

Elise en de nieuwe PartizanenJacques Tardi heeft al heel wat meesterwerken op zijn naam staan. Hij maakte school met zijn pastiches op oude feuilletons, veroverde een groot publiek met zijn sfeervolle verstrippingen van politie- en detectiveverhalen en vergaarde roem met zijn veel bekroonde  anti-oorlogsstrips. Tardi vernieuwde het beeldverhaal, en de aankondiging dat hij in de herfst van zijn carrière zich nog eens zou wagen aan een dik album over sociale ongelijkheid, de revoltes in de jaren ‘60 in Parijs en de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog beloofde veel goeds. Het zijn thema’s waar hij normaal wel raad mee weet. Maar helaas is Elise en de nieuwe partizanen een tegenvaller.

Het nieuwe boek van Tardi is geen verstripping van een bestaande roman, zoals hij die vaker maakte, noch een goed scenario dat hij bewerkte. Elise en de nieuwe partizanen is een album dat hij maakte met zijn echtgenote Dominique Grange die haar autobiografie in stripvorm wilde vertellen. Zij verzorgde het scenario, hij de tekeningen. Nou heeft het leven van Grange voldoende aanknopingspunten voor een meeslepend verhaal met een sociale boodschap zoals Tardi ze graag vertelt.

Elise en de nieuwe PartizanenGrange was protestzangeres in de roerige jaren ‘60 (haar nummer Les nouveaux partisans is een catchy protestmars waarmee je vrolijk de barricaden op marcheert), was actief bij een maoïstische organisatie die stakingen organiseerde en een revolutie wilde voorbereiden in Frankrijk. Na begin jaren ‘70 een gevangenisstraf te hebben uitgezeten, besluit zij met haar toenmalige vriend de clandestiniteit in te gaan om ondergronds haar revolutionaire werk voort te zetten. Helaas verandert de wereld om haar heen sneller dan zij en ze blijven uiteindelijk zonder organisatie achter. Om het hoofd boven water te houden, besluit Grange strips te vertalen. Zo ontmoet ze Tardi met wie ze uiteindelijk in 1983 trouwt en met wie ze vier kinderen uit Chili adopteert.

Elise en de nieuwe PartizanenElise en de nieuwe partizanen begint als stemmig en indrukwekkend tijdsbeeld van het Frankrijk in de jaren ‘50. De sociale ongelijkheid en de onderdrukking van migranten in het land worden in een paar pagina’s treffend neergezet op een manier zoals we die van Tardi kennen, vol indrukwekkende knuppelpartijen door de politie. Maar als je net op het puntje van je stoel zit, begint Grange haar eigen levensverhaal te vertellen. En dan gaat het mis op twee fronten. 

Ten eerste springt Grange van de hak op de tak. Het verhaal verspringt meermaals onnodig in de tijd en Grange dist een oneindige reeks extreemlinkse facties en organisaties op waar ze zijdelings bij betrokken was met evenzoveel stakingen en protesten. Dat gebeurt met weinig gevoel voor de lezer die zelf maar wordt geacht voor alle benodigde achtergrondinformatie elders op zoek te gaan. En waar heel veel pagina’s worden besteed aan eindeloze feitjes met plaatjes, gaat het veel te snel voorbij aan wat Granges leven voor de buitenwacht de moeite waard maakt. In de beschreven jaren maakt ze amper enige karakterontwikkeling door en worden haar zielenroerselen slechts klinisch beschreven.

Elise en de nieuwe PartizanenTen tweede is Granges scenario een soort heiligverklaring geworden van haarzelf. Zij is de oprechte mens die strijd tegen het kwaad. En daarin slaat ze door. Alles wat ze doet is geweldig en rechtvaardig, elke agent of functionaris is een fascist of minimaal gecorrumpeerd. Het is allemaal zo zwart-wit, dat het hier en daar domweg onleesbaar wordt. Pas in haar nawoord neemt Grange met een heel voorzichtige zin afstand van Mao Zedong. Want ja, het liep toch niet zo lekker in China als zij destijds dacht. Maar verder kent het album geen enkele diepgang.

Tekenend is dat ze in haar nawoord schrijft dat Elise en de nieuwe partizanen geen echte autobiografie is, maar dat ze bepaalde dingen verzonnen heeft. Dat geldt in elk geval voor de namen, want zichzelf noemt ze Elise en haar partner van destijds Simon. Maar die naamsveranderingen en de verklaring dat het boek deels geromantiseerd is, lijken vooral een excuus om geen verantwoording te hoeven afleggen voor wat ze in naam van ‘een rechtvaardige revolutie’ allemaal uitspookte dik vijftig jaar geleden. Waar waren bijvoorbeeld alle molotovcocktails voor bedoeld die bij Elise/de schrijfster thuis in elkaar werden geknutseld en waarbij ze gewond raakt door een dom ongeluk? Net zo min legt ze verantwoording af voor al het geweld en de gijzelingen waar de organisaties die zij steunde voor verantwoordelijk waren. Dat is een zwaktebod.

Met iets meer grijstinten en iets minder achterhaalde propagandateksten van weleer had Elise en de nieuwe partizanen absoluut een sterk album kunnen opleveren. Daarvoor biedt het verleden van Tardi’s vrouw voldoende aanknopingspunten. Maar helaas heeft Grange zó een rechtlijnige lofzang op zichzelf gemaakt, dat het album onverteerbaar is geworden. De sfeervolle tekeningen van Tardi kunnen nog een reden zijn om het aan te schaffen, maar het album ook echt uitlezen, dat doe je niet voor je lol.

Dominique Grange en Jacques Tardi – Elise en de nieuwe partizanen. Silvester. 174 pag. harde kaft. € 39,95