Artikelen

Polle laat zien dat er nog altijd plek is voor kinderstripmagazines

Polle-6-cover
Polle 6 (omslag) door Tor Freeman

Kinderen zijn als vanouds verbonden met strips en stripmagazines. Europa’s uitgeversmarkt bulkte rond het begin van de twintigste eeuw van de bladen die de lezer trachtten te verleiden met foto’s en beelden. Kinderbladen specifiek poogden het opvoedkundige aan het aangename te koppelen. We zouden het haast vergeten maar stripmagazines vormden één van de weinige, goedkope vrijetijdsproducten voor kinderen in de eerste helft van de twintigste eeuw, tot radio en televisie het stripblaadje van zijn troon zouden stoten. (Niet) Verbazend dus dat er honderd jaar later weinig Europese stripmagazines voor kinderen te vinden zijn. Prentenboeken en cross-over hardcovers halen het blijkbaar van het wekelijkse, of maandelijkse leesblad, misschien ook omwille van het vluchtige karakter.

Gelukkig zijn er uitzonderingen op de regel. Voorbeelden die genoemd kunnen worden zijn het Nederlandse kinderstripmagazine Brul, het Engelse weekblad Phoenix, het Catalaanse CavallFort (vanaf 8 jaar, met een versie voor de allerkleinsten vanaf 4 genaamd Tatano), Anorak Magazine dat kindertekeningen publiceert en een podcast heeft, het Italiaanse Internazionale Kids dat strips combineert met internationale nieuwsberichtgeving op kindermaat (het Spaanse equivalent hiervan is La Leche) en tot slot het Duitse magazine Polle. Ik had het genoegen er een aantal proefexemplaren van opgestuurd te krijgen en vind het de moeite waard om dit met een Nederlandstalig publiek te delen. Wat is er zo speciaal aan? Polle brengt uitsluitend stripverhalen en maakt wat van die strips. Het blad introduceert kinderen tot internationale stripmakers, vertaalt die naar het Duits en verder hecht het ook veel belang aan muziek en geluid.

Polle is het geesteskind van Ferdinand Lutz (Keulen) . Ik vond het de moeite waard om de bedenker uit te horen over zichzelf en zijn kinderstripmagazine.

Achteromslag door Ferdinand Lutz

Ferdinand, kan je ons vertellen over je voorgeschiedenis en hoe je een kinderstripmagazine bent beginnen maken?

Ik begon al op vroege leeftijd met verhalen schrijven en strips tekenen. Als tiener verdiende ik mijn eerste zakgeld door teksten voor striptekenaars te schrijven (voor het Duitse MAD magazine of de krantenstrip Käpt’n Blaubär). Toen ik iets totaal anders ging studeren – politieke economie en sociologie – omdat ik diplomaat wou worden, bleef ik toch strips schrijven en tekenen. Op een bepaald punt belde een collega me om me te vragen of hij me mocht aanbevelen. Dein Spiegel, de kindereditie van Der Spiegel, zocht een striptekenaar voor 5 pagina’s per maand. Dat was een behoorlijk grote uitdaging die ik onmiddellijk aannam. 5 pagina’s per maand, dat zijn 60 pagina’s per jaar, het equivalent van drie Asterix albums in twee jaar – zowat het productieniveau van Goscinny en Uderzo op hun hoogtepunt. Op zeker moment haakte ik af van mijn Masteropleiding en concentreerde ik me alleen op strips tekenen. Het is nooit mijn intentie geweest om strips voor kinderen te maken, het viel me gewoon te beurt. Ik vond het erg leuk om te doen en zag dat er potentieel in zat: dat ik de zaken anders zou aanpakken dan voor mij gedaan was.

Polle 6
Der verschwundene Magier door Tor Freeman

Hoe is de Duitse stripmarkt in het algemeen en wat is de (sociale) positie van kinderstrips? In de VS, Frankrijk en blijkbaar ook in Duitsland, zijn kinderstrips vooralsnog succesvoller dan in Nederland of België. Bovendien zijn het hier vooral klassieke Frans-Belgische strips, terwijl er een progressiever aanbod lijkt te bestaan in die eerstgenoemde landen. Een goed voorbeeld is jouw eigen Q-R-T, een kinderstrip met harde kaft van zo’n 100 pagina’s op een formaat iets groter dan A5.

Dat is een erg interessante vraag. In Duitsland werden en worden strips nog steeds nauwelijks erkend. Terwijl (vanuit mijn perspectief) strips een deel van de cultuur zijn in het Frans-Belgische gebied. Daar worden ze verslonden door jong en oud, zijn er stripmusea en geven volwassenen toe dat ze strips lezen. In Duitsland hebben strips nog altijd een beetje vage reputatie. Het werd lange tijd als trash of kinderspul gezien – en tegelijkertijd werd kinderen ontraden strips te lezen en eerder iets “deftigs” te kiezen. Dat kan te maken hebben met een typische Duitse “uptightness” en de overtuiging dat iets dat toegankelijk is geen kunst kan zijn.

Polle 6
Kinky & Cosy door Nix

Dankzij de term “graphic novel” en de doorbraak van vrouwelijke auteurs werd het kitscherige imago van strips enigszins doorbroken. Tegelijkertijd ontstond daardoor ook een kloof tussen strips voor kinderen en strips voor volwassenen. Ik ben geen voorstander van dat onderscheid. Strips als Kuifje, Robbedoes of Lucky Luke zijn voor alle leeftijden. Dat geldt ook voor alle kinderstrips die ik zelf maak of die we uitgeven in Polle. Ze worden net zo goed geconsumeerd door volwassenen.

Hoe kwam je op het idee voor het stripmagazine en hoe besliste je over praktische zaken zoals het format, het aantal pagina’s, de leeftijdscategorie en de frequentie (Polle verschijnt halfjaarlijks)?

Ik kende stripmagazines als Spirou al en het principe dat auteurs in een stripmagazine series kunnen uitproberen die dan later als albums worden uitgegeven (mits zij, de lezers en de uitgever het een succes vinden). Door mijn werk voor Dein Spiegel was en ben ik in staat iets gelijkaardigs te doen, maar dat was en is een absolute uitzondering in Duitsland. Het bestaat eigenlijk niet en er was dus absoluut behoefte aan bij stripmakers. Maar ik zag die behoefte net zo goed bij lezers.

Ik groeide zelf op met Micky MausMagazin, met daarin altijd dezelfde personages die dezelfde dingen meemaken in de meest gelijkaardige tekenstijl mogelijk met dezelfde ‘Disney mentaliteit’. Waarom geen magazine maken waarin je allerlei stijlen en verschillende soorten verhalen kunt vinden? Hoe kan je kinderen vertellen dat diversiteit iets goeds is, als je hen een homogene eenheidsworst aanbiedt in die magazines? Ik begrijp dat kinderen net als volwassenen series en terugkerende personages willen zien, maar dat is niet onverenigbaar met diversiteit.

Polle 6
Redactionele pagina’s, met een interview met Wauter Mannaert en een strip door Ferdinand Lutz en Dominik Wendland

Samen met mijn beste schoolvriend, de muzikant en sound designer Dominik Merscheid, lees ik al zo’n zes jaar voor uit eigen boeken. Deze samenwerking betekent dat we vaak tezamen op weg zijn, en zo vertelde ik hem ooit over mijn wens een stripmagazine te maken. We dachten daar verder over na tot we Jakob Hoffmann in Frankfurt ontmoetten. Jakob organiseert veel stripevenementen in Frankfurt, hij is erg communicatief en heeft goede contacten in culturele instellingen – dus vroegen we hem of hij ook wilde meedoen. Met zijn drieën zijn we met Polle gestart. Inmiddels maakt ook Wiebke Helmchen deel uit van de redactie, zij is freelance redacteur.

Je zei zojuist dat je merkte dat er bij het publiek behoefte was aan een magazine als Polle. Hoe heb je dit ontdekt?

Het eerste nummer van Polle was een soort test om te zien hoe iets dergelijks er kon uitzien. Het verscheen in een A5-formaat, telde 36 pagina’s en werd gefinancierd via crowdfunding en toen bleek de behoefte bij het publiek overweldigend. We kregen massaal feedback en besloten voor een groter formaat te kiezen met meer pagina’s. De eerste drie nummers kwamen onregelmatig uit. We zochten naar geld en hadden nog geen vaste structuur. Op een bepaald moment vond ik een uitgeverij (Péridot). Daarop investeerde ik eigen geld en sindsdien bieden we Polle aan als abonnement.

Polle 6
Nie Genug door Sven van Thom en Mawil, met een QR-code voor de bijbehorende muziek

Op dit moment wordt Polle halfjaarlijks gedrukt. We weten dat dat voor kinderen een eeuwigheid is, maar het is niet eenvoudig om goed materiaal te verzamelen. Alle bijdragen aan het magazine worden bovendien betaald, maar ikzelf, als uitgever, nog niet en ik moet ook inkomsten bijeen zien te krijgen. We hopen dat als kinderen geïnteresseerd zijn in Polle, ze ook de vorige nummers willen hebben. Die houden we beschikbaar. De nummers bouwen niet voort op elkaar, ze zijn tijdloos.

De doelgroep bestaat uit kinderen vanaf 8 jaar, dat is van het moment dat kinderen zelfstandig kunnen lezen. Maar vele volwassenen lezen en houden ook van Polle, dat is ook iets wat (kinder)strips goed maakt, dat ze niet alleen interessant zijn voor kinderen.

Hoe bepaal je of iets past bij een bepaalde leeftijd of doelgroep? Ik vind het interessant dat Polle plaats maakt voor zoveel stijlen en dito genres. Zo is er in het zesde nummer een detectiveverhaal van Tor Freeman (funny-animal alert) maar ook een zoekplaat (in het poëtische Duits heet dat een “Wimmelbild”) van Helene Lespagnard, een interview met Wauter Mannaert, een strip van Thijs Desmet, fragmenten uit Brecht Evens’ Idulfania. Daarmee toont Polle zich niet pedagogisch: Idulfania schept bijvoorbeeld een groezelig grimmig humoristisch sprookje dat nauwer aansluit bij Louis Paul Boon dan bij K3.

In mijn eigen kinderstrips, die uitgegeven zijn bij Reprodukt, probeer ik altijd verhalen te vertellen die mij als volwassene interesseren, maar die zo levendig en begrijpelijk zijn gemaakt dat ze ook boeiend kunnen zijn voor kinderen. Ik herinner me nog heel goed dat ik als kind nooit het gevoel had dat ik iets niet begreep. Kinderen zijn voortdurend bezig de wereld rondom hen te bevatten. En ze merken het op als je hen niet serieus neemt, of niet uitdaagt. Een stripmagazine als Polle biedt kinderen gevarieerde stijlen en verhalen aan. Het is niet nodig dat iedereen van alles houdt, maar dat er voor iedereen iets tussenzit.

Polle 6
Schattenspringen door Ute Wegmann en Julia Kluge

Je sprak hiervoor al over de crowdfunding voor het eerste nummer. Hoe vergaar je een budget om de nummers te publiceren? Het laatste nummer werd gesponsord door Literatuur Vlaanderen.

Voor Polle #5 en #6 ontvingen we voor de eerste keer financiële steun van culturele instellingen. We weigeren advertenties op te nemen (net zoals Biscoto), omdat ik het simpelweg onethisch vind om kinderen tussen de wonderlijke strips door aan te porren tot consumptie. Polle wordt klimaatvriendelijk en neutraal geprint in Duitsland, wordt plasticvrij verscheept, we proberen iedereen eerlijk te vergoeden en zijn bewust bezig met duurzaamheid. Onze servers draaien op groene elektriciteit en Péridot maakt gebruik van een duurzame bank. De stripmakers worden betaald, maar behouden alle rechten over hun werk en kunnen dus boeken maken van hun eigen strips. We proberen dus ook duurzaam te zijn op die manier.

Vanuit financieel oogpunt is werken zonder advertenties natuurlijk onverstandig. Dankzij advertenties zijn de meeste magazines al gefinancierd nog voor er één enkel exemplaar verkocht is. Polle moet zichzelf terugbetalen door louter verkoop. Daarom zijn samenwerkingen met culturele instellingen geweldig. We hopen op meer van zulke initiatieven. Het is ook mogelijk een steunabonnement te nemen. Dan betaal je elk nummer iets extra’s. Dit heeft het mogelijk gemaakt dat we de enorme stijging van de prijs van papier enigszins het hoofd kunnen bieden.

Polle 6
Auf Umwegen im Universum door Thijs Desmet (links) en Nika, Lotte, Mangold door Thomas Wellmann (rechts)

En lukt het op die manier om Polle levensvatbaar te maken?

Momenteel printen we van elke Polle 3.000 exemplaren. Die verkopen over een periode van 2 à 3 jaar. Dat is geen sensationeel succes, maar toont wel dat er interesse is. Alle illustratoren en medewerkers worden betaald, alleen ik heb als redacteur, vormgever en uitgever tot dusver nog niets aan Polle verdiend. Maar ik vertrouw erop dat dit over een jaar mogelijk zal zijn.

Jullie magazine voegt een extramediale ervaring toe aan het al multimediale medium strip: zo combineren jullie beeld en tekst ook met geluid. Dat lijkt erg hedendaags, maar heel Europa kende eeuwenlang rondtrekkende volkszangers die aan de hand van sequentiële prenten en muziek een verhaal vertelden met versjes om hun hersenen te ondersteunen. Ook Polle biedt een soort hoorspel aan via een QR-code (de lezer kan de strip lezen en gelijktijdig luisteren), of er zijn liedjes, soms met muzieknoten of partituur, aangepast tot een strip, of een gedicht. Hoe en waarom maken jullie een audiovisuele ervaring van strips?

De audiovisuele component komt van Dominik en mijzelf. We maakten al radiospelen toen we kind waren. Dominik deed de muziek, ik schreef de verhalen en we spraken samen alle rollen in. Vandaag als volwassenen doen we niets anders. Het is een magisch middel voor beginnende lezers: ze kunnen de strip in Polle lezen terwijl het hen voorgelezen wordt. Op deze manier begrijpen ze hoe ze mentaal een tekst kunnen verlevendigen. Hoorspelen zijn een deel van de Duitse cultuur, meer dan in andere landen.

Polle 6
Bäckerei International door Wauter Mannaert

Over andere landen gesproken: vanwaar jullie interesse om kinderstrips uit andere landen te plaatsen? Zijn jullie eigen strips al vertaald?

We geloven dat een mix erg belangrijk is in Polle: we willen bekenden en onbekenden, stripmakers uit Duitsland en van over de hele wereld brengen. We schrijven hen simpelweg aan en meestal kennen we wel iemand uit de stripwereld die de taal kan vertalen of doen we het zelf. Tot dusver is er nog geen buitenlandse uitgever geweest die Polle wilde uitgeven in een andere taal, maar het is zeker een interessant idee.

Hoe zijn de reacties op Polle? Weten jullie wat lezers van jullie blad vinden?

De tijden van lezersbrieven zijn helaas voorbij, maar telkens weer krijgen we via e-mail bestellingen waarin mensen zeggen dat het hele gezin Polle leest. Of ouders posten over Polle op Instagram. De feedback op het huidige nummer is de beste tot nu toe, we krijgen erg positieve, opbouwende feedback. Andreas Platthaus, bijvoorbeeld, een belangrijk striprecensent in Duitsland (journalist voor de FAZ ofwel de Frankfurter Allgemeine Zeitung en auteur van meerdere boeken over strips), recenseerde Polle meerdere malen en schreef de memorabele zin: “Een betere introductie tot strips lezen bestaat er momenteel niet voor kinderen in Duitsland.” Dat is natuurlijk een waanzinnige quote.

Polle 6
Rosa und Louis door Ferdinand Lutz met QR-code voor de gesproken strip