Strips

Shortcuts: De surreële en vertellende kracht van Moebius blijft inspireren

Het klinkt vreemd om te zeggen dat de ster van Moebius nog altijd rijzende is, maar niets is minder waar. Jean Giraud, die zijn werk afwisselend ondertekende met Gir (voor bijvoorbeeld zijn westernreeksen, waaronder Blueberry) en Moebius (voor zijn meer experimentele werk), overleed immers in 2012. Sindsdien is er veel aandacht voor zijn oeuvre, dat even omvangrijk als groots is. De invloed van Giraud strekt zich uit over de hele stripwereld, sinds de vroege jaren zeventig tot ver na zijn dood.

Hij zette de standaard voor de hedendaagse westernstrip. Zijn epigonen, onder wie vaandeldrager Ralph Meyer (Undertaker), laten er geen misverstand over bestaan: zij zijn schatplichtig aan Gir. Van lijnvoering tot verhaalgegeven, alle tekenaars hebben ooit met bewondering het werk van Giraud (geboren in 1938) bestudeerd. En niet alleen aan makerszijde: ook stripliefhebbers waarderen zijn westerns meer dan gewoon, getuige het succes van de luxe heruitgaven van oude Blueberry-titels in zwart-wit en op groot formaat. Uitgeverij Sherpa, verantwoordelijk voor de perfecte bezorging van deze albums, heeft goed in de smiezen dat de tekeningen van Gir op zichzelf al adembenemend zijn, met alle details, arceringen en rake lijnen. Sieraden, niets minder.

Onder zijn alias Moebius werkte Giraud aan een heel ander oeuvre, één dat beduidend minder toegankelijk is: het zijn vreemde verhalen vol curieuze plotwendingen en situaties. Het zijn stonede toestanden, vaak zonder begin en eind, waarbij de lezer zichzelf moet redden. Dat klinkt bestraffend, maar het zijn Girauds eigen woorden. Wie het in het Engels vertaalde drieluik Inside Moebius heeft gelezen, weet dat Giraud het merendeel van zijn met Moebius ondertekende werk onder invloed van hasj tekende. Hoewel hij dat gaandeweg helemaal beu werd en de hasjpijp uiteindelijk voorgoed opborg, heeft zijn middelengebruik wel gezorgd voor de bevrijding van de moderne strip. Ineens kon alles en waren er geen remmingen meer; het paste naadloos in het tijdsbeeld dat Franse stripbladen als Pilote en Metal Hurlant uitdroegen.

Over die bevrijding vertelt Dick Matena in het voorwoord van het zesde deel van Moebius Collectie, getiteld Shortcuts. Hij viel voor het onnavolgbare werk van Moebius: “(…) Dat onderdeel van zijn werk, dat schijnbaar negeren van alle wetten waaraan een goed verteld verhaal moet voldoen, heeft mij gedurende enige tijd in de jaren tachtig diepgaand beïnvloed, met als belangrijkste resultaat mijn verhalenbundel Mythen. Het was de totale vrijheid van vertellen, wars van iedere concventie toch een soort van coherent geheel te scheppen (…)”.

Het zesde deel van de intussen vermaarde Moebius Collectie spreekt in dit opzicht het meeste aan: in 128 forse pagina’s passeren 21 korte verhalen de revue, die Moebius tekende van 1971 tot 1990, met de nadruk op de jaren zeventig. Juist omdat het korte verhalen betreft, van soms een of twee pagina’s, kan de lezer in redelijke vaart kennis maken met de surrealistische wereld van de grootmeester. Na de overgave, de acceptatie van de door Matena genoemde totale vrijheid van vertellen, rest er voor de aandachtige lezer een bijzondere leeservaring, die extra impact krijgt door de haarscherpe weergave van de strips op de forse pagina’s.

De verhalen zijn niet chronologisch, evenmin opgehangen aan een logische onderwerpskeuze, waardoor de lezer als het ware door het brein van Moebius dwaalt: van sterk, precies arceerwerk in Absoluten isolamenta uit 1977 naar Jullie maken deel uit van het een en ander, dat in hetzelfde jaar verscheen maar compleet anders is: ruig, slordig en desalniettemin trefzeker. In het album staan een paar langere verhalen, waaronder Verlof op Pharagonescia, die het geheel van de nodige body voorzien: de korte verhalen zijn dwarrelig van inhoud, in de langere verhalen zien we ook iets van de surreële vertellende kracht van Moebius terug, evenals de ingetogen genialiteit waarmee hij later de Edena-cyclus schiep.

Tegelijk met dit zesde deel verscheen ook het vijfde uit de Moebius Collectie: De klauwen van de engel, een geïllustreerd verhaal van 72 pagina’s, ook in zwart-wit, dat hij samen met Alejandro Jodorowsky maakte. De sticker om het omslag noemt het onomwonden Sensueel Bizar Erotisch: drie kwalificaties die de lading dekken, en die het daarmee interessant maken voor een selecter gezelschap liefhebbers.

De aandacht voor het werk van Moebius gaat verder dan de fraaie boekpublicaties van de Moebius Collectie. Sinds september vorig jaar is er in het Max Ernst Museum in Brühl, bij Keulen, een grote expositie gewijd aan het werk van Moebius. Aanvankelijk tot begin februari, maar de uitmuntende tentoonstelling wordt terecht met anderhalve maand verlengd. Tot 29 maart heeft iedereen nog de tijd om af te reizen. Voor wie het alsnog niet redt, biedt de flinke catalogus uitkomst: het tweetalige boek omvat al het tentoongestelde werk (én meer), voorziet het van een context, nota bene die op de expositie zelf hier en daar node gemist wordt. De catalogus (272 pagina, harde kaft voor € 49,90, ex. verzendkosten) is via de website van het museum te bestellen.

Moebius – Shortcuts. Sherpa. 128 pagina’s, hardcover. € 49,95.
Moebius – De klauwen van de engel. Sherpa. 72 pagina’s, hardcover. € 39,95.