Kort van stof

Kort van stof: januari 2020

In Kort van stof behandelt 9e Kunst in sneltreinvaart een aantal nieuwe strips die in de afgelopen maand verschenen. Januari is van oudsher een rustig maandje, dus ideaal om je in een paar minuten volledig bij te praten. Gaan we.

Kleine Robbe 18 – De waarheid over alles (Dupuis): Triestig album omdat dit achttiende deel het laatste is van scenarist Tome, die onlangs overleed. Extra jammer, want het langere openingsverhaal met een ongewilde hoofdrol voor meneer Peuk is meteen een van de allermooiste van alle Kleine Robbes. Sowieso eist Peuk een prominente plaats op in dit album, wat deze keer wel goed uitpakt. Het tweede korte verhaal is ook al zo fijn, de pagina-gags die ertussen staan voldoen. Als er nog albums volgen, zullen we zien hoe belangrijk Tome was. Los daarvan is het een idee om meer in te zetten op langere verhalen.

De Beestenburcht 1 – Miss Bengalore (Casterman): Nieuwe, veelbelovende reeks van Undertaker-scenarist Xavier Dorison, die losjes is gebaseerd op Animal Farm. Zware kost? Valt mee, omdat de strijd tegen de kwade honden met vileine spot en obstructie wordt gevoerd. President Silvio is in dit eerste deel nog de echte klassieke dictator, zijn ontwikkeling zal nog blijken. De beesten zijn lekker getekend, al is het hier en daar wat clichématig: Een rat met een ziekenfondsbrilletje en een driest konijn hebben we vaker gezien. Maar dat laat onverlet dat Beestenburcht een prima start kent. Mag zo in het winkelmandje.

Een Avontuur van Luitenant Blueberry – Apache Rancune (Dargaud): Joann Sfar en Christophe Blain mochten een tweeluik maken rond onze favoriete Luitenant. De twee zwartdenkende Franse grootmeesters injecteren het Wilde Westen met donkere humor, een complex en gelaagd mensbeeld en tragische kleinmenselijkheid. Los daarvan worden zeer veel mensen neergeschoten in mooi in beeld gebrachte actiescènes. Voor elk wat wils dus. Lees hier de uitgebreide recensie.

Sherlock Holmes Society Nr. 2: Zwart zijn hun zielen (Daedalus): Door Sherlock Holmes te laten samenwerken met Mr. Hyde begeeft deze strip zich op het terrein van ‘The League of Extraordinary Gentlemen’ van Alan Moore. Prachtige tekeningen en een spannend verhaal doen de rest. De reeks heeft veel meer gemeen met de Hollywoodversie van Sherlock Holmes dan met die uit de oorspronkelijke romans. Dat is geen waardeoordeel.

Sherlock Holmes – De kronieken van Moriarty Nr. 2: Vervuiling (Daedalus): Ook hier prachtige tekeningen en een spannend verhaal. Het feit dat Moriarty, de aartsvijand van Sherlock Holmes, te maken krijgt met zwarte magie, de Necronomicon en dergelijke meer, verwijdert het personage nog meer van het bronmateriaal dan in nevenreeks ‘Sherlock Holmes Society’. Als een goed verhaal meer kansen krijgt indien verbonden met bekende personages uit de literatuur vinden we dat niet erg. De grens met pure geldklopperij wordt vooralsnog net niet overschreden.

Yin en de draak 3 – Onze vluchtige draken (Daedalus): Het begon allemaal hoopvol en spannend, met de eerste twee delen. Het verhaal over een jong meisje dat met haar grootvader en de gouden draak ten strijde trekt tegen het kwaad, had nog genoeg interessante verhaalhaakjes. Maar nu deel 3 er is, valt alles een beetje tegen. De oplossing is er aan de schubben bijgesleept, die zag de geprikkelde lezer nooit aankomen. Wel mooi getekend, maar daar red je het niet mee. Klein verhaal over moed, doorzettingsvermogen en de onvermoede hulp van een reuzenkwal.

De gestolen Triskell (Concerto Books): Prado, Spaans stripmaker par excellence, weet hoe hij een tekening moet maken. Elke pagina van dit boek is een juweeltje in waterverf, gemaakt door een meester die steeds meer kubistische neigingen lijkt te krijgen. Het verhaal is een nogal doorsnee vertelling over het oude feeënvolk dat in opstand komt tegen de boze, destructieve mensheid. Het boek wordt nog meer naar beneden getrokken door de schabouwelijke vertaling: zinsconstructies uit het Spaans worden zomaar overgenomen, de personages praten als cd-roms met dictionary software en rechttoe rechtaan fouten zijn ons deel. Spijtig.

Lam (Nanuq): In Gent loopt in het Museum voor Schone Kunsten sinds kort de grootste tentoonstelling ooit over de Vlaamse Meester Jan van Eyck. De organisatoren vroegen aan Pieter de Poortere (De man achter ‘Boerke’) om een prentenboek vol zoekplaten te maken over van Eycks beroemdste werk ‘Het Lam Gods’. De Poortere toont in dit boek massa scènes op de mooiste plekken van Gent. Hij beperkt zich niet tot op zichzelf staande plaatjes maar weet ook een verhaal te injecteren in zijn tekeningen. Naast de te zoeken figuren worden we verblijd met de gebruikelijke verwijzingen naar de populaire cultuur én met ongeveer elke denkbare Gentse beroemdheid. Zelfs minder bekende figuren als de meest opvallende Gentse dakloze krijgen een cameo. Je Suis Zakman!

Shanghai dream 1 – Exodus 1938 (Silvester): Het is 1938 Bernard en Illo moeten vanwege hun Joodse achtergrond vluchten uit Nazi Duitsland. De vader van Illo is eigenaar van een winkel in Berlijn. In WOI heeft hij een ijzeren kruis ontvangen voor heldhaftigheid aan het front. Tot dan toe wordt zijn familie daardoor ontzien door het regime. Als die coulance verdwijnt besluiten ze alsnog te vluchten. Amerika is inmiddels geen optie meer. De enige uitweg is Shanghai. Thirault vertelt het verhaal in een prettig maar hoog tempo. Dat moet ook wel voor zo’n groots verhaal in twee delen. Het hadden er best drie mogen zijn. De vertaling is vlot en leest prettig. Het tekenwerk is duidelijk, redelijk dynamisch en ondersteunend aan het verhaal.

De muziekdoos 3 – Hoe het ooit begon (Dupuis): Alles is goed en mooi aan dit derde deel uit de jeugdreeks die een groot publiek verdient. Het verhaal ontwikkelt zich steeds meer naar onvervalste fantasy, met wezens en andere werelden, maar dan gericht op kinderen. Ideaal dus om je kroost richting De Grijze Jager en Tolkien te manoeuvreren. Het tekenwerk is fabelachtig, al zijn de pagina’s wel tjokvol: overprikkeling ligt op de loer. Af en toe een rustmomentje kan geen kwaad. Geen los deel overigens, dus haal de eerste twee delen er meteen bij. Aanrader van jewelste. Zonder meer.

De zeearend 1 – Atlantische oceaan 1916 (Silvester): Hugo von Krüger is en piraat in dienst van de Duitse Kaiser. Tijdens WOI probeert hij met een zeilschip geallieerde transportkonvooien tot zinken te brengen om zo de bevoorrading in de war te schoppen. Gewiekst maar met erecode dat hij geen persoonlijk fysiek geweld wil gebruiken schuimt hij de Atlantische oceaan af naar potentiële slachtoffers. Gebaseerd op het leven Felix von Luckner heeft Thirault een onderhoudend verhaal in twee delen neergepend. Wellicht heeft hij wat teveel ingrediënten gebruikt waardoor het verhaal een bonte verzameling van oorlog, romances, list en bedrog, en piraterij is. Zeker niet verkeerd, maar het zorgt voor iets teveel golfslag. Het tekenwerk is doeltreffend, maar stijfjes. Al met al een onderhoudend eerste deel van dit stukje half-fictie.

Sisters 14 – Gezworen leugenaar (Ballon): Strip die niet zou misstaan in de Tina, maar even goed leuk is voor jongens en meneren. Er zit niet veel slijtage in de strip en dat is een verdienste van formaat. De grappen zijn goed voor een glimlach. Wat de serie beter maakt dan gemiddeld is dat de personages goed uit de verf komen, met leuke interactie en inlevingsvermogen. Je gelooft dat het zo is, tussen zussen. Tikje braaf, maar dat hoort: wereldse zaken mogen op die leeftijd onbekommerd zijn.