In Kort van stof behandelt 9e Kunst in sneltreinvaart een aantal nieuwe strips. Na een doodse stilte in juli, komt de trein weer langzaam op gang in augustus. Lekker compleet dus, deze aflevering.
Onklopbaar 1 – Gerechtigheid en verse groente (Dupuis): Korte stripjes rond een mollige superheld in een geel pakje die speelt met tijd, kadrering en leesrichting. Eventjes leuk, al snel ga je naar het gebbetje op zoek. De lezer ziet vrijwel direct wat er gebeurt, de figuurtjes in de strip zijn altijd weer even verbaasd. Dat is maar heel kort grappig. Onklopbaar staat in Eppo, waar het beter werkt: een aflevering per keer is te doen, een heel album niet bepaald. Het lettertype, met boven- en onderkastletters door elkaar, leest erg vervelend. Daar zou Onklopbaar wat aan moeten doen.
De Buurtpolitie 6: Brand! Brand! (Standaard Uitgeverij): Nix en zijn team blijven aangenaam grappige en lekker weg lezende strapatsen verzinnen voor de flikken van de Buurtpolitie. Af en toe een flinke dosis absurditeiten en de intelligente scenario’s maken dat deze stripserie zich onderscheidt van de tv-reeks. Die laatste lijkt eerder bestemd voor de armen van geest onder ons.
Bloodborne – De Helende Dorst 1 & 2 (Daedalus): Ondanks dat deze strip op een videogame franchise gebaseerd is weten de makers een verhaal te vertellen dat én leuk wegleest voor wie de game niet kent én een nieuw licht laat schijnen voor Bloodborne afficionados over de mythos van de game. Religie en wetenschap worden in een gothic setting tegenover elkaar gezet. Dit gegeven wordt voor één keer niet al te clichématig afgewerkt.
Afrikakorps 1 – Battleaxe (Silvester): Eerste deel van een trilogie over Erwin Rommel en zijn Panzer-division in het Afrika van WOII. De accurate historische vertelling wordt gelardeerd met genoeg actie om de strip interessant te houden voor mensen die niet geobsedeerd zijn door WOII. Een aanrader voor wie op een flitsende manier wat wil bijleren.
Hauteville House 15: Kaap Hoorn (Silvester): Ik kan me voorstellen dat wie deel 1 tot 14 al achter de kiezen heeft dit 15e deel sowieso zal aanschaffen. Voor anderen is dit boek onleesbaar. Jammer, nu zullen we nooit ontdekken waarom alle personages scheel kijken en veel weg hebben van ijsbeelden die te lang in de zon hebben gestaan.
Terug naar Aldebaran 2 (Dargaud): Scenarist/tekenaar Leo blijft onverklaarbare gebeurtenissen en buitenaardse dieren met geflipte morfologie uit zijn mouw schudden in het zoveelste deel van zijn sciencefiction epos.
Omdat we die trucjes nu wel gewend zijn valt nogal sterk op hoe weinig diepgang de menselijke personages hebben en hoe vaak ze de plot of hun motivaties naar de lezer telefoneren. Voor de completisten.
Vertongen & Co 28 – De huwelijksreis van Bieke (Standaard Uitgeverij): Intussen heeft deze strip amper nog iets te maken met de TV-reeks waarop hij gebaseerd is. Goed getekend en met een plot vol onvermijdelijke misverstanden. Een familiestrip die vooral bedoeld is om de kleinsten van de familie te bekoren. De grote mensen kunnen zich verstoppen achter de ‘guilty pleasure’.
Buck Danny Classic 6 – Rood alarm (Dupuis): Samen met deel 5 uit de reeks, Operatie IJzeren Gordijn, is dit de derde afgeronde cyclus. Deze keer is Berlijn de plaats van handeling. Daar wordt de muur gebouwd en zijn de spanningen te snijden. Buck en zijn kompanen worden ingevlogen om de Derde Wereldoorlog te voorkomen, zoals hij het zo onderkoeld mogelijk verwoordt. Dat gaat in eerste instantie bijna mis, maar na veel intriges, spionage en contraspionage, infiltraties en de nodige vlieguren komt het toch goed. De Classic-reeks is wat spanning en actie betreft beter dan de reguliere reeks waarin het vooral over techniek, computers en hypermoderne vliegtuigen gaat.
Agata 1 – Het Misdaadsyndicaat (Glénat): Amerika, jaren dertig, Poolse immigratie, maffia. Even schudden en je hebt een stripverhaal. Verwacht niet al te veel originaliteit, maar eerder alle clichés uit het boekje. Pagina 6: een spread van het Vrijheidsbeeld, alstublieft! Nogal stijve tekeningen en nog stijvere dialogen maken dat de prijs-kwaliteit verhouding van deze hardcover toch iets te veel doorslaat naar: kat in een zak.
De Avonturen van Betsy 3 – Race tegen de Klok (Silvester): Vermakelijke strip voor wie van racen, oude wagens en lekkere meiden houdt. Die lekkere meiden laten misschien af en toe onverantwoord veel vel zien, maar zijn wel intelligent en kunnen zich uit de slag trekken. Dus dan mag het. Goed getekende actie, grappige interactie tussen de personages en soms wat kolder.
Aeropostale: Legendarische Piloten 4 – Saint-Exupéry (Silvester): Een historische reeks over beroemde piloten? Interesse! Dit deel gaat over Antoine de Saint-Exupéry? Ongeveer mijn favoriete piloot! Ah, maar de tekeningen zijn star en ijskoud digitaal gekleurd. En het verhaal lijkt op een hoop scènes die willekeurig achter elkaar zijn gekwakt. En de personages praten dankzij de scenarist of vertaler als uit hout gekerfde woordenboeken? Laat maar zitten dan. Next!
Rio 4 – Ieder voor zich (Glénat): De eerste twee delen van deze reeks waren een verademing vanwege de steengoede scenario’s. In het derde deel, en vooral dit vierde deel, verschoof de focus naar actie. Dat hoeft geen probleem te zijn want de setting blijft origineel. Het Braziliaanse leger valt de favelas binnen en wordt daar guerrillagewijs onder vuur genomen. Beetje voodoo-shit erbij en je hebt een explosieve cocktail. De diepgang van de eerdere delen is quasi verdwenen, maar verandering van spijs doet lezen.
Vrouwen in ‘t wit 41 – Veel patiënten, weinig centen (Dupuis): Eén van de series die kortgeleden in het nieuws kwam omdat de stekker eruit gaat. Na lezing kunnen we gerust zijn: het is mooi geweest, hier is geen succes meer aan te behalen. De grappen dienen zich luidruchtig en in het volle licht aan, de figuranten zijn clichématig en alle korte mopjes achter elkaar lezen is een vermoeiende taak. Op zoek naar een leuke grap als voorbeeld kwamen we in deel 7 uit. Wat we in de verte nog horen is de zachte jammerklacht van de completist en het gewoontedier.
Punk Rock & Mobile Homes (Concerto Books): De Nederlandse vertaling van het eerste boek van Derf ‘My Friend Dahmer’ Backderf. Een grappig en ontroerend coming-of-age verhaal over buitenbeentjes die opgroeien in een trailerpark en de kracht van punk ontdekken. De vertaler lijkt te hebben geprobeerd om Engelse straattaal te vernederlandsen. Ik vind dat nogal ‘pijp’, maar voor mensen die graag in het Nederlands lezen is deze uitgaven een zegen.
Urbanus 184 – De Fluorescerende Schoolreis (Standaard Uitgeverij): Urbanus is vulgair, politiek incorrect, absurd, beledigend en draait zijn hand niet om voor deus ex machina’s van jewelste. Een aanrader dus.