Strips

De ballade van soldaat Odawaa: veel potentie, maar niet sterk genoeg

Je hebt strips die meteen indruk maken en die je meteen meeslepen in een wereld, een verhaal, een avontuur. En je hebt strips die je keer op keer moet herlezen om een beetje te begrijpen wat er nu eigenlijk gebeurt. De ballade van soldaat Odawaa van Christian Rossi (tekeningen) en Cédric Apikian (tekst) valt in die laatste categorie.

Het uitgangspunt klinkt veelbelovend: een inheemse Amerikaanse soldaat in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Een buitenstaander die zich moet zien te redden in een wereld die hem vreemd is, zowel cultureel als qua brute oorlogsvoering. Een interessante invalshoek, maar de uitwerking laat te wensen over.

Het verhaal probeert een balans te vinden tussen actie, drama en een vleugje mystiek. Maar al snel blijkt dat die ambitie ook de valkuil is. Apikian wil zoveel zeggen over de complexiteit van oorlog, over de botsing van culturen, en over de spirituele kant van zijn hoofdpersonage dat het verhaal een wirwar wordt. Je moet hard je best doen om de draad vast te houden. Zelfs na een tweede (en derde) lezing blijven er vragen hangen.

Het plot volgt onze hoofdpersoon, die vanuit de bossen van Noord-Amerika is getransporteerd naar de modderige loopgraven in Europa. Al snel wordt duidelijk dat zijn achtergrond en vaardigheden een tweesnijdend zwaard vormen. Aan de ene kant maakt zijn ervaring als jager hem uiterst geschikt voor de dodelijke missie die hij krijgt: het uitschakelen van een Duitse officier. Aan de andere kant wordt hij door zijn eigen medesoldaten met argwaan bekeken, alsof zijn vaardigheden een primitieve kant van hem blootleggen die zij niet begrijpen.

Wat volgt is een reeks gevaarlijke momenten waarin hij zich een weg baant door vijandelijk terrein. Hier komen zijn vaardigheden als sluipschutter goed van pas, en Rossi en Apikian slagen erin om de spanning van deze momenten te vangen.

Dat levert mooie plaatjes op, maar vaak blijft het bij suggestie, zonder dat er echt de diepte in wordt gegaan. Odawaa’s bijzondere relatie met kapitein Keating is de rode draad in het verhaal, maar hier valt tot de laatst pagina’s geen touw aan vast te knopen. De lezer moet zelf maar invullen wat er precies gaande is. Pas bij de onvermijdelijke plotwending valt er wat op zijn plaats, maar dat is te weinig en veel te laat.

Dan de tekeningen van Apikian. Laat ik eerlijk zijn: visueel is het soms afzien. De stijl is realistisch en gedetailleerd, maar de keuze voor donkere kleuren en zware schaduwen maakt het lezen behoorlijk lastig. Ik snap dat de loopgraven geen vrolijke plek zijn, maar het gebrek aan contrast zorgt ervoor dat alles op elkaar gaat lijken. De gezichten van de personages zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en dat is funest in een verhaal waar juist die onderlinge interacties belangrijk zouden moeten zijn.

Soms lijkt het wel alsof je door een constant donkere mist heen kijkt, waarbij details verloren gaan in de schaduwen. Het resultaat is dat je niet alleen moeite hebt om het verhaal te volgen, maar ook visueel de weg kwijtraakt. Dat is zonde, want als je goed kijkt, zie je dat Rossi veel oog heeft voor de kleinste details: de groeven in de gezichten, de plooien in uniformen, de modder die overal aan kleeft. De man kan zeker goed tekenen. Als je die details echter pas ziet bij een derde lezing, vraag je je af of de balans wel goed is. 

Onze held is een man zonder woorden, wat op zich logisch is gezien zijn status als buitenstaander. Die zwijgzaamheid zorgt er ook voor dat je je nooit echt met hem verbonden voelt. Apikian lijkt te willen suggereren dat zijn innerlijke wereld rijk en complex is, maar door het gebrek aan dialoog en duidelijke karakterontwikkeling blijft hij een te groot mysterie. Een mysterie dat, naarmate het verhaal vordert, eerder frustratie oproept dan nieuwsgierigheid.

Zijn medesoldaten zijn niet meer dan silhouetten: ze verschijnen, zeggen een paar regels, en verdwijnen weer in de schaduwen van het verhaal. Dat maakt het lastig om echt mee te leven met hun lot, wat de impact van de meer dramatische momenten vermindert. De poging om de psychologische kant van oorlog te laten zien, is hierdoor gefragmenteerd en oppervlakkig.

De ballade van soldaat Odawaa had veel potentie. Het idee om een inheemse Amerikaanse soldaat centraal te stellen in een oorlogsverhaal biedt een bijzondere invalshoek en een unieke blik op een conflict dat we vaak alleen door Europese ogen zien. De uitwerking is simpelweg niet sterk genoeg. Het verhaal is verwarrend, de tekeningen zijn té donker, en de personages blijven op afstand.

Toch valt er wel iets te zeggen voor de ambitie van het werk. Het probeert meer te zijn dan een standaard oorlogsstrip en zoekt duidelijk naar een diepere laag. Maar ambitie zonder helderheid is als een loopgraaf zonder uitgang: je blijft maar rondjes draaien zonder een stap verder te komen. Uiteindelijk blijft De ballade van soldaat Odawaa een boek waar ik meer moeite mee heb gehad dan plezier. En hoewel ik van een uitdaging hou, moet het ook ergens bevredigend zijn. Helaas blijft die bevrediging hier uit

Rossi & Apikian – De ballade van soldaat Odawaa. Lauwert Uitgeverij. 88 pagina’s hardcover. €25,95.