Met fantasy heb ik een wat moeizame relatie. Van tijd tot tijd heb ik op dat gebied zeker een goede leeservaring, maar ik moet altijd wel voor het verhaal gewonnen worden. Hetzelfde geldt voor sciencefiction. Verder is het bij reeksen altijd lastig dat je midden in een grote verhaallijn valt. Als het goed is, is er weinig voorkennis nodig om mee te gaan en per album heb je meestal wel een afgerond verhaal. Deel 33 van Storm, De archivaris van het licht, heb ik indertijd in Eppo gelezen. Toch werkt een verhaal in afleveringen anders dan in een album, waarin je alles achter elkaar doorleest.
Een uiteenzetting: Storm, Roodhaar en Nomad komen aan op Famencia Si Fem Dicoloro. Het zijn zes continenten boven elkaar, die door een soort spies bij elkaar gehouden worden. Op de openingspagina zie je op een los drijvend stuk rots ook mensjes staan, maar die zijn eigenlijk te groot. In het verhaal zijn de continenten veel groter.
Een mooi afgerond verhaal is dit 33e deel bepaald niet. Eerst is er een ontmoeting met de zwerfmoordenaar, tijdens een optreden van een illusionist die met zijn lange blonde haar wel iets wegheeft van Hans Klok. Er zitten wat knipogen in het verhaal. Zo noemt Storm de illusionist Copperfield, een naam die voor de lezers van de strip bekender zal zijn dan voor de personen in Pandarve. Aan de ene kant is dat wel leuk, aan de andere kant haalt het je ook uit de illusie uit het verhaal.
De illusionist raadt Storm aan om zijn moeder te bellen en even later duiken de drie in een telefooncel, in een ultieme poging om te ontkomen aan hun achtervolgers. Indertijd vond ik het bij de verhalen over het keizerrijk Trigiƫ al lastig dat men vloog in straalvliegtuigen en schoot met straalpistolen, maar tegelijkertijd op paardachtige wezens reed en vocht met het zwaard. Dat is hier ook zo. In een wereld waarin je kunt bellen, hoef je eigenlijk niet meer met het zwaard te vechten, wat Roodhaar en Storm wel doen. Maar goed, daar kun je overheen stappen.
Bezwaarlijker vind ik dat de eerste vijftien bladzijden, waarin de ontsnapping aan de zwerfmoordenaar centraal staat, niets te maken hebben met het tweede deel van het verhaal, dat van de archivaris van het licht. Eigenlijk hadden we het eerste gedeelte gemakkelijk kunnen missen. Scenarist Van Bavel zal met het eerste deel een bedoeling hebben gehad, maar binnen de grenzen van dit album wordt deze niet duidelijk.
Het idee van die archivaris is overigens aardig. Hij houdt zich bezig met wat hij lichtdelven noemt. Er zijn wezens in het universum van Pandarve wier ogen het licht vasthouden en opslaan wat ze zien. Als ze gestorven zijn, bevatten die oogkristallen een soort beeldbank. De archivaris conserveert die beelden, maar hij gebruikt ze ook om mensen mee te chanteren. Dat kan natuurlijk niet goed gaan; het loopt uit op een confrontatie met mensen die verhaal komen halen.
Het is een spannend verhaal met een open einde. In een vervolgdeel zal duidelijk moeten worden hoe het echt is afgelopen. Het precaire van de situatie is duidelijk en dat zorgt ervoor dat je door wilt lezen. Aan de andere kant blijft de lezer op afstand en grijpt het verhaal niet echt aan. Er lijkt niet echt iets te zijn dat Storm, Roodhaar en Nomad drijft. Ze hebben geen doel, geen streven, waardoor alles wat ze overkomt iets toevalligs krijgt. Zo’n verhaal kun je in een paar albums vertellen, maar ook in vijftig of honderd. Misschien is dat ook de bedoeling.
De tekeningen van Romano Molenaar zijn altijd interessant. Hij houdt van volle plaatjes met veel mensen en die wisselt hij af met panoramische tekeningen, waarin je bijvoorbeeld alleen het het ruimteschip van de archivaris zijn weg ziet zoeken. In de loop der jaren zijn de personages wel veranderd. Roodhaars gezicht heeft op sommige tekeningen iets popperigs, wat haar kinderlijk maakt. Ook Storm is zijn echte ruigheid kwijtgeraakt.
Ik heb me niet verveeld, maar toch wakkert dit verhaal het enthousiasme voor de reeks niet aan. Een dwingende verhaallijn is echt nodig, om te voorkomen dat het nog eindeloos ongeleid en ongericht doorgaat.
Romano Molenaar & Rob van Bavel – Storm – De kronieken van Pandarve 33 : De archivaris van het licht. Uitgeverij L. 48 pagina’s. ā¬Ā 9,95.