Strips

IN. is sociaal ongemak op zijn best

Nick Moss heeft niet het gevoel dat hij in staat is echt contact te maken met zijn medemens. Elk gesprek voelt als een toneelstukje vol clichés, bedoeld om een oprecht, zinvol gesprek te vermijden. In de openingsscène van IN. omarmt Nick deze realiteit door zich voor te doen als een teleurgestelde man en op zoek te gaan naar een café waar hij deze rol kan spelen. Het wordt Graham’s Bar, waar het logo in Helvetica op de gevel staat. Zittend aan de toog, clichés oplepelend en zogenaamd terneergeslagen, wordt Nick aangesproken door Wren. Leuke dame, rappe tong en in hem geïnteresseerd. Nick is aangenaam verrast, maar wat nu? In zijn rol blijven of contact maken? Wren wacht op een blind date dus dat dilemma is snel opgelost, maar vanaf dat moment laat het Nick niet meer los: wat is wezenlijk contact, hoe werkt het en vooral… hoe breng je het tot stand?

Nicks zoektocht is van alle tijden. Hoeveel verhalen gaan immers niet over de complexiteit van menselijk contact? Alleen al het feit dat Hollywood echte liefde graag definieert als het vinden van die ene persoon die je werkelijk begrijpt, onderstreept hoezeer dit onderwerp ons bezighoudt. Maar voor Nick is het misschien zelfs iets belangrijker dan voor de meeste van ons. Tijdens de bezoekjes die hij brengt aan zijn moeder, zien we dat het voeren van een wezenlijk gesprek ook niet haar talent grootste is. Misschien heeft Nick nooit een goed voorbeeld gehad?

Maar behalve tijdloos is Nicks zoektocht naar betekenis net zo goed uiterst actueel. Steeds meer mensen – en niet alleen jongeren – hebben moeite met direct menselijk contact. Steeds vaker gebruiken we apps om de ongemakken van het eerste contact leggen te omzeilen, of vindt de communicatie zelfs volledig digitaal plaats. Iets triviaals als iemand opbellen wordt door steeds meer mensen als ongepast ervaren en nu de corona lockdown is opgeheven dient zich zelfs een nieuw fenomeen aan: angst voor een terugkeer naar de werkvloer.

Veelbetekenend zijn de talloze koffietentjes die Nick aandoet. Ze dragen namen als Gentrificchiato, Rivet & Angst, Soft Boy Beanery, Exhausted Corduroy Coffee, Jitter Sludge Coffee en Artisanal Kick in the Back. Volstrekt nietszeggende namen die automatisch gegenereerd lijken te zijn, geplakt op koffietentjes waar de doorgeschoten pogingen tot een persoonlijke aanpak eerder vervreemden dan verbinden. Minstens zo betekenisvol is dat zijn neefje van vijf de eerste persoon is met wie Nick wel echt contact weet te maken.

McPhail had dit gegeven kunnen uitwerken tot een zwaarmoedig drama waar Manu Larcenet een puntje aan had kunnen zuigen, maar hij koos voor humor. Verstandig, want McPhail heeft een scherp oog voor het absurde in alledaagse situaties en een schrijverspen als een fileermes. Zijn dialogen werken op een subtiele manier op de lachspieren en bevatten af en toe een verrassende one-liner. Hilarisch is bijvoorbeeld de scène waarin Nick zijn wc laat repareren en de installateur probeert te verleiden tot een persoonlijk gesprek met het hart op de tong.

Dat de humor de boventoon voert, wil overigens niet zeggen dat McPhail de ernst schuwt. Het verhaal neemt een wending als Nick besluit ook een betekenisvolle connectie te willen met zijn moeder. Maar na hun eerste gesprek wordt ze gediagnosticeerd met kanker. Ineens begint de klok te tikken. Dat dwingt hem ook keuzes te maken in zijn liefdesleven. Wren, het meisje dat hem leuk vond maar al een blind-date had, weet hem later te verleiden tot een one-night stand en doordat ze een klik hebben blijven ze elkaar zien. Maar als Nicks tijd ineens schaars wordt, vragen ze zich af wat ze nu samen hebben en of dat behouden moet blijven. Enkel doordat er geen standaard etiket past op hun onconventionele verhouding, weten de twee millennials er niet zo goed raad mee. De lezer ziet oprechte genegenheid en weet dat het goed zit.

De tekenstijl van McPhail valt te omschrijven als functioneel: een paginaindeling van 3 bij 4 kaders, een (digitale) penseellijn ingekleurd met gewassen inkt en alleen decors wanneer ze zinvol zijn. Het doet bijna grafisch aan. Af en toe komt er een droomscène voorbij, die realistisch en in kleur geschilderd is. Alsof McPhail wil zeggen dat onze droomwereld persoonlijker en daarmee reëler is dan de werkelijkheid. Opvallend is bovendien het lage verteltempo. McPhail vertelt graag in beelden en is dol op tekstloze tekeningen om emoties en gedachten over te brengen. De vergelijking met Ben Gijsemans (Aaron) dringt zich soms op, alhoewel McPhail veel minder radicaal is in zijn uitvoering. Dit tempo vraagt iets meer van de lezer, die zijn leessnelheid moet afremmen. Doordat Nick doorlopend piekert worden nagenoeg alle scènes op een dergelijke trage manier verteld. Daardoor verdwijnt het contrast tussen triviale en emotioneel beladen scènes, waardoor de impact van die laatste wat aan slijtage onderhevig is. McPhail weet dat deels te ondervangen door in het slotakkoord de humor op een lager pitje te zetten en grotere tijdsprongen te maken. De emotionele rust en het toegenomen verteltempo zorgen ervoor dat betekenisvolle scènes weer kans krijgen af te steken.

IN. is een debuut en dat belooft veel goeds voor de toekomst. Will McPhail heeft een volstrekt unieke kijk op de wereld die zich openbaart in zowel zijn tekeningen, zijn teksten als zijn vertelstijl. De combinatie van humor en serieuze thema’s is bij hem bovendien in goede handen. IN. voelt verfrissend en doet verlangen naar meer.

Will McPhail – IN. Houghton Mifflin Harcourt. 268 pag. hardcover. $ 28,00