Artikelen

Marc de Lobie: Syndikaat wordt de eerste duurzame stripuitgeverij van Nederland

Lage oplages en kleine marges maken dat de meeste stripuitgevers ervoor kiezen hun boeken te laten drukken in Oost-Europa of China. Dat zat Marc de Lobie, uitgever en eigenaar van Syndikaat, al jaren dwars. Hij wilde graag duurzaam ondernemen om zo een bijdrage te leveren aan een schoner milieu en een betere wereld. Binnen de stripwereld bleek dat een onontgonnen terrein. Daarom besloot hij zelf op zoek te gaan naar een alternatief.

Marc de Lobie: “Uitgeverij Syndikaat richt zich op debutanten en ander nieuw talent. Daarnaast geef ik onder de naam Hanabi ook manga uit van Nederlandse en Vlaamse tekenaars. Niches binnen de stripwereld waar maar weinigen hun handen aan willen branden. Omdat we werken aan de randen van het medium, moeten we innovatief zijn om te overleven. Dat is een keuze die ik zelf heb gemaakt; er zijn makkelijkere manieren om je geld te verdienen, maar inmiddels kan ik met voldoening zeggen dat ik er van kan leven.

“Ik zie mijn uitgeverij graag als een innovatieve speeltuin. We zijn altijd op zoek naar nieuw publiek en nieuwe manieren om mensen te bereiken. Door onszelf steeds opnieuw uit te vinden, willen we laten zien dat we bezig zijn met de toekomst. Dat de stripwereld midden in de moderne wereld kan staan. Duurzaam ondernemen hoort daar wat mij betreft ook bij. Ik voelde me steeds vaker ongemakkelijk bij het feit dat ik afhankelijk was van drukkerijen in verre landen. Drukken in Nederland zou beter zijn voor het milieu: minder vervoer, schonere drukprocessen, verantwoord papier – en we zouden daarmee ook de lokale economie stimuleren. Drukkers in Oost-Europa werken ongetwijfeld ook volgens de regels, maar het is onduidelijk welke dat zijn. Er bestaan geen keurmerken en je krijgt nooit garanties. Je hebt dus geen idee welke milieu-eisen ze volgen.”

Lagere kosten, meer klanten, extra inkomsten

De Kamer van Koophandel geeft drie argumenten waarom je zou kiezen voor duurzaam ondernemen: het kan lagere kosten bewerkstelligen, meer klanten opleveren en extra inkomsten genereren. De vraag drong zich op of deze argumenten ook golden voor een uitgeverij van stripboeken.

De Lobie: “Ik kon me niet voorstellen dat drukken in Nederland goedkoper zou zijn. De lonen in Oost-Europa zijn laag en de drukkers daar ontvangen naar verluidt fikse subsidies. Het verschil in prijs zou vooral groot zijn bij gebonden en luxe boeken, die bewerkelijker zijn om te maken dan softcovers.

“Meer klanten zou het ook niet opleveren, daarvan was ik overtuigd. Mensen kiezen geen boek uit omdat het milieuvriendelijk is geproduceerd, maar omdat ze verwachten er plezier aan te beleven. En terecht, dat wil ik als liefhebber ook. Wie een stripboek koopt, wil helemaal niet hoeven nadenken of een boek wel milieuvriendelijk is gemaakt. Het is ook niet alsof er van elke titel verschillende edities worden aangeboden: de een iets dikker, de ander wat groter, de derde milieuvriendelijker. De lezer heeft niets te kiezen, en is er daarom ook niet mee bezig.

“Met de verwachting dat de kosten zouden stijgen zonder dat dit extra klanten ging opleveren, was duidelijk dat het ook geen extra inkomsten ging opleveren, eerder het omgekeerde. De drie argumenten van de Kamer van Koophandel gingen dus niet op voor Syndikaat. Mijn eigen, persoonlijke voldoening, moest de drijfveer zijn. Dat had als voordeel dat ik zelf kon bepalen wat belangrijk was.

Het begint met een lokale drukker

“Om te beginnen moest ik een Nederlandse drukker vinden die kon concurreren met de gesubsidieerde drukkers en goedkope arbeidskrachten in Oost-Europa. Desnoods moest ik accepteren dat de kosten zoveel hoger zouden uitvallen, dat ik deze moest doorberekenen in de verkoopprijs. Belangrijker waren voor mij zaken als een milieuvriendelijke verwerking van inkt, het gebruik van gerecyclede papiersoorten, de afstand tot de afzetpunten, schoon vervoer, goede arbeidsomstandigheden en, niet te vergeten, de kwaliteit van het drukwerk. Aandachtspunten die ook bij drukkers in Nederland of België niet allemaal vanzelfsprekend zijn.”

Voor De Lobie levert een Nederlandse drukker nog een ander voordeel op. Behalve uitgeven, adviseert hij namelijk ook bedrijven, gemeenten en instellingen op het gebied van historische stripprojecten. Denk bijvoorbeeld aan een gemeente die de eigen geschiedenis onder de aandacht wil brengen met behulp van een beeldverhaal. Dergelijke klanten vinden het een groot voordeel als het boek door lokale ondernemers wordt gemaakt.

“Het bleek niet makkelijk te zijn zo’n drukker te vinden. Ik had er al een lange, vruchteloze zoektocht opzitten, toen ik afgelopen zomer eindelijk een drukker op het spoor kwam die voldeed aan mijn eisen. Ik ging op bezoek voor een rondleiding in het bedrijf en ontmoette een groep ervaren drukkers met een passie voor het milieu die precies weten wat ze willen, maar ook “nee” durven te verkopen. Het klikte meteen en ik vroeg offertes aan. Kort daarop besloten we met elkaar in zee te gaan.”

Verrassende resultaten

Als lakmoesproef besloot De Lobie twee albums te laten drukken, om zo te ontdekken hoe de nieuwe samenwerking verliep: Helemaal Wild! deel 2 door Jan Willem Spakman en Vreemde Vogels door Jan Dirk Barreveld (medio november 2020 in de winkels). Voor de lezer verandert er op het eerste gezicht niets, maar uit diverse vermeldingen in het colofon blijkt de nieuwe koers. De Lobie is vooralsnog tevreden.

“Naast alle eerder genoemde positieve effecten, kwamen er al snel meer voordelen aan het licht. De lijnen zijn korter en dat maakt overleg makkelijker. De processen zijn efficiënter en de foutmarge kleiner omdat de drukker heeft geïnvesteerd in betere machines en geautomatiseerde bedrijfsprocessen. De levertijden zijn kort want het drukken gebeurt om de hoek. De afhankelijkheid van onverwachte zaken als Corona en het sluiten van de grenzen, werd nagenoeg buitenspel gezet doordat het hele productieproces zich binnen Nederland voltrekt. Al met al meer voordelen dan ik van te voren had bedacht. En de prijs? Die blijkt nauwelijks te verschillen met die in Oost-Europa!”