Artikelen

Vermaak versus eigen gelijk: Waarom comics de Amerikaanse verkiezingen beter met rust laten

Met de Amerikaanse verkiezingen in aantocht is er de afgelopen tijd een nieuw soort comics opgedoken,  waarin vooraanstaande politici de hoofdrol vertolken. Gastrolletjes waren er al sinds Reagan, Obama werd superheld-voor-een-dag en Trump verzette de bakens nog wat verder: hij is zowel held als schlemiel, redder van vooral zichzelf en sukkelige aanvoerder van een horde space-cadetten. Aan de andere kant van het politieke spectrum gaat het er beduidend saaier aan toe: het valt niet mee de aandacht erbij te houden. Comics en politiek: een gelukkig huwelijk is het niet, maar toch zijn er interessante inkijkjes voor wie wil. Een rondgang.

Een afbakening vooraf is op zijn plaats. Om verwarring, verwatering en een al te groot speelveld te voorkomen, neemt de lezer de volgende beperkingen in acht: we maken een nadrukkelijk onderscheid tussen politieke strips en cartoons. Die laatste categorie is hier niet aan de orde. Daarna nuanceren we de politieke betekenis. Het gaat niet over strips met een politieke boodschap, dus geen V for Vendetta of Captain America die het opneemt tegen Hitler Duitsland. Evenmin wordt de hevige strijd in de VS tussen alt.right en SJW als vertrekpunt genomen, hoe interessant deze ook is in termen van beeldverhalen. Het gaat om comics waarin een politicus de hoofdrol speelt, herkenbaar als zichzelf. Tot slot kijken we uitsluitend naar de Amerikaanse situatie, vanwege de naderende verkiezingen aldaar.

Wat is de stand na deze bijstelling? Het afgelopen jaar is er op de Amerikaanse markt een opvallend aantal comics verschenen rond en over politici die zich manifesteren in aanloop naar de verkiezing van aanstaande november – ijs en weder dienende. Nu zijn politieke personages die hun opwachting maken in comics geen nieuwigheid, maar de manier waarop ze in de afgelopen tijd zijn opgevoerd, verschilt toch aanmerkelijk met hoe het was.

We blikken terug: Gastrollen in superheldenstrips waren er altijd al. Ronald Reagan dook op in Superman, Nixon bij de Hulk en later als gemuteerde tegenstander van Deadpool. George W. Bush zette de toon als het gaat om meer dan een gastoptreden. De flaterende president kreeg een eigen stripserie waarin zijn aapachtige alter ego met grote oren de ene na de andere dommiteit etaleerde. Bepaald geen superheld en op een voor de hand liggende manier grappig: de belevenissen van een domme president tegen wil en dank.

Obama was de eerste president die een prominente rol kreeg in een comic waarin juist zijn heldendaden werden uitvergroot. In de Army of Darkness-comic Ash saves Obama (Where the Chosen one teams up with the Elected One) wordt de wereld gered van de ondergang – een beproefd recept met een evident slotakkoord. Waar met terugwerkende kracht zijn voorgangers vooral mochten opdraven om de comic van enig actueel gewicht te voorzien, daar kreeg Obama alle gelegenheid om te laten zien dat hoe er een superheld schuilt in een president, zolang deze zich gedienstig opstelt naar het publiek. Logisch als we ons de slogan nog herinneren waarmee hij zijn eerst termijn als president veilig stelde: Yes we can.

Obama maakte ook zijn opwachting in een kort verhaal van Spider-Man, dat verder weinig om het lijf heeft: Obama staat op het punt geïnaugureerd te worden, een vermomde snoodaard wil dat om onduidelijke redenen voorkomen. Gelukkig wordt hij tijdig ontmaskerd door een alerte Spider-Man die hem met een uppercut uitschakelt. Obama blij, Amerika blij en Spider-Man blij: hij mag weer een nobele daad bijschrijven op zijn palmares. De vijf pagina’s blijven niet bij, de variant cover met Spider-Man en een opgeluchte Obama wel.

Tegelijkertijd verscheen een aantal biografische strips op comicformaat: ronduit saaie, realistisch getekende, informatieve beeldverhalen over politici. Verantwoordelijke uitgever was Bluewater Comics, inmiddels omgedoopt tot TidalWave Comics, een kleine speler die voornamelijk actief is in wat een niche-markt heet: volgens uitgever Darren G. Davis is het doel van TidalWave om door middel van bekende figuren de strip bij een grote groep (nieuwe) lezers onder de aandacht te brengen. Nobel, maar op voorhand weinig kansrijk zolang de strips chronologische levensverhalen zijn en het nergens bijvoorbeeld spannend, grappig of zelfs maar boeiend wordt. Ga maar na: naast die van de presidenten Clinton, Reagan en Obama, verschenen er ‘bio-comics’ van Colin Powell, Sarah Palin, Hillary Clinton en Michelle Obama. Stuk voor stuk getekend in een plastische stijl met lappen tekst en houterige, onnatuurlijke dialogen die bedoeld zijn om zoveel mogelijk informatie kwijt te kunnen. TidalWave presenteert zich nadrukkelijk als historisch verantwoord en niet politiek gekleurd. In het huidige, gepolariseerde politieke tijdsgewricht lijkt dat haast een onmogelijkheid.

Democraten versus Republikeinen

In aanloop naar de komende verkiezingen hebben met name de Democratisch gezinde stripmakers zich niet onbetuigd gelaten. Nog voor de voorverkiezingen zich in volle ernst aandienden, werd het jonge, activistische Congreslid Alexandria Ocasio-Cortez op het schild gehesen. Samen met haar zogenaamde Freshman Force, bestaande uit Rashida Tlaib, Sharice Davids en Ilham Omar, gaat zij de corrupte bende in Washington te lijf. Ocasio-Cortez en haar team worden geportretteerd als de sociale redders in nood, degenen die corporate America op de knieën gaan dwingen. Ocasio-Cortez c.s zullen dat voorlopig vanuit hun congreszetels moeten bewerkstelligen, zij nemen geen deel aan de komende verkiezingen.

De comic van AOC, zoals ze liefkozend wordt genoemd, is een one-shot met een aantal korte bijdragen; van knullig tot geestig en van scherp feministisch pamflettisme tot gortdroge ‘infografische comics’. In het voorwoord wordt de gemene deler omschreven als ‘expressing excitement for the potential of the newly elected congress members, and finally bringing diversity to the legislative body that reflects us as a whole’. Die opwinding werd breed gedeeld, binnen een maand was er een tweede druk.

Dat er (nog) geen comic is rond de saaie Democratische presidentskandidaat Biden is niet verrassend, dat Bernie Sanders zijn eigen comic heeft des te minder: Talk Bernie to me is net als AOC and the Freshman Force een one-shot met korte bijdragen van geestverwanten. Sanders wordt door hen in de overtreffende trap bewierookt, neergezet als de redder van ongeveer onze hele planeet en geportretteerd als de vaandeldrager van de nieuwe tijd.

Het tekenwerk is van hetzelfde laken een pak, belangrijker lijkt de boodschap. Met grote lappen tekst en veel citaten wordt verteld wat Bernie zoal heeft bereikt als senator en als politiek dier met een ongekende staat van dienst – The conscience of the Congres. Naast vreselijk serieuze strips zijn er ook een aantal bijdragen die aanhaken bij de meer populaire -lagere- cultuur, met verwijzingen naar computer games en tv-series. Het typisch Amerikaanse worstelen, bekend vanwege het weinig verheffende gooi- en smijtwerk, is een vaste waarde. Alle kandidaten moeten eraan geloven, de superheldenversie van de 78-jarige Sanders knikkert ze allemaal de ring uit. Als de frêle voormalige presidentskandidaat Pete Buttegieg in de touwen wordt geslingerd hoort hij onomwonden: “Well y’know it’s hard to stay upright when you don’t stand for much.”

Brug naar popcultuur

Hier wordt iets duidelijk: bij strips over Democratische politici, behoudens de biografische, proberen de makers een brug te slaan naar de popcultuur. Het is alsof er wordt gezocht de politieke boodschap bij de niet werkelijk geïnteresseerde Amerikaanse jeugd te brengen. Een nobel streven, maar de comics zullen toch voornamelijk rondgaan onder de eigen parochianen. En dan kun je je afvragen of juist die geëngageerde, gemotiveerde achterban zit te wachten op een politieke worstel-travestie, áls ze al in comics geïnteresseerd zijn. Bovendien hebben de strips iets onhebbelijks waarmee het lastig is anderen te overtuigen. Uit alle bijdragen ademt onomwonden de onfeilbaarheid van het eigen gelijk. Het is de spagaat die deze niche kenmerkt.

Interessanter wordt het als we de Republikeinse politici-in-stripvorm beschouwen. Wie verwacht dat die spiegelbeeldig identiek zijn aan de Democratische tegenstrevers, heeft het mis. Ten eerste zijn er geen comics die uitentreuren beschrijven wat het Republikeinse gedachtegoed behelst; hier geen hagiografische beeldverhalen zoals bij Bernie, geen idealistisch gemotiveerde opzetjes zoals bij AOC.

Ten tweede zijn de verhalen min of meer gebaseerd op het stramien van de superheldencomic. Alles lijkt uitsluitend als verstrooiing bedoeld. Neem President Pence, een onwaarschijnlijke comic die begint als Trump zijn biezen pakt en zich met een dieplader vol geldzakken honend van het wereldtoneel verwijderd. Pence wil subiet zijn evangelische uitsluitingsagenda doorvoeren maar ene Pinkor, Ruler of the Alien Race, steekt daar een stokje voor. Met de hulp van allerlei sinistere types weet Pence zijn White Male Privilege manifest na een flinke strijd door te voeren. Voorwaar apocalyptisch.

Hetzelfde vermaakgehalte geldt voor het hilarische Trump’s Space Force, een geslaagde pastiche waarin de president aankondigt de ruimte te willen heroveren op de buitenaardse krachten die hem tegenwerken: Pelosi, Mueller en een aantal CNN-presentatoren zijn al veranderd in gevaarlijke kreeftachtige monsters die hem het leven zuur willen maken. Als hij uiteindelijk met een ruimtewapen de genadeklap uitdeelt, zien we groot BARACKABOOM! over de pagina. Automatische wapens klinken als MAGA MAGA MAGA MAGA. Niveau heeft het onder alle omstandigheden, dat is evident.

Nog zo’n verkwikkelijke titel: in The Tremendous Trump gaat het over Trumps obese postuur en ‘s mans stemmingswisselingen ten gevolge van het dieet dat Ivanka hem oplegt. Zijn razernijen kennen geen maat, vooral als Kim Jong-un hem uitdaagt en Poetin hem wil inzetten voor eigen gewin. Als zijn jongste zoon hem een zak snoep brengt, kalmeert Trump.

Nergens gaat het over zijn beleid, zijn successen of iets dat hem in aanloop naar de verkiezingen van dienst kan zijn. Deze comics zijn plat vermaak en maken van Trump de man die even orde op zaken wil stellen, op zijn eigen manier.

Effect en vergelijking

Als de kunstmatige tweedeling tussen politieke comics van de Republikeinse en Democratische zijde tegen elkaar afzetten, valt vooral op dat die respectievelijk vermakelijk en activistisch is. Los van ieders voorkeur zijn de Republikeinse comics grappiger, beter uitgevoerd; ze schurken voorzichtig tegen het soort humor van Saturday Night Live en Mad aan, al hoeft het niet vreemd te heten dat die ideologisch gezien mijlenver van Trump en de zijnen verwijderd zijn. Het is tongue in cheek, grotesk en met genoeg zelfspot. De makers ontberen de aspiraties om het lezersvolk iets te leren of naar hun zijde te lokken. Er zijn geen intrinsieke motivaties, die er aan de andere kant van het spectrum juist veel te nadrukkelijk zijn. Het geklop op de borst van alles wat Democratisch is, klinkt gaandeweg als een plaat die blijft hangen. Het wordt er stomvervelend van.

We mogen gevoeglijk vaststellen dat het effect van comics op de verkiezingen nihil is. Voor striplezers valt er niet veel te genieten, vooral omdat het al snel gedateerd is. Wie nu de comics over de jonge Bush leest, herinnert zich hooguit wat strapatsen van de man, maar werkelijk interessant is het nergens meer. Hetzelfde geldt al voor de comic van Bernie Sanders. Zijn verhalen, pas een  jaar oud, zijn intussen ingehaald door de actualiteit en hebben alle relevantie verloren. Maar vooral: politici zijn geen superhelden, zelfs geen stripfiguren. Al doen Trump en Pence het niet slechts als uitgekiende slechteriken. Dat geven we ze na.


De 9e Kunst plaatst met enige regelmaat artikelen die eerder werden gepubliceerd in het tijdschrift Stripgids. Dit artikel verscheen in Stripgids #7, juni 2020