Op 16 oktober 1923 richtte Walt Disney samen met zijn broer Roy The Walt Disney Company op. Dat is vandaag dus exact 100 jaar geleden. Om dat heuglijke feit te vieren liet Disney Publishing Worldwide (de uitgeeftak van het Amerikaanse moederbedrijf) acht stripverhalen maken, geïnspireerd op klassieke Mickey tekenfilms. De officiële naam van dit project luidt Once Upon a Mouse… in the Future. In Frankrijk verschijnen deze verhalen in twee gebonden boeken op A4-formaat bij uitgeverij Glénat, in de reeks Disney-verhalen die bij ons is stopgezet. In Duitsland staan deze verhalen in een pocket op A5-formaat, vergelijkbaar met de Premium pockets. In Nederland neemt DPG Media genoegen met een standaard Duck pocket.
Om het boekje toch wat op te fruiten, is het omslag voorzien van een gouden rand en een preegdruk waardoor Mickey en Donald niet alleen te zien, maar ook te voelen zijn. Een schrale troost. Dat DPG niet kiest voor gekartonneerd A4 valt nog te begrijpen, maar waarom geen groter formaat en beter papier? Dat had van deze uitgave tenminste echt iets feestelijks gemaakt. Dan had men misschien ook gelijk het schamele ‘dossier’ achterin kunnen uitbreiden van twee pagina’s naar acht. Het zijn minpunten die in schril contrast staan met de introductiepagina’s die voorafgaan aan elk verhaal. Daarin ontdek je welke klassieke animatiefilm de inspiratie vormde, wat de film bijzonder maakt en wat erin gebeurt. Het is allemaal zeer beknopt, maar men heeft de moeite tenminste genomen. Het lijkt wel alsof DPG geen budget wilde vrijmaken en de redactie daarom in haar eigen tijd wat trivia bij elkaar geschreven heeft om toch een extraatje te kunnen bieden. Dat had feestelijker gekund. Gelukkig maakt de inhoud veel goed.
De verhalen zijn bedacht door Francesco Artibani, bekend van W.I.T.C.H. en recent nog van Moby-dick en Mausopolis in de Donald Duck Classics pockets. Hij schreef twee van de verhalen zelf, de andere zes liet hij over aan collega’s. Dat levert een breed palet aan schrijfstijlen op. Wat alle verhalen gemeen hebben, is dat ze zijn geschreven in de geest van de oude animaties. Dat wil zeggen: een kort verhaal (30 pagina’s) met een eenvoudig plot, hoog tempo, veel actie en nog meer humor (vooral slapstick). Alle verhalen spelen ook honderd jaar in de toekomst.
De verhalen houden zich slechts zeer losjes aan het bronmateriaal. De premisse komt altijd overeen (spokenjagers Mickey, Goofy en Donald gaan op jacht in een oud spookhuis, bijvoorbeeld) en elk verhaal bevat elementen die verwijzen naar het origineel (zoals het uiterlijk van de spoken), maar daar is alles mee gezegd. De auteurs hebben een hoop vrijheid gekregen en die hebben ze duidelijk benut. Dat levert verhalen op die stuk voor stuk getuigen van veel plezier en enthousiasme. Niks wereldschokkends, maar gewoon avonturen waar je goede zin van krijgt.
Toch zijn de ware sterren van deze pocket zonder enige twijfel de tekenaars. Elk verhaal is een visueel spektakel, bomvol experiment en expressie. Grappig is het verhaal Ruimteschipbouwers, waarin het lijkt alsof personages en achtergrond uit papier geknipt zijn, à la Southpark of Paper Mario. Een vergelijkbaar knipoogje zien we in De brandweer van morgen, waar gewerkt is met rasters, net als in de nieuwste Spider-Man animaties. In Mickey’s Marsrover zijn de lijnen ragfijn en speelt de inkleuring de hoofdrol. Dat is zo mogelijk nog sterker in Ellendige ruimteknagers, waar het gebruik van lijnen, maar ook van achtergronden is geminimaliseerd en de inkleuring hoofdzakelijk de vormen bepaald. In De robotpoetsers zijn lijnen zelfs helemaal weggelaten en is er enkel inkleuring. Dat heeft overigens als nadeel dat huidskleur bijna niet te onderscheiden is van het gelige papier. Een ander nadeel van het papier zien we in het laatste verhaal, Eenzame spoken in de toekomst, waar het zuigende pulppapier de kleuren zo donker maakt dat de tekeningen dreigen dicht te lopen. Nogmaals: een iets luxere uitgave had deze pocket beter gepast.
Eén verhaal draait om Donald, één om Mickey, en in zes verhalen vormen Mickey, Donald en Goofy een team. In dat laatste geval dicteren de richtlijnen van de Disney marketeers dat Mickey de leiding neemt en de persoon is met de briljante ingevingen. Dat zorgt er traditioneel voor dat Donald, die wij in Nederland liefst in een hoofdrol zien, wordt gereduceerd tot het dubbeltje dat nooit een kwartje wordt en dat Mickey de betweter is die hem elke kans ontneemt om ook eens te schitteren. Gelukkig dringt de moderne tijd ook door tot de Disney burelen en is er tegenwoordig meer ruimte voor nuancering. (Overigens wordt die speelruimte groter als de verhalen zich afspelen in een alternatief universum, wat mogelijk een reden is geweest om de verhalen in de toekomst te laten spelen.) We zagen die modernisering fantastisch gedemonstreerd in de nieuwe Mickey-animaties die in India werden geproduceerd. Die zijn niet alleen in een moderne, frisse stijl getekend, maar er bestaat ook meer gelijkwaardigheid tussen Mickey, Goofy en Donald. De verhalen in deze pocket ademen zo’n zelfde sfeer uit. Mickey is nog steeds de pienterste, maar hij is niet langer foutloos, noch heeft hij het alleenrecht op slimme ideeën en heldhaftige daden.
Alles bij elkaar is deze Donald Duck jubileumpocket een uitstekend uurtje vermaak, met pretentieloze, maar zeer vermakelijke, vlot vertelde verhalen voorzien van fantastische tekeningen. De lat ligt acht verhalen lang hoog en zakt eigenlijk nergens in. Dat maakt het een van de beste pockets in jaren. Dat hij niet iets groter en luxer is uitgevoerd blijft een gemiste kans, maar laat dat je niet tegenhouden. Ook zo valt er genoeg te genieten.
Francesco Artibani en anderen – Donald Duck jubileumpocket – DPG Media. € 9,95