Strips

Op de Canadese olievelden van Ducks blijkt beschaving een dun laagje fineer

Kate Beaton: DucksDe viering van diversiteit en de omhelzing van het feit dat ieder mens weer ander is, zijn onderwerpen die al enkele jaren hoog op de maatschappelijke agenda staan. Zelfs bedrijven profileren zich ermee in de hoop op een positief imago. Maar er zijn ook plekken op deze aarde waar dit onderwerp nog altijd onontgonnen gebied is. Plekken waar diversiteit ver te zoeken is en waar je als buitenstaander – omdat je een vrouw bent, bijvoorbeeld – weinig anders lijkt te kunnen doen dan een olifantenhuid kweken. Kate Beaton, bekend van haar meermaals bekroonde webcomic Hark! A Vagrant, bevond zich enkele jaren op zo’n plek en besloot haar ervaringen te delen in het boek Ducks.

Op haar 21e heeft Kate een flinke studieschuld aan haar broek hangen en ze besluit om die eerst weg te werken. De keus valt op de olievelden van Athabasca in de staat Alberta. Het is een van god verlaten plek, waar goed betaald wordt voor zware, fysieke arbeid onder slechte omstandigheden. Wie een stuk gereedschap kan vasthouden is welkom, en ook wie geen vak heeft geleerd kan er terecht. Het grootste deel van Kates collega’s bestaat dan ook uit laag opgeleide mannen, niet zelden afkomstig van afgelegen gebieden. Ze komen dagelijks langs in haar tool shed, de keet waar al het gereedschap wordt bewaard. Kate deelt het uit, neemt het weer in en zorgt ervoor dat het allemaal schoon is en werkt. 

Kate Beaton: DucksHet is vanaf de eerste dag duidelijk dat Kate, als een van de weinige vrouwen, veel bekijks trekt. En het is niet dat ze volledig bleu deze mannenwereld instapte, maar ze schrikt toch van zoveel seksisme en de openheid waarmee het plaatsvindt. Ze spreekt zich uit, maar vindt nauwelijks gehoor. Natuurlijk is het niet hoe het hoort, natuurlijk wordt er iets van gezegd, maar hé… het is ook gewoon hoe het is en de jongens bedoelen er niks mee, dus misschien moet ze niet zo moeilijk doen. En dus kweekt Kate al snel een olifantenhuid. Tot het onvermijdelijke gebeurt: er is een feestje, ze heeft teveel drank op en tuint in een smoesje om even langs de slaapkamer van een collega te gaan. Kate weet dat ze is misbruikt, maar ze is al zo gewend haar schouders op te halen dat ze maar met moeite kan duiden wat er precies is gebeurd, hoe de schuldvraag in elkaar steekt en hoe zwaar het vergrijp werkelijk is. Haar chef kan dat wel: vervelend, maar drank en een feestje, dus geen reden om hard werkende collega’s zwart te maken. Ofwel: suck it up.

Zoals vaker het geval is bij memoires, heeft Ducks geen duidelijke spanningsboog. Hele stukken worden verteld in anekdotes van één of twee pagina’s die niet noodzakelijkerwijs bijdragen aan het plot, noch verband houden met elkaar. Maar een rode draad is er wel: Ducks laat zien wat er gebeurt als je een (mannelijke) monocultuur creëert die bijna geen connectie meer heeft met de rest van de wereld en moet overleven onder extreme omstandigheden. Er ontstaan nieuwe omgangsregels waarbij de rechten van het individu ondergeschikt zijn, zeker als het een buitenstaander betreft. Ducks richt zich vanzelfsprekend op de ervaringen van een vrouw onder de mannen, maar meer dan eens wordt gesuggereerd dat ook mannen niet ‘ongeschonden’ van de olievelden terugkeren.

Kate Beaton: DucksHet is jammer dat Beaton de camera niet wat vaker buiten haar beschutte werkplekken plaatst. Meer aandacht voor de onherbergzaamheid van Athabasca, de onwerkelijkheid van de pernis-achtige oliemaatschappij, de gure omstandigheden waaronder gewerkt wordt en de extreme apparatuur die men daarbij gebruikt, hadden het wellicht begrijpelijker gemaakt waarom deze plek uiteindelijk aan iedereen vreet. Toegegeven, de tekenstijl van Beaton leent zich beter voor kantoorscènes dan uitgestrekte panorama’s, maar toch. 

Beaton raakt enkele keren aan andere vormen van rechtenschending die gepaard gaan met de oliewinning (het is duidelijk systemisch). Eenmaal ontdekt Kate een filmpje waarin wordt betoogd welk onrecht de inheemse bevolking wordt aangedaan door de oliewinning. Er wordt gewezen op de lekkende bekkens met industrieel afvalwater die het oppervlaktewater vergiftigen. Het zet Kate aan het denken. In diezelfde bekkens landen op een dag trekkende eenden, waarop netten worden gespannen om herhaling te voorkomen. Niet zozeer omdat de maatschappij het beste voorheeft met het milieu, maar vooral omdat ze de negatieve publiciteit kan missen als kiespijn. Het zijn onderwerpen die Beaton aanstipt op de momenten dat ze zich in haar leven voordeden, maar die best meer aandacht hadden mogen krijgen om het ontwrichte en ontwrichtende karakter van de hele onderneming verder uit te lichten.

Kate Beaton: DucksHet zijn een paar kritiekpunten op een fascinerend boek dat licht werpt op een extreme werkplek aan de rand van de wereld. Maar behalve interessant is het ook een belangrijk boek. Ducks werpt de vraag op hoe dun het laagje fineer is dat we beschaving noemen en hoe makkelijk we de aantasting hiervan accepteren zolang we ons maar aan de goede kant van de streep bevinden. Of als we, zoals Kate Beaton, ons niet in staat achten een systeem waarvan we afhankelijk zijn (in ons eentje) te kunnen veranderen. Niet voor niets won Ducks meerdere prijzen, waaronder dit jaar twee Eisner Awards (Best Memoir en Best Writer/Artist). 

Kate Beaton – Ducks. Jonathan Cape. 436 pag. zwart-wit, hardcover. $39.95