Met Hypericon levert Manuele Fior een interessante, gelaagde graphic novel af. Het is een vrij klassiek verhaal dat keurig op twee sporen balanceert, tussen 1922 en 1998. Teresa is een excellente studente uit Italië die met een Erasmus-beurs in Berlijn verzeild raakt. Ze mag er een tentoonstelling cureren over de ontdekkingen van de graftombe van Toetanchamon. Terwijl ze de stad verkent, ontmoet ze de Italiaanse fils de papa Ruben. Hij slijt zijn dagen in een kraakpand waar hij een beetje filosofeert over de belangrijke dingen in het leven en verder weinig inhoudelijks presteert. Hij blijft ook in het verhaal een flat character, hij lijkt er in eerste instantie vooral te zijn om Teresa van haar werk te houden. Toch blijft Teresa bij hem, om wat voor romantische reden dan ook.
Het andere spoor is een mooie reeks flash backs naar de expeditie van de beroemde graftomben. Aan de hand van het dagboek van Howard Carter geeft Fior een boeiend inkijkje in hoe dat er in 1922 aan toe ging, met karavanen, het graafwerk en de onwaarschijnlijke ontdekking van het gangenstelsel en de kamers. Fior brengt dat schitterend in beeld.
De beide verhaallijnen komen hooguit op symbolisch niveau bij elkaar. De hypericon, de bloem der duizend deugden, kwam in het verhaal van Carter voor (men vond de bloemen in de grafkamers van Toetanchamon, als verdrijver van boze geesten) en ook in Teresa’s verhaallijn. De bloem wordt in de homeopathie gebruikt om slapeloosheid te bestrijden en laat Teresa daar nu net in hevige mate aan lijden. Op het omslag ligt ze op bed, naast een vaasje met de bloemen. Op het vaasje is het oog van Horus afgebeeld. Zo stopt Fior wel meer oudheidkundige en culturele verwijzingen in zijn tekeningen, niet altijd per se subtiel.
Dat de hypericon op deze manier de twee verhaallijnen met elkaar bindt, laat zien dat ze eigenlijk niet heel erg veel met elkaar van doen hebben. Het verhaal van Ruben en Teresa is een romance, die haar werk steeds verder naar de achtergrond duwt. Maar wat Teresa nu van de hele situatie opsteekt, komt niet echt aan de oppervlakte. Gooit ze het over andere boeg? Kiest ze zonder omhaal voor een heel ander leven? Nee, niet echt. Daar kan de symboliek van de bloem even niks voor het verhaal betekenen.
Het puike zit in de grafische uitwerking. Fior (van de bekroonde graphic novel 5000 kilometer per seconde, uit 2011 nota bene) heeft met Hypericon een heel zacht en sprekend verhaal getekend. Anders dan zijn plot verbindt zijn tekenwerk beide tijdvlakken wel perfect met elkaar. Zijn kleurgebruik overbrugt met gemak 76 jaar, zonder dat de lezer grote sprongen hoeft te maken tussen de decennia. Dat is heel knap gedaan.
Ook bijzonder is dat juist het kleurgebruik het tempo van de vertelling vertraagt: iedereen herinnert zich het Berlijn van 25 jaar geleden precies zoals Fior het tekent. Het geeft het verhaal in eerste instantie iets mystieks, wat overigens door toedoen van Ruben geweld wordt aangedaan: zijn entourage, van underground party’s, kinky figuren en stonede crusties, detoneert behoorlijk.
Hypericon is een verhaal van meerdere vergezichten geworden, waarvan de historische het mooist is. De liefdesperikelen van Teresa en Ruben zijn vrij tam en inwisselbaar, vooral omdat Fior zich niet op zijn gemak voelt als er emoties moeten worden getoond. Omdat het verhaal heel soepel wordt verteld en prettig leest, heeft lezer geen tijd om zich te storen. Misschien is dat ook een van de vele deugden van de hypericon.
Manuele Fior – Hypericon. Standaard Uitgeverij. 144 pagina’s hardcover. € 27,99.