De laatste jaren verschijnen er met vaste regelmaat nieuwe albums van de serie De Klaagzang van de Verloren Gewesten. De jongste loot uit de saga, Regina Obscura, is reden er eens wat langer bij stil te staan.
De curator van een tentoonstelling over de stripreeks De Klaagzang van de Verloren Gewesten was vorige zomer eventjes onaangenaam verrast. Tijdens de Stripdagen Haarlem werden originelen van alle tekenaars getoond die aan de serie meewerken. Maar toen de uit Frankrijk opgestuurde pagina’s van Béatrice Tillier werden uitgepakt, dacht hij met simpele kopieën van de ingekleurde pagina’s uit de albums van doen te hebben.
Pas na nauwkeurige bestudering bleek het wel degelijk om de originelen te gaan. Tillier kleurt haar pagina’s zelf in en dat doet ze zó netjes, dat de originelen bijna niet van de latere gedrukte pagina’s te onderscheiden zijn. ,,Ik ken niemand die zó nauwkeurig werkt als Béatrice’’, zei Grzegorz Rosinski die bij de vernissage aanwezig was.
Tillier is verantwoordelijk voor de vierdelige cyclus De Heksen, waarvan ze onlangs het derde album heeft afgerond: Regina Obscura. Haar bijzondere tekenwerk is een van de redenen van het succes van De Klaagzang van de Verloren Gewesten. Het verhaal van de serie is misschien niet bijster origineel: ridders, tovenarij, monsters en de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Maar de fantasyreeks onderscheidt zich van concurrerende series omdat er alleen maar toptekenaars aan meewerken.
Het oorspronkelijke vierluik werd getekend door Rosinski. Voor een prequel werd de inmiddels overleden Philippe Delaby aangezocht. En nadat Tillier verantwoordelijk werd gemaakt voor weer een nieuwe verhaallijn, verscheen twee jaar terug een vierde cyclus van de hand van Paul Teng.
Germanen en Kelten
Verantwoordelijk voor alle scenario’s is de inmiddels 73-jarige Jean Dufaux. ,,Ik weet inmiddels wel hoe ik een scenario moet vertellen dat aanslaat bij het grote publiek’’, vertelde hij in Haarlem. ,,Als kind verslond ik allerlei boeken en films over de Middeleeuwen. Over de ridders van de ronde tafel, Duitse sagen, Ierse en Schotse volksverhalen. Ik heb cinematografie gestudeerd en denk heel erg in beelden. Ik ben nooit zo zeer beïnvloed door andere stripmakers als wel door Italiaanse filmregisseurs.’’
Met het idee voor De Klaagzang van de Verloren Gewesten liep hij al langer rond. ,,Ik wilde een verhaal maken, dat geënt was op de Germaanse en Keltische mythologie, in plaats van de Griekse en Romeinse mythologie die door zo veel anderen wordt uitgemolken. Ik ben ook altijd gefascineerd geweest door de verhalen van Tolkien. Ik liep al jaren te broeden op zo’n soort universum, zoals de Amerikaanse schrijver George R.R. Martin (bekend van de fantasyserie Het lied van ijs en vuur, waar de televisieserie Game of Thrones op is gebaseerd, red.) dat ook deed. Tot ik via de uitgever in contact kwam met Rosinski. Hij had met Thorgal ervaring met het genre dat ik ook wilde beoefenen.’’
En toen viel het kwartje bij Dufaux. Hij heeft naar eigen zeggen altijd onaffe ideeën voor verhalen in zijn hoofd, die pas concreet worden als hij de geschikte tekenaar erbij vindt die het idee kan verbeelden. Dan ontrolt zich als vanzelf het verhaal. Zo ook met het verhaal van Sioban, het hoofdpersonage uit De Klaagzang van de Verloren Gewesten. De ontmoeting met Rosinski deed alles op zijn plek vallen. ,,Waarbij ik het geluk had dat Grzegorz ook zin had in een nieuw project naast Thorgal.”
Zelf vertelde de geboren Pool dat het werk met Dufaux heel anders is dan met Jean Van Hamme, de scenarist van zijn succesreeks Thorgal. ,,Het voelde voor mij als een bevrijding om even heel anders te kunnen tekenen dat binnen een serie die ik al jaren maakte. Ik ben altijd meer geweest dan Thorgal. Ik maakte ooit humorstrips, ik maakte sciencefiction met Hans, ik illustreerde, ik ben schilder. Ik wilde naast Thorgal meer vrijheid. Grafisch nieuwe dingen uitproberen, een nieuw universum scheppen.’’
Tillier was afwezig in Haarlem wegens een corona-besmetting. Maar in een interview met Ligneclaire.info vertelde ze over de samenwerking. Voor het net verschenen album Regina Obscura kreeg ze voor het eerst het scenario in één keer. ,,Voorheen kreeg ik het verhaal in stukjes, zonder te weten hoe het verder zou gaan. Ik kreeg dan de indeling per pagina, de dialogen en wat de bedoelingen zijn van de personages. Voor de rest was ik vrij. Ik kon zelfs zelf verzinnen hoe de personages eruit zouden zien.’’
Wat dat betreft had Paul Teng het lastiger. De cyclus waar hij nu aan werkt, is een direct vervolg op de albums die Rosinski maakte. Hij erfde dus een wereld en personages waarvan Rosinski al had bepaald hoe die eruit zouden zien. Iets wat hem eerder overkwam toen hij de reeks Tristan overnam van Jean Pleyers.
Eigen ideeën
Maar het viel hem mee, vertelde hij. ,,Het is een universum waar ik me in thuis voel, net als bij de personages die Rosinski geschapen heeft. Het geeft me meer energie hieraan te werken dan aan andere series waar ik werkte. Bij Tristan moest ik erop letten dat wapenuitrusting en kledij historisch klopten. Bij De Klaagzang van de Verloren Gewesten heb ik veel meer vrijheid, omdat het een fantasyserie is.’’
En die vrijheid geeft Dufaux zijn tekenaars ook graag. ,,Ik word zelf ook vaak verrast door de interpretatie die zij aan mijn ideeën geven. Ik geef wel aan wat ik op elke pagina wil hebben, maar daarbinnen kunnen ze hun eigen ideeën vormgeven. Zo ben ik zelf ook elke keer weer verrast bij het maken van een album. En ik denk dat het zo ook fris blijft voor de lezer.’’
Het is de vrijheid die Tillier maar wat graag greep. Zij hoefde in tegenstelling tot Teng geen rekening te houden met wat Rosinski al had vormgegeven. Tegen Actuabd.com vertelde ze ooit ‘geen enkele beperking’ te hebben gevoeld toen ze aan haar cyclus begon. ,,Ik hoefde geen reeds bestaande personages te gebruiken.’’
En ook haar manier van werken was anders. In tegenstelling tot Rosinski en Teng kleurt zij haar pagina’s zelf in. Kleur is voor haar een essentieel onderdeel van haar tekeningen. ,,Daarin gaf Dufaux me wel aanwijzingen. Zo gaf hij aan dat in bepaalde scènes of bij bepaalde personages de kleur rood moest overheersen. Dat doe ik dan. Maar verder ontstaan de ideeën voor de kleuren als ik een pagina aan het opzetten ben en ik me de sfeer voorstel van wat er in de tekeningen gebeurt. Waarbij ik direct op de originelen werk, anders blijf ik experimenteren met kleur terwijl vaak het eerste idee het beste is.’’
Vertrouwen
In De Klaagzang van de Verloren Gewesten heeft elke clan een eigen kleur, zodat het voor de lezer makkelijker te volgen is. Tillier doet het heel subtiel. Zo hebben alle heksen in haar albums ergens groene tinten, in hun ogen of in hun kledij.
Door de toevoegingen van de tekenaar, past Dufaux soms onderweg zijn scenario’s aan. Van de eerste twee albums waaraan Tillier begon te werken, wist ze niet eens hoe die zouden aflopen. ,,Hij maakt het verhaal, hij heeft het grotendeels in zijn hoofd. Maar hij geeft de tekenaars met wie hij werkt alle vertrouwen om dat verhaal op hun eigen manier in beelden om te zetten. Hij gaat over de inhoud, wij over de vorm”, zei ze tegen Sceneario.com.
Hoewel Rosinski naar meer vrijheid verlangde, besloot hij destijds toch te stoppen met De Klaagzang van de Verloren Gewesten. ,,Ik moest wel, het was te veel werk. Thorgal was mijn hoofdreeks. Je kunt niet twee hoofdreeksen maken. Om die reden ben ik destijds ook met Hans gestopt. Ik zei tegen de uitgever: het kan niet allebei, ik moet kiezen. Je kunt wel korte series of oneshots maken naast je hoofdreeks, maar een volwaardige reeks is onmogelijk vol te houden. Van een succesreeks moet er elk jaar een album verschijnen.’’
Eigen interpretatie
Dat daarna andere tekenaars De Klaagzang van de Verloren Gewesten hebben voortgezet en er hun eigen interpretatie aan geven, boeit hem niets. ,,Het is hún product en dat van de scenarist. En van de lezer natuurlijk. Net als met Thorgal: nu ik ben gestopt, is het niet meer van mij.’’
Ondertussen werkt Teng aan de laatste albums van zijn cyclus. Werken met Dufaux bevalt hem wel, vertelt hij. Al heeft hij nu minder vrijheid dan wanneer hij zelf zijn scenario’s schrijft, wat hij meermaals deed. ,,Maar alles zelf doen geeft ook veel onzekerheid. Het is ook wel fijn om met een professionele schrijver samen te werken. Zeker als het is voor een populaire serie als De Klaagzang van de Verloren Gewesten, waarvan je bij voorbaat weet dat het goed verkocht zal worden. Dat geeft meer bestaanszekerheid. Strips maken is een passie waar je altijd mee doorgaat, soms doe je het in je eentje. Maar het geeft wel voldoening als je er veel mensen mee bereikt.’’
Of er nog een vijfde cyclus komt, weet Dufaux nog niet. Een serie als De Klaagzang van de Verloren Gewesten kost hem veel energie, vertelde hij. ,,De leeftijd begint ook te tellen. Het is geen serie die je op de automatische piloot maakt, als albums met een verhaal maar zonder echte ziel. Ik weet inmiddels donders goed wat voor verhalen ik moet maken als ik albums wil verkopen. Verhalen met een mooie jonge vrouw in de hoofdrol die het opneemt tegen een gemene slechterik verkopen beter dan een verhaal over de dood van Balzac. (Hij maakte ooit een boek over Balzac met Joëlle Savay, red.) Ik wil iets maken waar ik zelf nog plezier in heb. Verhalen die in mijn hoofd zitten en die er nog uit moeten.’’