Strips

Stripbiografie E.P. Jacobs in stijl: onberispelijk, interessant, braaf

Een echte biografie over Edgar P. Jacobs, de geestelijk vader van de stripklassieker Blake en Mortimer, was er nog niet. Met Edgar P. Jacobs De doemdromer is er nu een keurig verslag van het leven van een van de grote namen uit het Franco-Belgische beeldverhaal. Het is keurig als in onberispelijk, kreukloos, beschaafd en dus een beetje braaf. Voeg daarbij de heldere, fijne tekenstijl van Philippe Wurm à la Jacobs en je hebt exact een beeld van hoe de man bij leven en welzijn was. Edgar P. Jacobs (1904-1987) was een harde werker, een man met vele passies en iemand die niet graag op de voorgrond trad.

Dat leek aanvankelijk anders: in zijn jonge jaren wilde Jacobs bij de opera en de eerste drie van negen hoofdstukken gaan vooral over die ambitie. Mensen uit zijn entourage zeiden vroeger al dat hij zeker goed bij stem was en dat er in hem een begenadigd zanger schuilging, maar gelukkig voor de stripliefhebber koos Jacobs uiteindelijk voor een andere carrière. Zoals in alle biografieën is de aanlooptijd naar de doorbraak meestal was vreugdeloos en opsommerig en hier is dat niet anders. De lezer moet er gewoon even doorheen: fans van Jacobs willen lezen over zijn auteurschap, nergens anders over.

Daar komt bij dat scenarist François Rivière veel over Jacobs weet (hij schreef al vaker over hem) en de lezer graag deelgenoot maakt van zijn kennisgebied. Hij doet dat door de figuren veel te laten vertellen en verklaren. Dat levert – vooral in het eerste gedeelte – gekunstelde dialogen op. De volzinnen zitten tjokvol weetjes en informatie; het leest allemaal wat droog. Daar komt bij dat het soms wat al te ludiek wordt en dan werken de karikaturale tekeningen beslist niet mee.

Maar dan verandert de sfeer van het verhaal. Dat gebeurt als Jacobs aan het tekenen slaat, als hij een onderdeel wordt van het métier. Het is een omgeving met klinkende namen, onder wie Hergé die ook in dit verhaal als een bemoeizuchtige, jaloerse en achterbakse hork wordt opgevoerd. Het wordt extra aangezet door de zachte aard van Jacobs, die zelfs Hergés censuurmaatregelen op zijn werk laat passeren*. In deze omgeving is de kennis van Rivière prima op zijn plaats: we lezen hoe het er in de gloriejaren van weekblad Kuifje aan toe gaat, hoe de uitgevers de wind in de zeilen hebben en hoe de stripmakers daarvan profiteren.

Vanaf een-derde wordt het verhaal heel sterk. De balans tussen zijn werk en privé en het werkveld, met alle figuren die allemaal zelf ook naam maakten in die tijd, is perfect. Pas aan het einde van het verhaal, als we vanwege de sterfdatum van Jacobs weten dat we in zijn laatste jaren zijn aanbeland, lijken de andere personages al een voorschot op Jacobs’ einde te nemen. Zijn vrouw overlijdt in 1977 en sindsdien verschijnen er geen strips meer van Blake en Mortimer. Wel verschijnen zijn memoires nog, maar dan leeft Jacobs al een teruggetrokken bestaan. In 1987 sterf hij.

Het is de chronologie van de biografie die het einde wat treurig maakt. Met een overkoepelende verhaallijn, bijvoorbeeld over het oeuvre van de man, zou er iets tastbaars overblijven om het verhaal waardig mee af te sluiten. Nu moeten we het doen met een paar tekstloze strippagina’s, die in de verte iets suggereren maar niet werkelijk beklijven. Iets met een nachtelijke lucht, traptreden en een vallende ster. Als sluitstuk mag François Rivière nog kort stilstaan bij ‘zijn rijke uren’ met E.P. Jacobs. Het hoort er tegenwoordig bij: steeds vaker treden makers op de voorgrond om hun rol in het grotere geheel toe te lichten. Laat onverlet dat Wurm en Rivière een heel goede stripbiografie hebben afgeleverd, geheel in stijl.

Philippe Wurm & François Rivière – Edgar P. Jacobs: De doemdromer. Daedalus. 144 pagina’s. € 19,95 / hardcover € 29,95.


* In het nieuwe tijdschrift van Les Amis de Jacobs (nummer 32 van een werkelijk heel stijlvol periodiek gewijd aan het leven en werk van Jacobs) wordt uitvoerig stilgestaan bij de censuur- en aanpassingsdrift van Hergé, met name bij de omslagen van Het Gele Teken.