De laatste draak is middeleeuwse-fantasy: het speelt zich af in het verleden in West-Europa: er zijn steden die we nog steeds kennen, vorsten wier namen bekend voorkomen, er lopen ridders en soldaten rond en er is een paus die macht heeft. Maar er is ook een fantasy-element: er zijn draken. Die hebben het wel moeilijk. Er wordt namelijk op hen gejaagd vanwege het drakoniet, een soort edelsteen die zich in de kop van de draak bevindt. Drakoniet is kostbaar en de werking ervan is krachtig.
Officieel mag er alleen gejaagd worden op wilde draken. Er zijn ook draken die gemend worden door drakenvrouwen en daarmee uitgesloten zijn van de jacht. De vrouwen zijn lid van de Orde van de Draak. Zo lang ze maagd zijn, kunnen ze een draak berijden, al verwilderen draken vroeg of laat.
Het verhaal gaat rond dat er een drakenei gevonden is. Dat is goed nieuws voor de orde. Moeder overste stuurt de drakenvrouw Umas op onderzoek uit, samen met het meisje Jeanne. Maar ze zijn niet de enigen: Draga, een Draca-heks heeft dezelfde opdracht. Verder is er de verhaallijn van Stali, wier draak gedood is. Zij gaat naar Cinque Terre om daar een inwijdingsritueel te ondergaan.
De laatste draak leest als een historische strip, maar met iets extra’s: de wereld van draken, de draca’s, en een duistere orde. Dat is een aangename mix. Het historische aspect maakt het verhaal aannemelijk, alsof het bijna feitelijk is. Het fantasy-element krijgt daardoor iets vanzelfsprekends, alsof het nu eenmaal hoort bij de tijd die wordt opgeroepen.
De lezer moet behoorlijk wat informatie tot zich nemen om de situatie te begrijpen. Schrijver Jean-Pierre Pécau krijgt het voor elkaar om die informatie vrij natuurlijk te verweven in het verhaal: Jeanne bestudeert oude boeken, mensen vertellen elkaar wat ze gehoord hebben of verwijten elkaar wat en en passant krijg je informatie mee. Bijna nergens zijn er tekstblokken voor nodig. En ook al is het verhaal mede vanwege de verschillende verhaallijnen niet eenvoudig, toch raak je de weg er niet in kwijt.
Dit eerste deel is een opmaat naar wat komen gaat in volgende delen. Maar ook in dit eerste deel gebeurt al een hoop. Zo is er de strijd tussen Milaan en Florence. Zal Umas op tijd komen om de bondgenoot Milaan te helpen? En is ingrijpen eigenlijk wel gewenst? Verder weet je dat Stali zonder draak verder moet. De Orde weet nog van niets. Umas gaat naar haar op zoek. De lezer weet dat Stali zich aangesloten heeft bij een groep huursoldaten. In welk leger zullen die terechtkomen?
De tekeningen van Léo Pilipovic zijn zonder meer goed. Zijn stijl past bij het onderwerp van de strip. Je twijfelt geen moment aan de historische setting, gezichtsuitdrukkingen zijn duidelijk, maar niet overdreven, bewegingen van personen zijn natuurlijk. De tekeningen bevatten veel details, waaruit blijkt met hoeveel aandacht de tekeningen gemaakt zijn. Aan het eind van het album is er ook nog een klein dossier met schetsen die de manier van tekenen nog duidelijker laten zien.
De inkleuring van Thorn doet veel goeds voor de tekeningen. Er wordt slim gebruik gemaakt van licht en donker. Soms onderstreept de kleur de sfeer van de tekeningen, soms is er een contrast. Op de tekeningen waarop Stali treurt bij haar omgekomen draak, is de natuur lenteachtig groen waartegen het rood van de draak mooi uitkomt. De setting is bijna lieflijk, waardoor het leed nog schrijnender lijkt.
De laatste draak heeft alles in zich om een mooie reeks te worden: intrigerend verhaal, fraaie tekeningen, interessante thema’s. Kom maar door met dat volgende deel.
Jean-Pierre Pécau, Léo Pilipovic & Thorn – De laatste draak 1: Het jaden ei. Uitgeverij L. 64 pag. € 9,95