Strips

Sabels en Galjoenen: een kwart eeuw Italiaans improvisatietoneel op papier

sabels-en-galjoenen-10-van-de-maan-naar-de-aardeVijf jaar na de vertaling van het vorige deel van de humoristische serie Sabels en galjoenen, heeft uitgeverij Arboris nu dan eindelijk ook het tiende en laatste deel van deze reeks uitgebracht. En dat is weer tien jaar nadat dit slot al in het Frans verscheen. De liefhebbers hebben lang moeten wachten. Maar bijna 25 jaar nadat het eerste deel in onze taal verscheen, weten we nu hoe het afloopt met wat eigenlijk een soort toneelstuk in stripvorm is.

De Fransen Alain Ayroles en Jean-Luc Masbou studeerden samen aan de grafische academie in Angoulême toen ze een eigen rollenspel ontwierpen. „Daarbij moesten sommige spelers dieren spelen die konden spreken”, vertelde Ayroles daar ooit over in een interview. „De personages Armand de Malpertuis, Don Lope de Villalobos en Eusebio zijn zo geleidelijk ontstaan. Tijdens het spelen, de dialogen die we voerden en het gegiechel dat daarop volgde, begrepen Jean-Luc en ik dat die mengeling van mensen en pratende dieren een onuitputtelijke bron van grappen en absurde situaties vormde.”

sabels-en-galjoenen-10-p01Scenarist Ayroles en tekenaar Masbou werkten al voor uitgeverij Delcourt aan de serie Garulfo toen ze het idee voor Sabels en galjoenen inbrachten. Het was vanaf het eerste deel, dat in Frankrijk in 1995 verscheen, direct een succes.

De strip is op het eerste gezicht een ouderwetse swashbuckler, een benaming die in de filmwereld wordt gebruikt voor avonturenfilms met een cape dragende hoofdpersoon die bedreven is in zwaardvechten en acrobatiek. Denk aan Errol Flynn en je ziet het plaatje voor je. Maar swashbuckler is slechts een van de genres die scenarist Ayroles in de pan heeft gegooid om die vervolgens met allerlei andere genres te vermengen en er een volkomen uniek brouwsel van te maken.

De hoofdpersonen in Sabels en galjoenen zijn een wolf (Don Lope) en een vos (Armand) die rondlopen in een wereld die verder alleen door mensen wordt bevolkt. Ze nemen het ridderlijk op voor dames en nood, komen terecht op een Spaans galjoen van een kwade edelman die hen de hele reeks zal achtervolgen, bevrijden een schattig konijn (Eusebio) en samen met een hele trits bizarre personages waaronder een bende piraten, komen ze terecht op de maan waar een volk blijkt te wonen dat dol is op de Italiaanse commedia dell’arte.

Proberen te omschrijven wat er allemaal in tien delen Sabels en galjoenen gebeurt, vergt een dikke stapel papier. Maar de gebeurtenissen zijn eigenlijk van ondergeschikt belang. Ayroles improviseerde er bij het schrijven van de opeenvolgende delen lustig op los, vertelde hij. En wanneer hij een deel van het scenario naar tekenaar Masbou stuurde, reageerde die er weer op, wat het verhaal niet zelden in een andere richting stuurde dan Ayroles van plan was. „De hoofdlijn van het plot had ik wel in mijn hoofd en die is redelijk overeind gebleven in de loop der jaren. Maar alles wat er tussen het begin en het einde gebeurt, veranderde voortdurend. Sabels en galjoenen is geschreven zoals een feuilleton van Alexandre Dumas of een toneelstuk van de commedia dell’arte.”

sabels-en-galjoenen-10-p03De commedia dell’arte is een Italiaanse toneelvorm met allerlei vaste personages zoals Arlecchino (Harlekijn), Scaramouche, de gewiekste vrouw Colombina, de vrek Pantalone, il Dottore en de Capitano die in allerlei doldwaze situaties terecht komen. De personages zijn karikaturen, de plot gaat meestal over twee geliefden en de verhaallijn wordt deels door de acteurs geïmproviseerd. In veel bijfiguren in Sabels en galjoenen zijn die klassieke commedia dell’arte-personages te herkennen.

Ayroles is een groot liefhebber van allerlei ouderwetse vormen van toneel en dat is ook goed te zien aan Sabels en galjoenen dat wemelt van de verwijzingen naar oude toneelstukken of klassieke avonturenromans. Het begint al met de openingsscène in deel 1 waar Armand en Don Lope naar een uitvoering van Molières De schelmenstreken van Scapin staan te kijken op een plein in Venetië. De verwijzingen naar onder andere de fabels van Jean de la Fontaine, Cyrano de Bergerac (zowel de grootgeneusde dichter zelf als het beroemde toneelstuk dat later over hem gemaakt is door Edmond Rostand, het tiende deel bevat onder andere de beroemde balkonscène uit dat stuk) en de Middelnederlandse satire Van den vos Reynaerde zijn talloos. Ook Ayroles’ voorliefde voor zeventiende eeuwse Spaanse ridderromans is in de albums terug te lezen, wat hij onlangs overigens ook bewees door de schelmenroman De zwendelaar van Francisco de Quevedo uit 1626 vrijelijk te bewerken tot een bekroond stripalbum (Het goud van de zwendelaar met tekeningen van Juanjo Guarnido).

sabels-en-galjoenen-10-p05Net als in de commedia dell’arte draait Sabels en galjoenen om de de spitsvondige dialogen die deels op rijm zijn gemaakt en die – voor wie zich erin mee laat voeren – zorgen voor een voortdurende glimlach op je gezicht.

Het heeft lang geduurd voor Arboris de reeks completeerde, maar het koperspubliek voor deze strip is dan ook niet groot in Nederland. Een op het oog ouderwetse avonturenstrip voor een jong publiek dat eigenlijk een kolderieke hommage is aan het toneel voor een ouder publiek. De reeks heeft hier nooit enorme verkoopcijfers gehaald. Jammer, want Sabels en galjoenen verdient een grotere lezersschare. Wie een kwart eeuw geleden begon aan de serie, kan niet anders dan concluderen dat Ayroles en Masbou die tien delen lang fris en verrassend hebben weten te houden. Vrolijk met veel speelse verwijzingen naar klassiek toneel en dito standaardwerken uit de literatuurles.

In het Frans zijn er nog een deel 11 en 12 verschenen. Die gaan over wat het konijn Eusebio allemaal beleefde voor hij Don Lope en Armand ontmoette. Mocht Arboris die niet vertalen of (net als dit tiende deel) pas over tien jaar, dan is dat geen ramp. Dit verrukkelijke toneelstuk op papier is ten einde.

Alain Ayroles en Jean-Luc Masbou – Sabels en galjoenen 10: Van de maan naar de aarde. Arboris. 48 pagina’s. softcover. € 9,95