Strips

In goede aarde: De omgekeerde rivier

Het tweeluik De omgekeerde rivier wordt aangeprezen als een fantasy avontuur voor de jeugd, dus dat belooft wat. Op het eerste oog ziet het er heel goed uit: de tekeningen en vooral de kleuren zijn perfect in orde en scheppen meteen een sfeer van ver. Van een plaats waar besneeuwde bergen zijn, boomhuizen, kamelen en een winkel met duizend laatjes, waarin alles ligt wat je je maar kunt wensen. Tenminste, dat is wat Tomek denkt: hij bestiert de zaak en weet van alle laatjes wat erin zit. En toch, als er op een dag een meisje langskomt dat vraagt om een flesje water uit de rivier de Qjar, dan moet Tomek nee verkopen.

Het meisje vertrekt en Tomek krijgt haar niet uit zijn gedachten. Hij wil weten wat er zo bijzonder is aan het water uit de Qjar. Een oude baas weet hem te vertellen dat het een rivier is die van beneden naar boven stroomt. Het water dat uit de bron komt, helemaal op het topje aan het einde, is heel bijzonder: als je het drinkt ben je onsterfelijk. Er is een kleinigheidje: de Qjar ligt ongeveer aan de andere kant van de wereld. Dat is het begin van een mooi avontuur. Tomek vertrekt, op zoek naar de rivier maar eigenlijk naar het meisje.

Het eerste deel heet Tomek, en daarin volgen we de jongen op zijn magische zoektocht. Deel 2 heet Hannah en dat is de naam van het meisje over wie we dan al het een en ander te weten zijn gekomen in deel 1. Zo’n concept van twee perspectieven van hetzelfde verhaal is een leuk gegeven. In dit geval werkt het bijna goed: alleen in deel 2 krijgt de lezer iets te vaak opnieuw iets te zien, maar de doelgroep indachtig is dat misschien juist een bewuste keuze. Het geeft wel een mooi beeld van de twee tochten die zijn afgelegd; Hannah liep steeds een paar dagen voor Tomek uit.

Dit verhaal is niet de eerste verstripping van een roman van Jean-Claude Mourlevat, waar scenarist Maxe L’Hermenier zich aan zette. Vorig jaar verscheen het stemmige verhaal Oceaankind, met tekeningen van Stedho. Zowel de Vlaming Stedho als de tekenaar van dienst in dit tweeluik, de Fransman Djet, weet de juiste snaar te raken. Oceaankind is iets rauwer, De omgekeerde rivier is sprookjesachtiger, vooral vanwege de wonderlijke reis die de twee maken. En Djet weet hoe hij sfeer kan scheppen: het Bos der Vergetelheid is prachtig verbeeld, heel klassiek, net als de bloemenweide waar je bedwelmd raakt en daarna terecht komt in een wereld met kleine wezens, bijna zoals Alice in Wonderland.

Voor de jongere lezer – van 10 tot 14 jaar – is dit een perfecte strip, vooral omdat het verhaal goed wordt verteld en er genoeg aan de verbeelding wordt overgelaten. Daarbij is een verliefde jongen die achter een meisje aangaat altijd een fijn gegeven voor een avonturenstrip. Tel daarbij op dat Hannah een heel mooi motief heeft om water uit de rivier te bemachtigen en De omgekeerde rivier is een strip die mee mag op vakantie. Ideaal dus voor de doorgewinterde stripliefhebber die een wit voetje wil halen bij een neefje of nichtje: deze twee albums vallen zeker in goede aarde.

Maxe L’Hermenier & Djet – De omgekeerde rivier deel 1 en 2. Naar de roman van Jean-Claude Mourlevat. Daedalus. 72 pagina’s per deel. € 10,25.