Strips

Een SF-epos in wording: Nod Away is uniek, mysterieus en heeft een groot hart

Nod Away 1 CoverIn 2008 verscheen Skyscrapers of the Midwest. Met 288 pagina’s een ambitieus debuut van auteur Joshua W. Cotter. Het stripboek oogstte lof, werd zelfs genomineerd voor een Ignatz en vergaarde een zekere cultstatus, zeker onder stripmakers. Een jaar later vond Cotter de inspiratie voor een nieuw project. In een wetenschappelijk artikel las hij de stelling dat we op termijn in staat zullen zijn een digitale kopie te maken van het menselijk brein. Cotter stelde zich voor dat je daarmee ook het bewustzijn zou kunnen kopiëren. En als het menselijk bewustzijn kan worden omgezet naar enen en nullen, opent zich ineens een wereld aan mogelijkheden. Het zaadje voor Nod away was geplant.

Joshua Cotter heeft zijn leven lang al last van een bipolaire stoornis. Tegenwoordig geeft hij er zelf een andere naam aan, maar dat doet er niet zo toe. Belangrijker is dat het een zwakke plek vormt waar hij goed voor moet zorgen. Op zoek naar een baan die bij hem paste, kwam hij op zeker moment tot de conclusie dat zijn geestelijk welzijn het meest gebaat was bij creatief werk. Concreet gezegd: strips maken. Het liefst stripverhalen waarmee hij een tijdje onder de pannen is.

Nod Away 2 coverHet eerste deel van Nod Away verscheen in 2016 en was een lijvige 240 pagina’s. Onlangs verscheen deel 2, liefst 368 pagina’s dik. Naar eigen zeggen heeft Cotter nu acht jaar van zijn leven besteed aan Nod Away en hij weet ook hoeveel delen het gaan worden: zeven in totaal. Mocht het zweet je al uitbreken, weet dan dat dit tweede deel het dikste zal zijn. Het volledige verhaal zal uiteindelijk zo’n 1800 pagina’s omvatten, wat betekent dat er nu een derde op papier staat. Over zestien jaar, vlak voor Cotter de 60 aantikt, zou het verhaal voltooid moeten zijn. Als je een kwart eeuw besteed aan je magnum opus, dan kun je maar beter zeker weten dat het ook een goed verhaal is. Wat dat betreft is er goed nieuws.

Nod away speelt zich af in de toekomst. Het precieze jaar is onduidelijk, maar waarschijnlijk ergens deze eeuw. Wetenschapper Dr. Bertrand Earnest heeft een technologie ontwikkeld die hij het Innernet heeft gedoopt, maar in de volksmond streaming wordt genoemd. Het is een volledig draadloze variant op het internet waarvan de connector direct op de hersenen wordt aangesloten. De transponder in de nek maakt het mogelijk informatie te delen en op te vragen door er slechts aan te denken. Niet iedereen kan overigens streamen. Voor een deel van de volwassenen is het fysiek onmogelijk een connectie te maken.

Nod Away 1Hoofdpersoon in Nod away 1 is Melanie McKabe. Ze is wetenschapper en komt zojuist aan in het ruimtestation ISS Integrity. Hier bevindt zich één van de twee innernet hubs, de ruggengraat van het Innernet waar alle gedeelde informatie doorheen gaat. Recentelijk is ontdekt wat dit voor hubs zijn en dat heeft voor zoveel publieke ophef gezorgd, dat moederbedrijf Templa zich gedwongen ziet over te stappen op een andere technologie. Melanie McKabe moet ervoor zorgen dat die overstap zonder problemen verloopt.

Uitvinder van de nieuwe hub is Dr. Samuel Serious, een mensenschuwe, werkverslaafde excentriekeling die zijn gezicht zelden laat zien. Hij is niet alleen verantwoordelijk voor de nieuwe hub, maar ook voor een ander en minstens zo ambitieus project: de Weyl-Wheeler poort. De Weyl blijft op de ISS Integrity, de Wheeler wordt met het ruimteschip Dawn Aquila naar een te koloniseren planeet gebracht. Als het zover is, worden beide aangezet en vormen ze tezamen een poort waardoor mensen en goederen zich met één stap kunnen verplaatsen tussen de ISS Integrity en de kolonie in wording.

Nod Away 1Melanie en haar collega’s zijn uitgenodigd voor de eerste publieke demonstratie. De Weyl staat in het ISS, de Wheeler bevindt zich in de Dawn Aquila, die op enige afstand van het ISS in de ruimte zweeft. Na een korte uitleg en een toespraak activeert Dr. Serious de poort. Het publiek staart in een zwart gat en even lijkt het apparaat kapot. Dan klinken er ineens monsterlijke geluiden uit het duister. Een man stormt in blinde paniek door de poort, schreeuwend: “Sluit de poort!!”, en: “Iedereen wegwezen!” Daarna kruipt er nog iets door de poort en gaat het snel bergafwaarts met de feestvreugde.

Nod Away 1 bevat niet alleen 240 pagina’s, maar Cotter is bovendien niet vies van een tekstballonnetje meer. Ook als er niets te lezen valt is het zaak goed op te letten, want ook in de tekeningen wordt een hoop gecommuniceerd. Daar komt nog bij dat Cotter de tijd heeft genomen om een compact en ingenieus plot te construeren. Er gebeurt veel, wil ik maar zeggen. De samenvatting hierboven bestrijkt ongeveer de eerste helft van het boek, maar het is slechts een rode draad, er gebeurt veel, veel meer dan dat. Zoveel dat je regelmatig zult terugbladeren als er weer eens een puzzelstukje op zijn plek valt en een voorheen onbelangrijk detail – of raadselachtige scène – ineens meer betekenis krijgt. Dat werkt als een goede detective. Als lezer doe je mee met het ontrafelen van de mysteries. En daarvan zijn er genoeg. Ook nog aan het einde van deel 1. En deel 2, wat dat betreft.

Nod Away 1Cotter laat zijn personages graag spreektaal, dialecten en verkortingen gebruiken. Het is soms lastig Engels, waardoor conversaties niet altijd even eenvoudig te volgen zijn. Hij houdt er gelukkig wel van het verhaal rustig op te bouwen, het verhaal verloopt relatief traag. Voordeel is dat de lezer de kans krijgt de personages te leren kennen. En een spanningsboog opbouwen, de spanning vasthouden en afronden met een cliffhanger… daar hoef je Cotter niets over uit te leggen, dus als de vlam eenmaal in de pan slaat is het feest. Blader je aan het eind terug dan ontdek je bovendien dat veel passages minder vrijblijvend waren dan je aanvankelijk dacht. Een tweede lezing, of op zijn minst een extra keer doorbladeren, levert dus weer nieuwe inzichten op.

Deel 2 lijkt aanvankelijk een compleet ander verhaal te vertellen. De wereld oogt vertrouwd, het lijkt erop dat we ons in de huidige tijd bevinden. We leren Walter W. Walker kennen, een aspirerend illustrator in een grote stad. Zolang hij niet van zijn werk kan leven, bemant hij deeltijds de helpdesk voor een klein bedrijf. Hij heeft een oogje op het nieuwe meisje dat in het koffiecafé naast zijn kantoor werkt. Ze heet Aveline Moiré, is Frans en moet duidelijk nog wennen aan het Amerikaanse stadsleven. De twee hebben een klik. Aveline is spiritueel en koppig, ze heeft last van stemmingswisselingen en een neiging tot automutilatie. Niet de makkelijkste persoon om van te houden. Maar Walter, die zelf kampt met depressies, weet hoe het is en steunt haar ondanks haar grillige en soms ronduit egoïstische gedrag.

Nod Away 2Als Walters vader overlijdt, neemt Walter zijn boerderij over. Op het platteland is weinig afleiding én weinig werk en dus tekent hij. Walter, zelf ook geen toonbeeld van stabiliteit, komt zo tot rust en krijgt zijn leven terug op de rit. Na een tijdje komt Aveline bij hem wonen. Met wisselend succes. En dan, stukje bij beetje, wordt duidelijk welke rol Walter en Aveline spelen in het grote geheel. Het slotstuk knalt tenslotte net zo hard als in deel 1. 

De twee delen verschillen erg van elkaar. De inktlijnen in het eerste deel zijn dikker, minder trefzeker en de arceringen zijn zwarter. Het tweede deel oogt veel helderder, rustiger. Dat vertaalt zich ook naar de vertelwijze. Waar de pagina’s in deel 1 nog wel eens volgebouwd zijn met tekstballonnen, gaan er in deel 2 hele scènes voorbij waarin nauwelijks een woord wordt gesproken. Misschien komt het doordat het platteland nou eenmaal rustiger en dunner bevolkt is dan een ruimtestation, maar de informatiedichtheid in deel 1 is sowieso beduidend hoger. Contemplatieve scènes, waar deel 2 er heel wat van kent, zijn in deel 1 zeer schaars. Dat wil niet zeggen dat er in deel 2 minder wordt verteld, er wordt alleen meer verteld in beelden. Waar het eerste deel vrijwel geheel bestaat uit pagina’s met drie stroken, daar bevatten de pagina’s in het tweede deel er meestal vijf.

Nod Away 2Het verhaal van Melanie McKabe ontspint zich al redelijk traag, maar dat van Walter W. Walker en Aveline Moiré neemt nog wat extra gas terug. Die tijd wordt vooral gestoken in de ontwikkeling van de personages. Gelukkig houdt Cotter ervan levensechte personages te boetseren, met een groot hart en onhebbelijke trekjes. Dat houdt de aandacht vast. Elk van hen heeft een afgestoken persoonlijkheid. Zou je enkel de ballonnen lezen zonder de tekeningen te zien, dan nog zou je weten wie er aan het woord is. Alle hoofdpersonages worstelen overigens op hun eigen manier met het leven. Daarin zien we een stukje van de maker doorschemeren. Mistroostig is Nod Away zeker niet, daarvoor zijn de personages te veerkrachtig, maar veel humor zul je niet ontdekken.

Dat tragere tempo en de grotere aandacht voor de personages maakt dat je deel 2 beter niet direct na het eerste leest. Nadat je net op het puntje van je stoel bent gezet met een dijk van een cliffhanger, voelt deel 2 alsof je rechtstreeks van de snelweg een woonwijk induikt. Neem je de tijd, dan ontdek je dat het leeuwendeel van boek 2 – dus voordat de pleuris uitbreekt – eigenlijk een bijzonder mooi, zelfs ontroerend verhaal is over twee mensen met elk een weerbarstige geest die het samen proberen te rooien. En blader je aan het eind nog eens terug, dan besef je hoe alle scènes een functie hebben in het geheel en hoe het op momenten inhaakt op de rode draad.

Nod Away 2Nod Away is uniek. In zijn tekenstijl, de aandacht voor de personages, de bedachtzame vertelstijl, de vragen die het opwerpt en de zorgvuldigheid waarmee het verhaal is geconstrueerd. Het boek neemt haar lezers serieus en beloont ze voor hun inspanning met een slim geschreven, goed verteld en lezenswaardig verhaal, bevolkt door interessante, levensechte personages, mysteries om op te puzzelen (had ik de man in de woestijn al vermeld?) en cliffhangers die nog dagenlang in je achterhoofd blijven rondzwerven. Het laat zich vergelijken met de sciencefictionverhalen van Frederik Peeters, zoals Aâma en Lupus.

Het is nog niet precies duidelijk waar Nod Away uiteindelijk heen gaat, daarvoor bevat het nog te veel raadselen, maar de weg die het inmiddels heeft afgelegd is al ruim de moeite waard. En je kunt natuurlijk wachten tot deel 3 voor je het oppakt, maar doe je het nu dan kun je straks tenminste zeggen dat je Nod Away al las voor het hip werd.

Joshua W. Cotter – Nod Away 1 & 2. Fantagraphics. Resp. 240 & 368 pag. softcover, zwart-wit. $ 24,99 & $ 29,99