Strips

Totale gekte van Slaughterhouse Five in een zalige strip gevangen – min of meer

“Leuk dat je de strip hebt gelezen, maar ken je ook het échte boek?” Een stripliefhebber hoort het wel eens: er is een strip en een echt boek. Slaughterhouse Five van Kurt Vonnegut is een echt boek, een klassieker nota bene: een van Amerika’s beste en meest bewierookte anti-oorlogboeken. Van die roman verscheen onlangs een stripbewerking van de hand van Albert Monteys en Ryan North. De eerste tekende het verhaal en de tweede herschreef het origineel, waarbij hij het geheel omvormde tot een van de betere stripadaptaties van de laatste jaren.

Het is interessant dat North bij verschijnen van de graphic novel aangaf hoe hij te werk ging. Zijn doel was namelijk van begin af aan om een strip te maken die las als een origineel werk, dus niet als een bewerking van een al bestaand verhaal. Hij liet Vonneguts opzet intact maar paste de verhaallijnen en de opbouw aan, naar eigen zeggen om de grafische component alle kans te geven ook een deel van het verhaal te vertellen. Dat klinkt omslachtig, maar is juist: niet alles wat je ziet hoef je nog een keer te zeggen. Het is de mazzel van een stripadaptatie, zogezegd.

En dan heb je nog het concept dat je soms in een enkele illustratie iets kan laten zien, waarvoor een romanauteur ettelijke pagina’s verbeeldingskracht nodig heeft. Een abductie van een ruimteschip? Monteys doet het in één enkele pagina, waar Vonnegut flink de tijd nam. Nadeel misschien in dit geval: de gekte van Vonnegut speelde zich voor een groot deel af in het hoofd van de lezer, die de beelden er zelf bij moest bedenken. Monteys kiest en laat het zien.

North stelt dat wie Slaughterhouse Five heeft gelezen, zich zeker zal vermaken met de bewerking ervan. Juist omdat Vonnegut zo’n unieke roman schreef (oorspronkelijk uit 1969, in het Nederlands vertaald als Slachthuis Vijf), zijn er genoeg zaken te herontdekken. Bovendien is het ook interessant de adaptatie te beoordelen op zijn merites: is het wat de lezer zich al die jaren bij de scenes heeft voorgesteld?

In een interview over zijn bewerking zei North hierover: “Als je de roman nog niet eerder las, of zelfs maar iets van Vonnegut, beloof ik dat je in de graphic novel een unieke, krachtige en vooral sympathieke en humanistische stem zult vinden die je de rest van je leven bij blijft.” Grote woorden, en klopt het?

North en Monteys hebben zich in ieder geval heel wat op de hals gehaald. Slaughterhouse Five is vanwege de absurde, gekke en springerige vertelstijl geen gemakkelijk boek om te bewerken. Het is een enorme klus om de geest van het oorspronkelijke werk te vangen, al scheelt het enorm dat Monteys een zalige tekenstijl heeft die van ieder matig verhaal iets prachtigs maakt – al is het in dit geval verre van matig, uiteraard.

Maar de tekeningen zijn niet alleen wat de graphic novel zo goed maakt: dat is met name de beheerste uitwerking van het oorspronkelijke werk. De lezer die de roman kant, ziet het; de lezer die voor het eerst kennis maakt, vermoedt het onmiddellijk. Daarvoor zijn de bijzondere tijdsprongen, de vreemde plotwendingen en standpunten te precies: alle onnavolgbare gekte van Vonnegut hebben ze overeind gehouden.

De protagonist Billy Pilgrim belandt in de Ardennen tijdens de Tweede Wereldoorlog en vertelt de lezer min of meer wat hij daar heeft meegemaakt voordat hij in Dresden terecht komt. Hij is daar werkkracht in een slachthuis, net voordat dat wordt gebombardeerd door de geallieerden. Dan is er een verhaallijn over de buitenaardse wezens van Tralfamadore die Billy oppikken en ontvoeren: tenminste, zo zou het kunnen zijn geweest. Het is ondoenlijk om de plot van Vonneguts verhaal fatsoenlijk na te vertellen: daarvoor is het teveel meta hier en meta daar. Omdat Billy zich vaak tot de lezer richt en we pas later ontdekken dat hij bepaalde zaken allang lijkt te weten – geen spoilers hier – komt steeds meer in een ander licht te staan. Wie op basis van deze recensie nog niet zeker weet of het iets voor hem of haar is, zijn er genoeg beschrijvingen voorhanden die een poging doen het verhaal te vatten. En het grappige: iedere poging klopt min of meer.

De stripbewerking van Slaughterhouse Five is een geslaagde exercitie, met een uitmuntende choreografie die de lezer door het verhaal laat dansen: geen wals, maar een abstract ballet waarin alle mislukkingen van oorlogvoering en de feilbaarheid van de mens verscholen zit. Alleen al daarom een aanrader van jewelste – én vanwege het zalige tekenwerk, de kosmische gekte, het perfecte ritme, de lekkere dialogen en de absurde naargeestigheid die uit het verhaal spreekt.

Ryan North & Albert Monteys – Slaughterhouse Five, naar Kurt Vonnegut. Archaia. 192 pagina’s hardcover. € 24,99.