Strips

Het dystopische Metro 2033 kent zijn gebreken, maar dat zal sf-liefhebbers niet deren

Intussen zijn er zo veel films en strips die zich ‘post-apocalyptische sciencefiction’ noemen, dat we er automatisch beelden bij krijgen: een wereld die door een ramp verwoest is en een groepje overlevers dat zich moet zien te redden. We zien desolate landschappen, autowrakken, vernielde gebouwen… Het genre heeft blijkbaar iets aantrekkelijks. Aan de ene kant wordt er van de personages inventiviteit gevraagd om zich met beperkte middelen te kunnen redden en aan de andere kant bestaat de mogelijkheid samen iets nieuws op te bouwen nu de oude structuren niet meer bestaan. Ook speelt de gedachte dat in tijden van extreme spanning de ware aard van de mens boven komt. Wordt het vechten voor lijfsbehoud, ook als het ten koste van anderen gaat? Of blijkt de mens juist ruimhartig en opofferingsgezind te zijn?

Dmitry Glukhovsky schreef al op jonge leeftijd de roman Metro 2033, maar vond geen uitgever die erin geïnteresseerd was. Pas nadat de roman op internet bekend werd, verscheen het boek in 2005, waarna het zijn weg naar een groter publiek vond. Er werden twee vervolgdelen uitgebracht en ook de gamewereld bleek interesse te hebben. Nu is het boek dus ook verstript. Het zal in totaal vier delen beslaan.

We schrijven het jaar 2033. Op aarde heeft een atoomoorlog gewoed, zodat er bovengronds niet te leven is. Er is ondergronds een nieuwe samenleving ontstaan. Onder Moskou houden mensen zich staande in metrostations, verbonden door een netwerk van metrolijnen. De mensen zijn verdeeld in verschillende groepen die bondgenootschappen sluiten en elkaar bestrijden. Behalve andere groepen mensen zijn er meer bedreigingen: grote ratten en verwilderde, gemuteerde wezens.

Metro 2033De jongeman Artjom Soechoj is de hoofdpersoon. Zijn oom is stationshoofd van Volksvlijt, dus Artjom ziet van dichtbij hoe de samenleving waarin hij is opgegroeid bestuurd wordt. Hij komt in contact met Hunter, die een belangrijke missie heeft. Hij vraagt van Artjom om zijn back-up te zijn: als hij niet terugkomt, moet Artjom de missie volbrengen. Daarvoor moet hij wel naar een ander station reizen, Polis, met alle gevaren van dien. Artjom neemt de opdracht aan en moet hem uiteindelijk ook uitvoeren.

De tocht verloopt volgens de wetten van de queeste: er doemen onderweg problemen op die overwonnen moeten worden. En of zo’n missie slaagt is natuurlijk lang niet zeker. Ook Hunter heeft het, ondanks zijn ervaring, niet gered. De overkoepelende spanningsboog (zal de missie slagen?) geeft het verhaal richting: je houdt het einddoel in het oog en elke gebeurtenis brengt je iets dichterbij. Dat leest prettig en maakt nieuwsgierig.

Artjom is niet alleen een geharde strijder, hij is ook een getormenteerd figuur, die van tijd tot tijd geplaagd wordt door nachtmerries. Niet alleen maakt hem dat menselijk en misschien zelfs kwetsbaar, maar in het scenario is dat ook de gelegenheid om iets te vertellen over zijn verleden.

Tijdens het lezen dringen zich vragen op over praktische zaken. Hoe is de voedselverstrekking in deze wereld? De stations waren al voor de verwoesting ingericht als schuilkelders, maar voor hoe lang is er eigenlijk eten? Worden er gewassen geteeld ondergronds en hoe dan? De enige verwijzing daarnaar gaat over het telen van paddenstoelen, iets dat ondergronds zou kunnen. De mensen zitten vrij goed in hun kleding, er zijn wapens en er zal ook brandstof zijn voor de voertuigen. Er wordt zelfs gerookt. Is er een tabaksindustrie? Het zijn vragen waar in zijn geheel geen antwoord op wordt gegeven. Maar goed, laten we aannemen dat dat allemaal geregeld is en de situatie accepteren zoals die ons wordt voorgeschoteld.

Metro 2033

Er is aardig wat tekst, daar had in gesnoeid kunnen worden. Wellicht heeft Nuyten net iets te veel respect voor de roman gehad. Verschillende dialogen hadden aan snelheid gewonnen als ze tot de kern waren teruggebracht. Ook had de tekst op sommige plaatsen wat soberder gekund. Neem bijvoorbeeld de volgende zin: “Het waren smerige, dodelijke, monsterlijke ratten, die recht uit de darmen van de duivel leken te komen: duistere tunnels waarvan niemand kon geloven dat die ooit door mensenhanden waren gemaakt.” Een ronkend begin met drie bijvoeglijke naamwoorden. En die darmen van de duivel zijn net zo bombastisch. En waarom zou iemand niet willen geloven dat metrotunnels door mensenhanden zijn gemaakt? Het lijkt erop dat de tekst indruk probeert te maken, maar dat zou het verhaal eigenlijk zelf moeten doen en niet een verteller die roept dat het zo smerig, zo monsterlijk en zo duivels is.

Het tekenwerk van Nuyten is overigens in orde: de ongepolijste wereld waarin het verhaal zich afspeelt wordt goed opgeroepen. De grauwheid van die wereld wordt ook zichtbaar in de inkleuring. Die is passend, maar na heel veel bruin en grijs-blauw (en af en toe een klein beetje rood van het bloed) verlang je wel naar wat kleuren die oplichten.

Metro 2033 heeft iets eigens, doordat het zich onder Moskou afspeelt en doordat er nagedacht is over het grote concept achter de wereld waarin de personages leven: welke groepen er zijn, hoe de verhoudingen liggen, waar de dreiging vandaan komt… Daardoor krijg je niet alleen een beeld van de wereld rond Volksvlijt, maar ook van verder weg. Er is een zekere stabiliteit in het station, maar die stabiliteit is kwetsbaar. De mogelijkheid van een verstoring, die de ondergang kan betekenen, zorgt voor intensiteit. Misschien had er met een iets strakker scenario net iets meer in gezeten, maar liefhebbers van het genre zullen gemakkelijk meegaan met het verhaal en dan is er genoeg te beleven.

Achterin is een dossiertje opgenomen, waarin uitgelegd wordt wat de weg is geweest van roman tot strip. Die bladzijden worden verluchtigd met potloodtekeningen van Peter Nuyten, die goed laten zien hoe hij werkt. Zo brengt hij met arceringen behoorlijk wat schaduwen aan, waardoor er weinig wit overblijft. Enkele van die tekeningen zijn uitgewerkt in kleur, zodat je kunt zien hoe ze eruitzien als ze helemaal af zijn. Daar zitten een paar mooie staaltjes van tekenkunst bij. Als je het album uit hebt, kun je nog een hele tijd naar die tekeningen kijken. Ook de cover is zo’n goed uitgewerkte tekening: je ziet Artjom in zijn eentje, met achter hem de duisternis, met twee dreigende ogen. Je vraagt je af of hij het in zijn eentje zal redden.

Peter Nuyten, op basis van een roman van Dmitry Glukhovsky – Metro 2033 1: Daar waar de wereld ophoudt. Arboris. 64 pagina’s. € 9,95