Sinds enkele jaren is ook Vlaanderens meest iconische kinderheld gezwicht voor de trend van de hommages. Elk jaar presenteert de uitgeverij een album in de reeks Jomme, telkens door een andere auteur die een eigen versie mag maken van een bestaand Jommeke-verhaal. Na de albums door Griffo (De Jacht op een voetbal, 2018) en Steven Dupré (Paradijseiland, 2019) was het eind 2020 de beurt aan Conz met zijn versie van De Haaienrots. Deze klassieker uit 1979 is het 93ste deel uit de Jommeke-reeks en voor Conz één van de albums die hem het sterkst bijbleef uit zijn jeugd.
De keuze van de uitgeverij om auteurs geen eigen verhaal te laten maken, maar echt een bestaand verhaal te herwerken naar eigen inzichten, beklemtoont eigenlijk vooral de tijdloosheid van de fantasie van Jef Nys. Ook in De Haaienrots frist Conz de zaak op door eigentijds tekenwerk en een veel strakker vertelritme. Toch blijft het gegeven, ondanks enkele noodzakelijke aanpassingen in het scenario, volledig overeind. De kwaadaardige professor Terragoras die via een zender haaien bevelen kan geven en verder zoekt naar een manier om dit de mens te kunnen toepassen, het blijft een schitterend uitgangspunt voor een kinderstrip. Ook in de voorgaande hommages viel op hoe sterk Jef Nys was in het bedenken van intrigerende concepten voor kinderverhalen. Zo zijn er nog verschillende andere albums in de reeks (De Grasmobiel, iemand?) die gewoon smeken om een dergelijke hommage door bekende stripmakers.
Wat ook opvalt, is de sterk versoberde stijl van Conz. In zijn beginjaren als stripmaker zocht Constantijn Van Cauwenberge, zoals hij volledig heet, gedreven naar een tekenstijl. Hij behoorde tot de eerste generatie stripmakers die afstudeerde aan de aparte stripopleiding zoals die aan de huidige Luca School of Arts ontstond vanaf 1998 en waar al snel het tijdschrift Ink uit voortkwam. Daarin kon het lezerspubliek voor het eerst kennismaken met het verhalende talent van Conz. Ook grafisch stonden zijn strips er al, maar op verhalend vlak leek Conz van bij aanvang een natuurtalent. Na het eerste, goed ontvangen Toen ik nog baas van de wereld was (Oogachtend, 2004), maakte Conz pas echt indruk met het drieluik De tweede kus, dat als integrale uitgave in 2009 verscheen. Er leek een mooie toekomst in het verschiet te liggen als maker van graphic novels. Zijn tekenwerk werd grimmiger, maar ook genuanceerder en minder cartoonesk.
In de jaren nadien bleek nog maar eens hoe lastig het is om als stripmaker in ons taalgebied rond te komen met persoonlijk werk. Het doelpubliek voor dergelijk werk is gewoonweg te klein en de kansen op vertalingen zijn ook slechts voor weinigen weggelegd. Conz vond een plek in de kinder- en jeugdliteratuur. Hij maakte zelf in 2009 het prentenboek Wat zie je in de zee? en legde zich ook toe ook het illustreren van jeugdboeken. Ook het tekenen van postzegelreeksen is een opvallende realisatie op Conz’ palmares.
Verdere stripplannen bleven ongepubliceerd tot hij in 2018 voor Steven Dupré het verhaal Boemerang schreef in de hommage-reeks voor Suske & Wiske. Zijn feilloze gevoel voor spannende verhalen bleek onaangetast en hij bleek bovendien een heerlijke tandem te vormen met Dupré. In De Haaienrots paste hij zijn sobere stijl toe zoals hij die als illustrator voor een jonger publiek vaak toepast. Die aanpak sluit heel mooi aan bij de stijl van Jef Nys’ verhalen en De Haaienrots is dan ook een geslaagd nieuw deel in de hommage-reeks. Hoewel zo’n reeks vooral de oudere liefhebbers bedient, is het bovendien een album dat uiterst geschikt is voor een jong lezerspubliek. Hopelijk kunnen de uittreksels uit Conz’ work in progress Tegenwijzerzin, die we online vonden, nu ook uitmonden in een nieuwe volledig eigen strip. De Haaienrots heeft onze smaakpapillen daarvoor al danig geprikkeld.
Conz – Jomme 3: De Haaienrots. Ballon. 48 pagina’s. € 8,50.