Strips

Het pantser van de Jakolass is hilarisch, voor nieuwe en oude Ravian-fans

Ravian en Laureline hebben een trouwe aanhang, die door de jaren heen niet minder of milder is geworden – hooguit ietsje ouder. Fans van het eerste uur zijn nog altijd te spreken over de sf-reeks die als sinds de eindjaren zestig mee gaat. Terecht wellicht, want er zit geen sleet op. Wie de eerste delen herleest – bijvoorbeeld in de luxe uitgave van uitgeverij Sherpa – ziet dat de verhalen nog okselfris en sterk zijn, behalve misschien een enkele seksistische opmerking, die de toorn van de hedendaagse jonge mens niet zou overleven. Maar toch, Ravian heeft niet het euvel dat andere stripseries uit de Pepjaren zestig wel hebben: dat de ouderdom het schattig maakt en dat de albums vooral leunen op nostalgie en sentiment.

Wie Het pantser van Jakolass leest zal toch af en toe denken aan die trouwe fan. Het hommageverhaal van Manu Larcenet (Blast, De dagelijkse worsteling, Donjon) neemt weliswaar een heerlijk loopje met Ravian, maar permitteert zich wel heel veel vrijheden. Ravian bijvoorbeeld, of hij die voor Ravian door gaat, is niet de stoere ruimtereiziger met de brede kaak en het geboetseerde lijf. Het is een liederlijke drinkebroer met een rode gok en een voorliefde voor poëzie waarin hij zijn alternatieve wereldbeeld uiteenzet. De complottheorietjes vliegen je bij aanvang om de oren.

Deze alcoholist heet René, lasser van beroep, en is maatschappelijk nietsnuttig. Op een avond loopt hij een vreemd gezelschap tegen het lijf dat Ravian in hem herkent. René laat zich eenvoudig overtuigen (“Ik wist het, mijn leven is al die jaren een leugen geweest!”) en vanwege een desastreus akkefietje moet het buitenaardse clubje halsoverkop vertrekken, in een vliegende Afrikaanse nachtwinkel, uiteraard mét René aan boord.

Wat zich ontwikkelt is een verhaal op twee sporen: René wordt onthaald als degene die de problemen kan oplossen, terwijl hij zelf vooral druk is om zijn nadorst te voorkomen. Uiteraard vallen de oplossingen precies goed uit.

Het pantser van de Jakolass heeft de vaart van lichtjaren, Larcenet voelt zich op zijn plaats in het universum van tekenaar Jean-Claude Mézières en scenarist Pierre Christin. Zijn uitbeelding van buitenaards werelden met gekke wezens is top en doen niet onder voor die van Mézières. Het verhaal is hilarisch(er), hier is Larcenet op z’n best. De gesprekken die René voert met de buitenaardse lieden hebben steeds een knappe dubbele laag.

Als hij zich weer druk maakt over het gemis aan alcohol en daar luid aandacht voor vraagt, denkt zijn omgeving dat hij ze beledigt of uitdaagt. Eén keer leidt dat tot een geweldige scene: als het wijntje van René per ongeluk wordt omgestoten door een enorm gedrocht, breekt de pleuris uit. De woeste René wordt op zijn plaats gezet, maar haalt onverwacht uit. Dat de interstellaire politie hem vanwege de knokpartij oppakt en op de strafplaneet Walawalla dropt, is het volgende probleem voor de dorstige René.

De traditionele fan van Ravian zal zich dan al tien keer achter de oren hebben gekrabd. Niet elk hommage-album voegt zich exact naar het origineel, zoveel is dan wel duidelijk. Maar wie zich daar niet druk over maakt – en waarom zou je? – is Het pantser van de Jakolass een heel geestig Ravian-verhaal, dat bovendien ook nog eens heel lekker getekend is, met veel subtiele verwijzingen naar andere strips.

Manu Larcenet – Ravian door… – Het pantser van de Jakolass. Dargaud. 48 pagina’s. € 8,50