Strips

Hoera voor Felix the Cat (en de Poezenkrant)

Een steeds weer onverwacht genoegen, dat is de Poezenkrant. Het “onregelmatig” verschijnende periodiek van grafisch vormgever, chroniqueur en “directeur” Piet Schreuders verschijnt sinds 1974 en is derhalve toe aan haar 45ste “jaargang”. De aanhalingtekens zijn niet zelfgekozen: zo staat de informatie vermeld op het omslag van de nieuwe PoKra, een dubbelnummer met twee omslagen. Aan de ene kant een reguliere Poezenkrant, op de andere kant staat een van de bekendste strippoezen ter wereld. Felix the Cat, de klassieke creatie van Pat Sullivan, heeft in 2019 namelijk de respectabele leeftijd van honderd jaar bereikt. Reden voor een flinke Poezenkrant-bijlage.

In Nederland zijn er twee vooraanstaande strippoezen. Behalve Tom Poes is dat Heinz, de nukkige kat van het duo Eddie de Jong en René Windig. Die laatste is een groot fan van Felix the Cat en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de 80 pagina’s forse bijlage van de Poezenkrant. Als extraatje bij het nummer is een inlegvel met een reproductie op ware grootte van een originele Felix-strip uit 1927 bijgevoegd. Vandaar dat de PoKra deze keer is verpakt in een krokant plasticje.

Wie de Poezenkrant niet kent, heeft weinig aan de volgende uitleg, al ligt die toch vlak bij de waarheid: het gaat in de PoKra maar zijdelings over poezen zelf. Het is geen vakblad of hobbytijdschrift. Je zoekt er vergeefs naar borstelinstructies, radiatormandjes of informatie over wormkuren en niesziekte. Eerder zoekt de redactie naar bijdragen waarin de poes een rol speelt. Een oude reclame met een poes of serviesgoed, filmbeelden, uithangborden; zodra er een poes op staat is het geschikt. Het plezier van de PoKra is dat al deze bijdragen en worden voorzien van een gedetailleerd, uiterst serieus en daardoor hilarisch commentaar. En vergeet vooral de geestige bijdragen van literaire poezenbezitters niet. In dubbelnummer 65-66 staan er twee: van Lodewijk Wiener en Jean Pierre Rawie. De laatste vertelt in een smakelijk stuk over zijn viervoeter die er op een dag tussenuit piept.

Leuk is dat ook de lezers actief zijn: zij sturen foto’s in, voorzien van geestige onderschriften. Dat zij de PoKra serieus nemen, blijkt uit de vele necrologieën die in het blad staan. Het heeft wat weg van Achterwerk in de Kast, maar dan voor volwassenen met een bepaald huisdier: een zeker slag mensen, met een specifiek soort humor, die allemaal in een fraai vormgegeven bubbel samen komen. De PoKra heeft cachet. Als je de naam op een feestje laat vallen en iemand kent het, dan is dat altijd voluit. Het is een vriendenmaker, als je daar op uit bent.

Terug naar Felix the Cat en René Windig. In de flinke bijlage wordt begonnen met ‘een stukje geschiedenis’: het ontstaan van het figuurtje, zijn kenmerkende loopje, de studio waarin alles plaatsvond, met prachtig historisch beeldmateriaal, en een uitgebreid overzicht van alle Felix-filmpjes, voorzien van verschijningsdata. Uiteraard wordt er stilgestaan bij de fraai aankondigingsposters die destijds verschenen, maar ook bij de muziek van de cartoons, waarvan een aantal pagina’s bladmuziek is opgenomen. De artikelen van Windig zijn lekker geschreven, met veel kennis van zaken en een beetje branie: de perfecte mix die past bij de Poezenkrant én bij Felix.

Met recht uiteraard, want waar Schreuders en de zijnen in excelleren is het vermogen om overal perfect gereproduceerd beeldmateriaal bij te vinden. Het lijkt alsof ze toegang hebben tot de schatkamers die voor gewone stervelingen gesloten blijven. De Felix-bijlage is een sieraad: ook voor de lezer die niet direct alles hoeft te weten over Felix the Cat – en wie is dat niet – is er zoveel fraais te zien en te lezen dat hij uiteindelijk meer zal weten over Felix dan over bijvoorbeeld de Deltawerken, Philips, prinses Beatrix of de provincie Utrecht. En dan hebben we het over een figuurtje uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw.

Hoogtepunten zijn de pagina’s met relletjes en controverse: over gemanipuleerde foto’s, vervalste onderschriften, leugens en stereotyperingen, én de pagina’s met reclames waarin Felix in voorkomt – al dan niet geautoriseerd. Het is eye candy uit de grootste pot.

De nieuwe Poezenkrant is er eentje voor de stripliefhebber: de liefde en zorgvuldigheid waarmee Felix the Cat wordt gefeliciteerd is ronduit fantastisch. Alvast, voor wie het de eerste kennismaking met PoKra is: smaakt dit naar meer, dan is er nog een wereld te ontdekken. Piet Schreuders maakt ook al jaren het liefhebbersblad Furore, met misschien wat minder poezen, maar met evenveel vrolijkheid en panache.

P. Schreuders et al – De Poezenkrant 65 – 66: Felix the Cat is 100 jaar. Uitgever P. Schreuders. 100 pagina’s. 10,00.