Strips

Wild West: Een prairie vol gesneden koek

Er lijkt geen rem te zitten op de stortvloed aan westernstrips die er de laatste jaren over de argeloze stripliefhebber wordt uitgestort. De hernieuwde belangstelling voor het klassieke genre, dat vijf jaar geleden stilletjes werd ingezet met de succesvolle lancering van series als Undertaker, is prettig – zeker voor de fan – maar het punt van verzadiging en overdaad is aanstaande. Het eerste deel van het tweeluik met de alles zeggende titel Wild West laat zien waar de westernstrips uiteindelijk in tekort schieten: het genre heeft een heel beperkte actieradius. Herhaling ligt op de loer. Een stripliefhebber die alle westerns keurig bijhoudt, heeft alles al tig keer zien langskomen.

Het is een bekende reflex in de stripwereld: als er succes wordt geboekt met een bepaalde reeks, duiken de kopieerders zich als monniken op de formule. Twaalf jaar geleden omarmde de stripliefhebber de futuristische samenleving Aldebaran van de Braziliaanse stripmaker Leo (Antares, Betelgeuze) en werd de markt overspoeld met vooral veel matige stripseries die ongeveer hetzelfde nastreven: een toekomst met andere volkeren die maar moeilijk samenleven met de onze.

Maar waar sciencefiction en toekomstmuziek nog alle kanten op kan, is het western-gebeuren toch vrij beperkt. Er zijn maar een beperkte club helden en heldinnen, alle markante gebeurtenissen zijn intussen al genoeg keren afgestoft en opgevoerd en ook de thema’s van rechtvaardigheid, macht en liefde kennen allemaal hun wildwest-variatie. De afgelopen twee maanden verschenen onder andere Het Venijn, Lonesome, Duke en de spinoffs van Lucky Luke en Blueberry. En het eerste deel van Wild West, een tweedelige strip van Jacques Lamontagne, op scenario van Thierry Gloris.

In het verhaal staat Calamity Jane centraal. Zij is de strenge dame op het omslag. De lezer wordt bijna traditiegetrouw en onmiddellijk getrakteerd op een vreselijke moordpartij, bij wijze van proloog. Daarna verplaatst het verhaal zich naar een saloon waar de dames van plezier – die allemaal Jane heten – hun erbarmelijke werk doen. Martha Cannary werkt er als schoonmaakster. Met veel gevoel voor pathos stelt ze dat integriteit als haar enige rijkdom is. De toon is gezet, want deze Martha krijgt nogal wat voor de kiezen. Het eerste deel eindigt als deze dame zich meldt bij het leger, geraakt maar niet gebroken door de gebeurtenissen die haar hebben gevormd: kracht is ondergeschikt, wilskracht is alles. Accuraat wie de geschiedenis van Calamity Jane kent.

Er wordt van dik hout planken gezaagd. Nergens wordt de vertelling subtiel, alles wordt door een megafoon in het gezicht van de lezer getetterd. Logisch wellicht, want het waren barre tijden, maar toch. Wild West is een actiegedreven strip en daar past geen gefluister bij. Geen diskwalificatie op zich, maar ook hier wreekt zich het genre – om het maar eens in westerntermen te stellen.

Het gaat te ver om alles wat mis is aan Wild West op te hangen; het is de optelsom van de afgelopen jaren, van de karavaan aan titels die intussen voorbij is getrokken. Het tekenwerk van Lamontagne voldoet prima. Het is realistisch op een plastische manier, vooral de inkleurigen zijn dik in orde, waarmee het zeker meer dan gemiddeld scoort. Het blijft alleen qua verhaal steken: we weten het al, we hebben het al gezien, het is gesneden koek.

Jacques Lamontagne & Thierry Gloris – Wild west 1 – Calamity Jane. Dupuis. 56 pagina’s. € 8,50.