Strips

Het Stripkookboek bakt er wat moois van

Af en toe komt er iets op je pad wat speciaal voor jou gemaakt lijkt. Koken is altijd al mijn passie geweest. Creatief bezig zijn met eten is mij met de paplepel ingegoten: mijn familie is al jaren actief in de horeca. In het Stripkookboek van Leon Verhoeven wordt mijn liefde voor eten én voor strips gecombineerd. Zoals dat in het Engels klinkt: two great tastes that taste great together.

De combinatie van strips en kookboeken is niet nieuw. In Japan zijn er zo veel strips over eten en koken dat je gerust van een genre kunt spreken. Food Wars! is op dit moment waarschijnlijk de bekendste titel in dit genre, maar als je op Netflix Midnight Diner: Tokyo Stories of Samurai Gourmet wel eens hebt langs zien komen, dan is het leuk om te weten dat beide series op manga zijn gebaseerd.

Ook in Nederland kennen we al “kookstrips”, zoals het in 2017 uitgebrachte Smikkelen en Smullen van Abe Borst en Esther van de Bund. Het Stripkookboek is anders: waar de meeste kookstrips voornamelijk gemaakt zijn door gepassioneerde hobbyisten, is Leon Verhoeven een chef-kok. Daarnaast is het aantal tekenaars dat heeft meegewerkt aan het boek van recordomvang: in totaal hebben vijftig stripmakers een bijdrage aan het boek geleverd. Daar zitten namen tussen als Dick Matena, Martin Lodewijk, Margreet de Heer, Romano Molenaar, Gerben Valkema, Gerard Leever, Jan-Willem Spakman, Andrea Kruis, Renée Rienties en Uco Egmond, om er een paar te noemen. Zowel oude rotten in het vak als jong talent dus, waardoor er een groot scala aan verschillende stijlen in het boek te vinden is.

Wie het openslaat ziet meteen dat Stripkookboek geen strip is. Verwacht dus geen doorlopend plot, of losstaande verhaaltjes waarin de dag alleen gered kan worden door een uitstekende maaltijd. Het is een kookboek dat door striptekenaars is geïllustreerd. Eric Heuvel, die mede-initiatiefnemer van het boek is, schrijft dan ook in het voorwoord: “[Leon] suggereerde dat het leuk zou zijn om een kook- of receptenboek nu niet (alleen) te illustreren met de obligate foto’s van het bereide gerecht, maar om in plaats daarvan elk recept te laten vergezellen door een illustratie of stripje, getekend door een gerenommeerde striptekenaar.”

Het idee is leuk, maar heeft iets van een gimmick. De recepten zelf hebben niets met strips te maken en zouden, bij wijze van spreken, in elk ander kookboek geplaatst kunnen worden. Daarnaast kun je jezelf afvragen wat de illustraties nu precies toevoegen aan het boek, behalve dat het een mooie blikvanger is. Aan het begin van het boek is er een deel over de beginselen van de kookkunst, dat niet alleen leuk en grappig is, maar ook educatief. Het strip-format voegt hier echt iets toe, wat bij de rest van het kookboek wat mist.

De opzet van het boek is vreemd. Mijn eigen ervaring met kookboeken is dat de recepten doorgaans op een heldere manier worden gecategoriseerd, bijvoorbeeld op het soort maaltijd, de plaats in het menu of op hoofdingrediënt. Het Stripkookboek heeft alle gerechten op alfabetische volgorde gezet, wat theoretisch gezien geen probleem is, maar in de praktijk ervoor zorgt dat de recepten lastiger te vinden zijn als je niet weet hoe het gerecht precies heet.

Daarnaast is de ingrediëntenlijst soms wat onduidelijk. Het is verstandig om het recept eerst in zijn geheel door te lezen. Zo staat er onder de pepernotentiramisu dat er het “sap van twee sinaasappels” nodig is. Wat niet bij de ingrediënten staat vermeld, is dat voor het recept ook de schil van de sinaasappels nodig is, een belangrijker onderdeel van het gerecht dan het sap. Uit ervaring kan ik melden dat het vervelend is om te lezen dat je de schil van de sinaasappels moet verwijderen, terwijl je met een pak sinaasappelsap in je hand staat. Misschien een domme fout, maar wel iets waar je rekening mee moet houden als je met het boek aan de slag wil gaan.

Ondanks deze kritiekpuntjes is het toch een aanrader om het Stripkookboek in huis te halen. Hoewel ik vraagtekens zette bij sommige ingrediënten (Ketjap? Zuurkool?) was de Shepherd’s Pie op pagina 105 werkelijk fantastisch vanwege de zoutzoete en licht-zure smaak die het had, en is het recept daarmee makkelijk een nieuwe favoriet. Bovendien was het niet erg zwaar, waarschijnlijk vanwege de aardappelpuree die met crème fraîche moest worden gemaakt in plaats van met boter en melk. En de pepernotentiramisu was, ondanks de ontbrekende sinaasappelschillen, zeker een voltreffer. Niet te zoet, en het kruidige van de pepernoot ging uitstekend samen met de koffiesmaak die zo typisch is voor tiramisu.

En de illustraties? Behalve dat ze niet veel toevoegen aan de individuele recepten, kan er weinig kwaad gezegd worden over het geheel. Het is en blijft een leuk idee, en leuke ideeën hoeven zichzelf niet altijd te verantwoorden. Bovendien hebben er vijftig tekenaars meegeholpen aan het boek, van wie een groot deel van naam en faam. Daarmee heeft het boek nog een verrassende functie, namelijk als een soort overzicht van hoe striptekenend Nederland er op dit moment uitziet. Uiteraard is het geen compleet overzicht, maar als samenvatting is het lang niet slecht, omdat het zich niet op een bepaald soort tekenaar richt. Daarmee lijkt het Stripkookboek een ode te zijn aan de Nederlandse strip.

Bovendien krijg je de indruk dat de tekenaars met veel plezier aan het project hebben meegewerkt, afgaande op de foto’s waarin we de tekenaars zelf in de keuken zien staan. Dat, in combinatie met de illustraties, zorgt er voor dat je toch moeilijk een glimlach op je gezicht kan onderdrukken als je door het boek bladert.

Al met al is het Stripkookboek (ook) een interessant boek voor de stripliefhebber. Hoewel de recepten soms iets duidelijker verwoord hadden kunnen worden, zorgen de eindresultaten en de illustraties ervoor dat het toch een boek is dat je er steeds weer bij pakt, op zoek naar inspiratie voor het avondeten.

Leon Verhoeven – Stripkookboek, Uitgeverij Personalia, 144 pagina’s hardcover, € 24,95.

De foto’s zijn van Tamara’s Shepherd’s pie en pepernotentiramisu.