Tiener Yan is getuige van een crimineel die een aflossing eist van zijn slachtoffer. Het is niet duidelijk waarom, maar wel dat de crimineel weinig geduld met hem heeft. Als hij een stiletto trekt, springt Yan tussenbeide. Hij krijgt het mes in zijn buik en terwijl de beide anderen het hazenpad kiezen, bloedt hij dood op het gras. Althans, zo lijkt het. Tot zijn eigen verbazing blijft zijn geest in leven. Yan is getuige van wat er met zijn levenloze lichaam gebeurt, tot zijn lichaam onder de grond ligt en er alleen nog maar duisternis en verveling rest. Hij probeert terug te komen in zijn lijf en verdomd… het lukt. Dankzij de trompet die zijn beste vriend Nicolas hem had toegestopt, heeft hij vanaf dat moment tenminste iets te doen. Het is dankzij dit trompetspel dat diezelfde Nicolas een jaar later ontdekt dat Yan nog leeft. Hij graaft de kist op, maar voor hij hem kan openen grijpt een bewaker hem in zijn nekvel. Gelukkig was hij ver genoeg gevorderd dat Yan op eigen kracht uit de kist kan ontsnappen. Daarmee krijgt Yan de kans op een tweede leven, maar hoe moet je dat leven oppakken als je een levende dode bent?
Vandaag de dag struikel je over verhalen met levende doden, dus je zult iets bijzonders moeten doen om de lezer te verrassen. Scenarist Jocelyn Boisvert koos voor een humoristische insteek. Dat werkt wel verfrissend. Op een paar fysieke details na (hij ziet eruit als Michael Jackson in het groen) is Yan nauwelijks veranderd en hij zou dan ook het liefst zijn oude leven weer oppakken. Hij begrijpt dat dat niet kan, maar dat belet hem niet het te proberen. Dat zorgt voor grappige situaties. Maar het mist scherpte. Veel situaties zijn voorspelbaar, de afloop ook en de woordgrappen zijn belegen.
Als Yan de crimineel waar het allemaal mee begon weer tegen het lijf loopt, besef je dat je nauwelijks iets van hem en zijn schimmige zaakjes weet. Boisvert had de eerste confrontatie kunnen gebruiken om je vast nieuwsgierig te maken, maar heeft verzuimd dat goed aan te pakken. Ter compensatie geeft hij er deze tweede keer gelijk een extra draai aan, maar die is weinig verrassend, waardoor de spanning niet noemenswaardig toeneemt.
Dood en opgegraven hinkt eigenlijk op twee gedachten. Alle ingrediënten wijzen op een strip voor tieners, maar voor die doelgroep is het allemaal veel te klassiek, te belegen. Tieners lezen manga, waarin al deze thema’s ook te vinden zijn, maar dan moderner en beter uitgevoerd. Als Dood en opgegraven daarmee wil concurreren is de slag bij voorbaat verloren. Datzelfde geldt voor de tekeningen, gedaan in een moderne, Franse stijl. Degelijk, niks mis mee, maar opnieuw erg klassiek. Ze passen bij het humoristische verhaal, maar de spannende scènes komen een stuk minder uit de verf.
Dood en opgegraven zal bij tieners de handen dus niet op elkaar krijgen, maar voor de liefhebbers van klassieke strips die nog iets leuks zoeken om de stapel compleet te maken, is het wellicht wel de moeite waard. Dit eerste deel draait vrijwel volledig om Yan die zijn kist eerst in en vervolgens weer uit gaat, waardoor er niet veel tijd over is om de diepte in te gaan, maar wie weet wat Boisvert nog uit de hoed tovert als hij zijn aandacht richt op de crimineel en zijn duistere zaakjes. Wat ook kansen biedt is het gezin van Yan, dat in zijn absentie behoorlijk is veranderd. Twee lijntjes die aan het eind alvast aandacht krijgen en het verhaal meer vlees op de botten kunnen geven. Maar toch, als Boisvert van Dood en opgegraven een reeks wil maken, mag hij de lat wel iets hoger leggen.
Jocelyn Boisvert, Pascal Colpron – Dood en opgegraven 1: Lijk op de loop. Uitgeverij Dupuis. 48 pagina’s softcover. € 7,15 (NL) / € 6,95 (B).