De Rode Ridder, een van de oerfiguren uit het universum van Willy Vandersteen, is een man van vele gezichten. Dit jaar wordt gevierd dat hij zestig jaar geleden bedacht werd, zoals dat bij stripfiguren heet: Johan is immers nog net zo oud als toen zijn avonturen begonnen in 1959. Voor de uitgever reden om eens flink uit te pakken, met een zestal integrale bundels van de eerste zesendertig albums, een unieke remake van een klassieker én de reguliere serie die zonder spoortje van slijtage voortdendert.
Van de integrale bundels zijn er intussen vier verschenen, telkens voorzien van een goed gedocumenteerd dossier als bescheiden extraatje van een pagina of twaalf. Voorin de bundelingen, bij het colofon, wordt nog even stilgestaan bij de redactionele keuzes die gemaakt zijn: alle verhalen zijn met hun originele belettering opgenomen, zoals ze destijds in de eerste albums uit de reeks verschenen.
In het kader van de authenticiteit en originaliteit van met name de eerste paar verhalen valt te billijken dat het niet opnieuw geletterd is. De af en toe onbeholpen lettering past mooi bij de sfeer en de ouderdom van de strips. Maar dat er vanwege diezelfde authenticiteit ook is gekozen om de spelfouten gewoon te laten staan, is wat kras. In een paar gevallen had er met een beetje Photoshop-werk best wat aan de in het oog lopende fouten gedaan kunnen worden.
Klein bier voor de echte liefhebber, die geniet van het gedateerde taalgebruik en vooral van de vertellende voortgang: door het hele verhaal blijven de acteurs geduldig en uitvoerig doorpraten. Als Johan iets ontdekt dan bespiegelt hij deze vondst uitvoerig en hardop, zodat de lezer niets zelf hoeft uit te vinden. Ook tijdens koene zwaardgevechten praten ze dat het een aard heeft. Het zogenaamde show don’t tell-pricipe was duidelijk van nadien. Het hoort bij de charmes van de strips van toen.
Wat de verhalen daarnaast zo genietbaar maken zijn de terugkerende visuele elementen. Een onguur type op de voorgrond dat schalks over zijn schouder kijkt, is een spion of een verrader. Een man die met gesloten ogen aan het einde van zijn latijn is, heeft altijd nog een paar belangrijke aanwijzingen in petto. Vechtpartijen en worstelingen volgen eenzelfde procedé en de naarling is meer dan eens gekleed in een lang gewaad met een gezicht bedekkende kap. Wie de oude verhalen uit de integrale bundelingen leest, houdt van zulke houvast. Het geeft de verhalen een klassieke zweem.
De thematiek is groots en meeslepend. Knapper en beknopter dan het achterop de boeken wordt uitgelegd is niet mogelijk: Onvermoeibaar trekt Johan, de Rode Ridder, ten strijde tegen schurken,m monsters, heksen, tovenaars, wrede tirannen en boosaardige machten. Een strijd die hij ondanks de felle tegenstand, steeds met glans weet te winnen.
De lezer die hier een goed gevoel bij heeft, zal zich zeker geen buil vallen aan de flinke bundels. Wie er eentje wil proberen, moet weten dat de verhalen uit de vierde integrale zich in Engeland afspelen aan het hof van Arthur. In het derde deel zwerft Johan door Europa, van Griekenland tot Noorwegen, in de tweede integrale zit de Rode Ridder voornamelijk in het verre Oosten. Kies je eigen voorkeur.
Zoals vaker is het dossier van het eerste deel het interessantst. Het handelt over de begindagen, de zaken die van invloed waren op het ontstaan van de serie en de situatie op de studio van Vandersteen. In het tweede deel gaat het over de grafische ontwikkelingen, zoals de haardracht van Johan “met zijn karakteristieke opkrullende nekhaar” en de kleding, schilden en wapens. Vanaf deel drie wordt de informatie iets minder aansprekend en gaat het voornamelijk over de personeelswisselingen op de studio. Interessant vanuit historisch perspectief, maar vooral gericht op de echte liefhebber.
Wie in dit diamanten jubeljaar alleen over de eerste zesendertig delen spreekt, doet de Rode Ridder tekort. De serie bestaat namelijk nog steeds en in volle glorie: deze maand verscheen nota bene deel 263, De vervloekte talisman. Inmiddels heeft de Rode Ridder zijn gesoigneerde nekhaar ingewisseld voor blonde manen, maar de heroïek is er niet minder om geworden. Anders gezegd: de verhalen van tekenaar Fabio Bono en scenarist Marc Legendre, die de reeks vanaf nummer 250 onder hun gezamenlijk hoede namen, zijn erg sterk, met overkoepelende verhaallijnen die ronduit spannend zijn en de vaart er goed inhouden.
Van de serie verschijnen vier delen per jaar, die achter elkaar lezen als een soort riddersoap. In de min of meer doorlopende verhalen, met af en toe een stapje opzij, leren we vooral Johans metgezel Allis steeds beter kennen: aanvankelijk als een drieste jonge vrouw die het opneemt tegen de eeuwige schurk Malfrat. Samen met Johan bindt deze uitverkorene de strijd aan, eentje die uiteraard gevoerd wordt om grote gebaren als goed en kwaad, eerlijk ridderschap en goedertierenheid. Johans doel van de eerste reeks die liep van 250 tot en met 257 is om Allis naar Merlijn in Camelot te brengen. Spannend, spannend: van deze zeven delen zou een heerlijke integrale gemaakt moeten worden.
Vanaf deel 258 zijn de verhalen weer min of meer losstaand, al zijn Johan en Allis altijd onderweg naar hun lotsbestemming. Daarbij leren de twee elkaar steeds beter kennen, want ze houden er allebei nogal wat geheimen op na. In De vervloekte talisman lezen we bijvoorbeeld dat het verleden van Johan bepaald niet brandschoon is geweest. Het knappe van de serie zit in de details, want dat wij iets te weten komen over de geschiedenis van Johan is niet toevallig: dat draadje zal in de nabije toekomst vast essentieel blijken. Het zijn deze cliffhangers en opzetjes die van de nieuwe Rode Ridders een sterke reeks maken.
Om de festiviteiten van nog meer glans te voorzien, verschijnt er in oktober een eenmalige bijzondere editie van het klassieke album De toverspiegel, nummer 58 uit de reeks, voor de gelegenheid van de hand van stripmaker Patrick Cornelis. Dat verhaal uit 1973, destijds getekend door Karel Biddeloo, is voor veel Rode Ridder aficionado’s een markant en bijzonder album. Zo maakten de lezer voor het eerst kennis met de fee Galaxa, die daarna nog vaak zal terugkeren.
In Vlaanderen, waar de Rode Ridder een uitbundige en trouwe fanschare heeft, zijn er eind september zelfs kasteelfeesten en exposities aan de strip gewijd. Het zegt iets over de populariteit van de strip. Niemand is te laat: instappen is eenvoudig en de nieuwste reeks aan te bevelen.
Willy Vandersteen Studio – De Rode Ridder integraal: De eerste avonturen, deel 1 – 4 (van 6). Standaard Uitgeverij. 236 pagina’s, hardcover. € 34,99 per deel.
Fabio Bono & Marc Legendre – De Rode Ridder 263: De vervloekte talisman. Standaard Uitgeverij. 32 pagina’s. € 6,50.
Willy Vandersteen, Karel Biddeloo & Patrick Cornelis – De toverspiegel. Standaard Uitgeverij. 40 pagina’s. € 6,99.