Strips

De eerste Ragebol-verhalen blijven magisch

Nadat de strip begin jaren ‘70 zijn weg vond naar een meer volwassen publiek waarbij de grenzen van het genre flink werden verlegd, sijpelden die veranderingen ook door in de stripbladen die bedoeld waren voor een jonger publiek. Zo bood weekblad Robbedoes tekenaars de kans iets anders te maken dan de traditionele humor- of avonturenverhalen. Een van de meest succesvolle exponenten van die experimentele beweging was de strip Ragebol van tekenaar Frank Pé en scenarist Michel de Bom.

Zeker de eerste twee vervolgverhalen die zij maakten, sloegen in bij het jonge lezerspubliek van het blad. De latere albumuitgaven sleepten terecht veel prijzen in de wacht. Maar helaas was de inspiratie van de auteurs niet eindeloos, zo blijkt uit de integrale uitgave van de vijf verschenen albums die nu in de winkels ligt.

Ragebol is een wat romantisch ingestelde student die graag door de straten van Brussel wandelt. In het eerste verhaal De droom van de walvis uit 1984 wordt de stad opgeschrikt door een meeuwenplaag. Tegelijkertijd kampen veel inwoners met slapeloosheid. Behalve Ragebol, die slaapt prima en droomt daarbij volop over vissen die door de straten zwemmen. Als hij een boek vindt uit 1929 waarin die dromen tot in detail staan geïllustreerd, gaat hij op onderzoek uit.

Wat De droom van de walvis destijds zo onderscheidend maakte ten opzichte van andere strips, was dat de auteurs niet tot in detail uitlegden wat er nu eigenlijk aan de hand was. Het verhaal krijgt een hoog magisch realistisch gehalte wanneer blijkt dat Ragebol niet zijn eigen dromen droomt, maar die van een walvis die in een meer onder de stad blijkt te wonen. Hoe en waarom, dat laten Frank en Bom in het midden, waardoor in elk geval de fantasie van deze lezer destijds op hol sloeg. Nooit eerder had ik zoiets gelezen.

Het tweede verhaal – De beeldhouwers van het licht – maakte zo mogelijk nog meer indruk. Ragebol gaat op bezoek bij zijn oom in de Ardennen. Daar hebben verlichte filosofen in de 18de eeuw een boodschap achtergelaten voor de generaties na hen. Maar wanneer Ragebol die uiteindelijk ontdekt, was het aan de lezertjes van Robbedoes zelf om te puzzelen met de esoterische boodschap. Bij Ragebol geen laatste pagina’s vol tekst waarin de lezer precies wordt uitgelegd hoe de vork in de steel zat. Wel veel sfeervolle tekeningen, tekstloze scènes en suspense.

Helaas gaat het in de verhalen daarna mis. Niet langer het onuitgesprokene staat centraal, maar de boodschap van de auteurs. Het derde album De nacht van de kat heeft nog wel een magisch realistisch randje. Maar het verhaal bezwijkt uiteindelijk wanneer aan het eind ineens een boodschap wordt meegegeven aan de lezer. Het vierde album Onder twee zonnen (twee korte verhalen over reizen van Ragebol naar Japan en Burundi) is ronduit slaapverwekkend door de van-dik-hout-zaagt-men-planken boodschap die de auteurs erin doen. Nergens is nog suspense te bespeuren. En het topzware vijfde album Een faun op je schouder is zelfs onleesbaar door de te dominante ecologische en humanistische boodschappen die erin zijn verweven.

Het is jammer dat de serie Ragebol nooit een sterk vervolg heeft gekregen. Maar de eerste twee albums behoren nog steeds tot het beste wat er in de eerste helft van de jaren ’80 is gemaakt. Het succes is ook te danken aan de keuze van Frank om een hoofdpersoon te kiezen die worstelt met zijn verliefdheid, wat jonge lezertjes altijd herkennen. Niet toevallig kozen de twee studiegenoten en vrienden van Frank – de auteurs Bernard Hislaire en André Geerts – voor een zelfde aanpak. Hislaire in zijn romantische adolescentenstrip Frommeltje en Viola en Geert in zijn onvolprezen kinderstrip Jojo.

Ook jammer is dat de integrale uitgave die nu is verschenen weinig toevoegt voor de liefhebbers van destijds. De bundeling is erg duur (ruim 46 euro) en daarvoor krijg je alleen de vijf albums, met een slecht geschreven interview met de auteurs als inleiding en onscherpe (!) kopieën van de oorspronkelijke albumcovers. Voor zo veel geld had de uitgever ook wel wat van de nooit eerder in album uitgegeven korte strips kunnen opnemen; iets wat Dupuis in de twee forse delen van de Franse integrale wel deed.

Voor liefhebbers van Ragebol biedt deze integrale niets extra’s. Wie nog kennis moet maken met de strip, kan beter de twee eerste albums los aanschaffen.

Frank Pé en Bom – Ragebol: De integrale. Met een voorwoord van Jean-Pierre Abels. Uitgeverij Dupuis. 272 pagina’s hardcover. € 46,30