Strips

In Horrifikland slagen Mickey en Donald vooral op een fraaie manier

Behalve het weekblad, de pockets, dubbelpockets, themapockets en vakantieboeken verschijnen er nog meer Disney-strips in Nederland. De Franse uitgeverij Glénat geeft met een vriendelijke vaart mooie, eenmalige strips uit, die zijn gebaseerd op het Disney-universum. Dat betekent: verhalen van Mickey, Donald en de hele santenkraam, maar niet getekend in de traditionele Disney-stijl. Onlangs verscheen Horrifikland, een huiveringwekkend avontuur van Mickey Mouse (met vrolijke bijrollen voor Donald Duck, Goofy en een horde spoken). De veelzijdige Lewis Trondheim, die al eerder een Donald-verhaal schreef in deze reeks, werkt voor deze keer samen met Alexis Nesme, een Franse stripmaker die in Nederland mondjesmaat bekend is van De kinderen van kapitein Grant, een avonturenstrip naar het werk van Jules Verne.

In het album Horrifikland zijn Mickey en Donald privédetectives. Hun nering loopt voor geen meter en ze zijn dan ook verheugd dat op een dag mevrouw Grind langskomt, met een klassiek verzoekje waarvoor een beetje privéspeurder zijn neus ophaalt: ze is haar kat Blacky kwijt. Volgens Grind hangt Blacky rond in het verlaten pretpark Horrifikland, waar het getuige de naam wel eens kan spoken. Mickey, Donald en Goofy gaan op zoek en ontdekken al snel dat het er niet pluis is.

Zij treffen er niet alleen spoken aan, maar ook Boris Boef, de eeuwige antagonist die er is om te onderhandelen met de eigenaresse van het park. Deze Lady Switen wordt door de schurk onder druk gezet om het park voor een habbekrats te verkopen. Mickey doorziet dit plannetje er probeert er een stokje voor te steken. Met hulp van allerlei spoken proberen ze Boris Boef te verjagen.

Tot zover is het een klassiek Mickey-verhaal. De fraaie tekeningen van Nesme zorgen ervoor dat het geheel iets anders is dan we gewend zijn, hoewel de poppetjes toch redelijk des Disney’s zijn. Het is de inkleuring die het anders maakt: de figuren zijn niet zo plat als gebruikelijk en dankzij mooie kleurverloopjes en schaduwpartijen zit er veel meer diepte, als in ziel, in de personages. De sfeer en de entourage zijn prachtig uitgewerkt, maar dat zit sowieso wel snor in deze buitenreeks: geen van de zes albums die tot nu toe verschenen in het Nederlands zijn wat dat betreft zwak. Het zijn stuk voor stuk vooral mooi getekende en bijzondere albums, die ook nog eens met een harde kaft en een linnen rug op groot formaat worden uitgegeven.

De verhalen in de buitenreeks zijn wat je van Disney gewend bent. Toch zit er een addertje onder het gras: in een pocket ‘werkt’ een verhaal anders dan in een luxe album. Het lekker weglezen van een verhaaltje – en dan nog een paar, tot de pocket van kaft tot kaft is uitgelezen – verschilt nogal met de leeservaring van een flink boek van meer dan 25 euro, met een enkel verhaal. In zo’n solistische setting móet zo’n verhaal goed zijn, terwijl één minder verhaaltje een pocket nog niet zwak maakt. In het geval van Horrifikland krijgt het verhaal een zeventje. Het is in pockettermen een filler en geen killer.

Waarom Horrifikland en de andere titels dan toch in hun opzet slagen, is vanwege het plezier dat van de pagina’s spat. De auteurs pakken uit en permitteren zich andersoortige grappen: meer gericht op volwassenen, tongue-in-cheek en soms geënt op de actualiteit.

In de hele reeks is Horrifikland zeker niet beste album: dat zijn De verloren oceaan van Filippi en Camboni (dat ook nog eens prachtig is getekend) en De jeugd van Mickey door Tebo.

Voor de echte Disney-afficionado zijn deze albums must-reads, of eerlijker: must-haves. Voor kinderen is het misschien even wennen, maar toch zeker zeer geschikt: de verhalen zijn net zo goed voor hun. Logisch, uiteraard ziet het Amerikaanse moederbedrijf erop toe dat Donald de spoken niet met een bijl te lijf gaat of Mickey Boris niet omlegt met een AK47. Om maar eens wat te noemen.

Lewis Trondheim & Alexis Nesme – Horrifikland, een huiveringwekkend avontuur van Mickey Mouse. Glénat. 48 pagina’s, hardcover. € 25,65.