Strips

Libertalia als avonturenverhaal met sociologische trekjes

Deze maand verscheen het derde en afsluitende deel van het daverende piraten-epos Libertalia. De titel slaat op de naam van een vrijstaat die in de slotjaren van de zeventiende eeuw zou zijn gesticht op Madagaskar door een adellijk heerschap en een priester. Dat klinkt op zich redelijk onwaarschijnlijk. Het wordt er niet serieuzer van als we weten dat het verhaal van Libertalia is gebaseerd op een boek uit 1724 dat A General History of the Robberies and Murders of the Most Notorious Pyrates heet. De auteur van dat curieuze boek is een zekere Charles Johnson, waar volgens de overlevering Daniel Defoe achter schuilgaat. Inderdaad, de auteur van Robinson Crusoë.

Kort gezegd zou Libertalia een vrijstaat zijn die gesticht werd door de Franse edelman Olivier Misson en de Italiaanse geestelijke Caracioli. Misson is een rechtlijnige figuur die zich faliekant keert tegen de slavenhandel en zich daarmee niet geliefd maakt in de kringen waarin hij vertoeft. Volgens hem is ieder mens vrij en mag een ander niet over een mensenleven beschikken. Dus trekt hij ten strijde: hij bevaart de wereldzeeën om slavenschepen te onderscheppen, de drijvers over de kling te jagen en de slaven hun vrijheid terug te geven. En dan ontstaat er het idee van een utopische kolonie, een plek waar iedereen gelijk is en in vrijheid leeft. Dat klinkt prachtig, a Deo libertade, maar die vrijheid heeft een prijs: Misson en zijn mannen deinzen er niet voor terug om zich als niets en niemand ontziende piraten te gedragen. Er moet tenslotte geld in het laatje om de boel draaiende te houden.

Thuis zijn ze voorbeeldig: hun idee van vrijheid en gelijkheid werkt. Democratische processen doen hun intrede, inlanders en blanken hebben gelijke rechten en het geloof vindt een plaats tussen de facties. Toch werkt niet alles naar behoren. Misson blijkt tuchtiger en fanatieker dan de rest. Vanwege excessen verbiedt hij alcohol en legt hij de ruilhandel om goud aan banden, wat hem niet in dank wordt afgenomen. Het zijn de eerste barstjes in het opgelegde ideaal. En dan is er de dreiging van buiten: hun piratenstreken blijven niet onopgemerkt.

Libertalia begint met een flinke aanloop. Het lijkt alsof scenarist Rudi Miel, die is bijgestaan door historica Fabienne Pigière, het eerste deel vooral gebruikt om het verhaal en de personages een authentiek laagje mee te geven. Of dat per se nodig is, is de vraag. Vanaf deel 2, De muren van Eden, verandert de toon van het verhaal en wordt het een stuk rechtlijniger en daarmee avontuurlijker. Het enteren van boten met bloederige zeeslagen, het stichten van een houten dorp in een idyllische baai en de groeipijnen van een nieuwerwetse, egalitaire samenleving spreken voldoende tot de verbeelding.

De prachtig geschilderde panorama’s en de doorleefde karakterkoppen van de Italiaanse tekenaar Paolo Grella gedijen beter vanaf het tweede deel, als het verhaal zich in het exotische buiten afspeelt. Alleen lijkt hij soms iets te gehaast te inkten, wat ten koste gaat van de gezichtsuitdrukkingen. Zijn inkleuringen zijn van een bijzonder hoog niveau en dragen het verhaal: ze zijn fraai in voorspoed en duister als er onheil dreigt. Fans van Roodbaard en De Havik kunnen zich gerust aan Libertalia wagen, al zullen ze ontdekken dat het wat gruwelijker en bloederig is dan de klassieke piratenstrip. Want hoewel het ergens voor de goede zaak is, halen veel figuranten het einde niet.

Met De wegen naar de hel, het derde deel dat deze maand verscheen, is Libertalia voltooid. Het is een trilogie met een niet alledaags, meeslepend plot, geweldige tekeningen en een slotstuk dat er wezen mag. Wie de eerste twee albums ooit al eens zag staan en nog even twijfelde: geen reden toe, Libertalia is een avontuurlijke trilogie die de lezer van een spannende, historische strip zeker kan bekoren.

Paolo Grella, Rudi Miel en Fabienne Pigière – Libertalia 1-3. Casterman. 48 pagina’s hardcover. € 16,40 per deel.
Deel 1: Triomferen of sterven, deel 2: De muren van Eden, deel 3: De wegen naar de hel.