Een nieuw album van Soda is iets om naar uit te kijken. De reeks wordt voorzichtig een moderne klassieker genoemd, vooral dankzij de geweldige verhalen van de in 2019 overleden topscenarist Tome. Nu heeft de reeks al langer last van bezettingswisselingen en is er al een heel team los vast bezig met verhalen, De bloeddorstige dominee is in ieder geval de eerste boreling van tekenaar Bruno Gazzotti en scenarist Olivier Bocquet. Om het ingewikkelder te maken dan nodig: het album is niet genummerd, het volgt dus niet op de eerdere delen. Het is een losstaand deel dat gemakkelijk zonder voorkennis kan worden gelezen.
Een beetje weet van de zaken is overigens wel praktisch: Soda is agent In New York, die zich verkleedt als priester. Dat hij zogenaamd een geestelijke is, is vanwege zijn moeder, bij wie hij inwoont. Hij heeft het haar ooit wijsgemaakt – één van de kurken waar de reeks op drijft. Ze zal er vast minder last van hebben om te weten dat haar zoon overdag het goede doet en zich verre houdt van de zaken waarmee hij zich juist dagelijks omringt. Soda is een bijnaam, uiteraard, en samengesteld uit de twee eerste letters van zijn Bijbelse voor- en achternaam: Solomon David.
Andere pijlers van de reeks zijn minder bijzonder, op het clichématige af. De chaotische bureautaferelen, de donuts, de politiewagens, de plaatsen-delict; alles is zo klassiek als het genre zelf. Maar Soda heeft het daar nooit van hoeven hebben: de eerdere albums zaten juist zo lekker in elkaar vanwege de slimme plotjes van Tome en de algehele coolness. Soda was echt iets.
Was, want De bloeddorstige dominee is minder dan doorsnee. Het raakt nergens de grandeur van ooit. Het verhaaltje is te mager, en hoewel de tekeningen en de sfeer prima zijn, kan Gazzotti het verschil niet maken. Het voelt zelfs alsof hij niet wordt uitgedaagd door Bocquet. Alles staat op z’n plek, het functioneert, maar het begeestert nergens.
Soda kan ‘s nachts de slaap niet vatten en als hij toch inslaapt, dan heeft hij nachtmerries. Klassiek. Na zo’n doorwaakte nacht ontdekt hij dat hij zijn kruisje, dat hij op zijn revers draagt, kwijt is. Dat wordt later zomaar teruggevonden op het lijk van een prostituée, die warempel niet eens dood blijkt te zijn, maar Soda aanwijst als de dader, net op het moment dat die daar poolshoogte neemt. Veel toevalligheden, zoals wel vaker in dit verhaal, maar tegelijkertijd: wat is hier aan de hand? Om kort te gaan, er is iets met een massamoordenaar die zich kleedt als een dominee. En alle vingers wijzen naar Soda.
Het is geen spoiler om te zeggen dat Soda de massamoordenaar natuurlijk niet is. Hoe de vork uiteindelijk in de steel zit, wordt in het laatste kwart van het album uitvoerig uit de doeken gedaan, nota bene met flashbacks en oud zeer. De lezer moet het allemaal maar aannemen. En als het dan uit is, dan voelt het toch een beetje alsof je voor de mal bent gehouden. Niemand kon dit zien aankomen.
Het is tot daaraan toe als er verder nog wat te genieten valt, maar het verhaal is rechttoe rechtaan. De makers duwen ons keurig richting de laatste pagina, zonder dat we hoeven mee te denken – of ons hoeven in te spannen. Misschien moeten we De bloeddorstige dominee inderdaad zo lezen: als een beetje ontspanning, als een keurig rond verhaaltje van een oude bekende met een intrige en een toefje valse emotie op het eind.
Bruno Gazzotti & Olivier Bocquet – Soda, De bloeddorstige dominee. Dupuis. 56 pagina’s. € 9,99.