Toen scenarist Frédéric Duval en tekenaar Didier Cassegrain drie jaar geleden met hun versie van Zwarte waterlelies kwamen, werd dat album direct een bescheiden hit. In tegenstelling tot andere titels in de collectie Vrije Vlucht was het album al snel niet meer te krijgen. Dat heeft zeker ook iets van doen met het beleid van de uitgever, die nog maar kleine oplages verspreid en weinig op voorraad houdt. Maar het kan ook niet los worden gezien van de populariteit van de Franse schrijver Michel Bussi, wiens thriller Zwarte waterlelies uit 2011 een waar verkoopsucces was, dat de nodige prijzen in de wacht sleepte. Het boek werd in veel talen vertaald en enkele jaren later dus ook met succes verstript.
Dat kunstje wilden Duval en Cassegrain nog eens flikken met hun beeld-adaptatie van Bussi’s thriller Laat mijn hand niet los uit 2013. Maar of de kopers dit keer weer naar de winkel zullen rennen, is de vraag. Aan de gelikte tekeningen van Didier Cassegrain, die jaren ervaring heeft in de tekenfilmindustrie, ligt het niet. Maar het scenario van Frédéric Duval is net iets te gemakzuchtig.
In Laat mijn hand niet los volgen we een jong gezin dat op vakantie is op het eiland Réunion. Wanneer de vrouw haar man en dochtertje achterlaat bij het zwembad en naar haar hotelkamer gaat, verdwijnt ze spoorloos. Een vrouwelijke politie-rechercheur moet proberen de zaak op te lossen, waarbij al snel alle verdenkingen uit gaan naar de echtgenoot van de verdwenen vrouw die een verleden blijkt te hebben op het eiland.
Met de opbouw van deze thriller is niet veel mis. De intrige ontvouwt zich knap. Duval neemt de tijd om alle personages te introduceren en als lezer heb je het gevoel meermaals op het verkeerde been te worden gezet waardoor je gaandeweg het boek telkens een andere verdachte op het oog krijgt. Tot zover is er weinig mis met Laat mijn hand niet los.
Waar het gaat wringen is vlak voor het einde als op de laatste bladzijdes plots allerlei nieuwe personages komen opdraven die in lange monologen vol flashbacks ineens alles verklaren wat er de voorgaande honderd pagina’s gebeurd is en wat daaraan vooraf ging. Het is zo’n typerende uitleg-ontknoping die de goede van de slechte thrillers onderscheidt. Daarmee ontstijgt Laat mijn hand niet los de gemiddelde thriller niet die in recordaantallen op de markt worden uitgepoept. En dat is jammer. Bussi is zeker niet de grootste romancier die Frankrijk ooit voortbracht, maar er had in deze bewerking van zijn policier toch echt meer gezeten.
Frédéric Duval en Didier Cassegrain – Laat mijn hand niet los. Uitgeverij Dupuis. 144 pagina’s hardcover. € 32,50.