Strips

Bij Häyhä’s heroïsche leven staat het persoonlijke toch centraal

Op 26 november 1939 bombardeerden de Russen de stad Mainila, gelegen op Russische bodem. De Finnen kregen daarvan de schuld en zonder oorlogsverklaring viel Rusland op 30 november van dat jaar Finland binnen. Het Russische leger was veel talrijker dan het Finse, maar de Finnen kenden het landschap beter, bewogen zich soms voort op ski’s en waren door hun witte pakken minder zichtbaar. Ze maakten het de Russen bijzonder moeilijk. De Russen rekenden op een snelle overwinning, maar dat zat er niet in.

De beeldroman De witte dood gaat over deze oorlog en dan vooral over de sluipschutter Simo Häyhä, die in zijn eentje honderden Russische soldaten doodde. Zelf hield hij het aantal op vijfhonderd, maar andere tellingen geven een veel hoger getal aan. Hij overleefde de oorlog en stierf in 2002, 96 jaar oud.

Het verhaal gaat over een oorlog in de geschiedenis, maar het heeft ook een zekere actualiteitswaarde: Rusland voert op dit moment immers weer een oorlog, waarbij de sympathie ligt bij het aangevallen land. En onlangs trad Finland toe tot de NAVO. Dat speelt toch ergens mee in je achterhoofd als je de strip leest.

Het perspectief ligt bij de Finnen, al is ook enkele keren Stalin afgebeeld, als die de tegenslagen in de oorlog moet vernemen. De lezer leeft mee met de Finnen en vooral met Häyhä, die de bijnaam de witte dood krijgt. Het is altijd prettig om je te identificeren met een underdog die toch overwinningen behaalt. Bovendien is de hoofdpersoon bescheiden en zegt hij dat hij gewoon zijn plicht doet. Iemand die zich op de borst klopt is minder goed te verdragen dan iemand die bescheiden is over zijn eigen prestaties.

In De witte dood ligt de nadruk op de oorlog, maar er volgt nog een epiloog: Het interview, waarin Häyhä terugblikt op zijn naoorlogse leven. De laatste tekening is die van zijn grafsteen.

De strip is gemaakt door twee winnaars van de Stripschapprijs: Willem Ritstier schreef het scenario en Fred de Heij zorgde voor de tekeningen. Het is een heldenverhaal geworden, maar dat is wellicht moeilijk te vermijden. De held verdringt niet de mens, wat vooral blijkt in de epiloog, waarin we Häyhä zien zoals hij leeft: op het platteland, omringd door zijn honden. Het was een vol leven, is zijn conclusie.

De tekeningen van De Heij werken goed. Ze zijn niet ingekleurd, maar je mist de kleur niet. Doordat veel gebeurtenissen zich afspelen in een besneeuwde omgeving, doet het wit van de pagina actief mee in de tekeningen. Ritstier heeft er, zoals we van hem gewend zijn, een goed lopend verhaal van gemaakt, waarin het persoonlijke op de voorgrond staat, terwijl je tegelijkertijd het grote verhaal meekrijgt. Zo krijg je goed zicht op de tactiek die Finnen toepasten en waarom die effectief was. Juist omdat er gekozen is voor een duidelijke hoofdpersoon, is het geen documentaire geworden, maar echt een verhaal. En daar weet Ritstier goed de vaart in te houden. Lieflijk is het verhaal bepaald niet, maar het blijft steeds menselijk.

Het is niet voor het eerst dat er over het leven van Simo Häyhä wordt verteld. Er is al twee keer een manga over gemaakt (al is in een ervan de hoofdpersoon een vrouw) en in 2016 werd een korte film over hem gemaakt, The white death. Maar een Nederlandse strip was er niet eerder. Dat is positief omdat het een goede strip is, maar ook om de geschiedenis levend te houden en om te beseffen hoe actueel het verleden kan zijn.

Fred de Heij & Willem Ritstier – De witte dood. Menlu. 84 pagina’s hardcover. € 24,99.