Strips

Hardboiled detective in nazi-Duitsland: Berlijnse trilogie verstript boeken Philip Kerr

Berlijnse Trilogie 1: De Berlijnse kwestieEen boek omzetten in stripvorm is niet altijd een succes. Voor een beeldverhaal gelden andere wetten, met een ander vertelritme. De stripscenarist die te dicht bij het oorspronkelijke boek blijft, loopt het gevaar een wat saai album af te leveren met vooral veel pratende hoofden in kadertjes en weinig vaart op de pagina’s. Scenarist Pierre Boisserie liep ook tegen dat probleem aan bij zijn bewerking van Een Berlijnse kwestie, een detective van de Britse schrijver Philip Kerr (1956-2018).

Kerr gooide internationaal hoge ogen met zijn boeken over de privé-detective Bernie Gunther, een cynische ex-politieagent die in het nazi-Duitsland van vlak voor de oorlog schimmige zaken oplost. Veertien boeken zou Kerr maken rond deze hoofdpersoon die zich later ook afspeelden in het naoorlogse Duitsland waar nazi-netwerken nog niet helemaal verdwenen waren. De eerste drie boeken, ook wel bekend als de Berlijnse trilogie, worden door Boisserie samen met tekenaar François Warzala in stripvorm gegoten. Het eerste deel is nu verschenen.

Berlijnse Trilogie 1: De Berlijnse kwestieIn dit eerste deel maakt de lezer kennis met hoofdpersoon Bernie Gunther, een voormalig politie-inspecteur die voor zichzelf is begonnen na de machtsovername van Hitler en zijn nationaalsocialistische partij. Terwijl in Berlijn de voorbereidingen in volle gang zijn voor de Olympische Spelen van 1936 wordt hij ingehuurd door een grootindustrieel wiens dochter en schoonzoon zijn vermoord. Bij de moord is ook een duur collier gestolen en Gunther moet het terug zien te vinden. Kort daarna wordt hij ook voor een vermissing ingehuurd en al snel blijken beide zaken met elkaar te maken te hebben.

Berlijnse Trilogie 1: De Berlijnse kwestieDe boeken van Kerr werden zo populair omdat hij twee populaire genres met elkaar mixte: de hardboiled detective en de Tweede Wereldoorlog. Gunther is een stereotype detective à la Philip Marlowe, die strooit met cynische oneliners, aan een stuk rookt, getooid is in pak met hoed en voor wie vrouwen en masse in katzwijm vallen. Alleen is het decor dit keer niet de Verenigde Staten maar nazi-Duitsland. Kerr was een kenner van die periode in de geschiedenis en in zijn verhalen slaagde hij erin een getrouw beeld te schetsen van het dagelijks leven.

Maar zoals veel detectiveschrijvers gebruikte Kerr veel dialogen om het intrige in zijn boeken uit te rollen. Dat maakt dat je bij een verstripping van zijn werk al snel veel trage pagina’s met hoofden en tekstballonnen krijgt. Boisserie (bekend van pulpseries als Reiziger en Dantès) heeft daar geen goede oplossing voor gevonden en slaagt er daardoor niet voldoende in het verhaal naar zijn hand te zetten.

Berlijnse Trilogie 1: De Berlijnse kwestieToch is Een Berlijnse kwestie daarmee geen saai album geworden. Het Berlijnse straatbeeld dat Warzala in een wat houterige klare lijnstijl neerzet, geeft het verhaal voldoende lucht om niet onder de vele tekstballonnen te bezwijken. De vooroorlogse sfeer weet Warzala ondanks zijn grafische beperkingen knap op te roepen. De intrige blijft boeien tot het (open) einde.

Dit eerste deel van Berlijnse trilogie is geen onvergetelijk album. Maar wie geen vernieuwende, grafische literatuur verwacht (en die indruk wordt wel wat gewekt door de luxe, linnen rug waarmee dit album is uitgegeven) kan zich er prima mee onderhouden.

Pierre Boisserie en François Warzala – Berlijnse trilogie 1: Een Berlijnse kwestie. Scratch Books. 144 pag. Hardcover. € 29,95