Strips

In RIP zorgt de schoonmaakploeg van de onderwereld voor een originele crime noir van hoog niveau

RIP 2: MauriceDerrick werkt voor een soort veilinghuis. Hij gaat langs bij mensen die zijn overleden, niet zelden op onnatuurlijke wijze. Terwijl het slachtoffer nog ergens in de vertrekken ligt te rotten, gaan Derrick en zijn collega’s door het pand, op zoek naar kostbaarheden. Ook het slachtoffer zelf wordt daarbij niet overgeslagen. Doorgaans worden ze ingehuurd door ‘familie’ en altijd doen ze hun werk voor de politie er lucht van heeft gekregen.

De stank en de ellende die deze mannen dagelijks aantreffen tart de verbeelding. Niet voor niets noemen ze het de grootste kutbaan die er is. Al was het maar omdat het ook nog eens verrotte slecht betaalt. Het werk trekt rare snuiters aan die je liever niet in je vriendenkring hebt. Niet dat Derrick dat een reet interesseert want vrienden wil hij toch niet. Zelfs zijn vriendin, die ‘geblondeerde del’, irriteert hem. Het enige lichtpuntje in zijn leven is Fanette, de net zo rondborstige als afstandelijke barjuffrouw van de troosteloze kroeg waar hij elke vrijdag met een aantal collega’s wat gaat drinken.

RIP 1: DerrickHet eerste RIP-album, dat het verhaal vertelt van Derrick, is allerminst opbeurend. Het begint met een lange uiteenzetting van Derricks werk en collega’s, waarbij geen gelegenheid onbenut wordt gelaten om te benadrukken waar Derrick zoal een hekel aan heeft. En dat is nagenoeg alles. De met gedempte tinten ingekleurde tekeningen, waarin vliegen, afbladderend behang, schimmelplekken, rondzwervend vuil, graffiti en doorleefde koppen de boventoon voeren, passen goed bij het zwartgallige verhaal en de grove conversaties tussen de mannen in witte overalls.

En net als je dacht dat het album slechts een opsomming van anekdotes is, bedoeld om je te doordringen van de uitzichtloze klotezooi die Derrick zijn leven noemt, kantelt zijn geluk en het verhaal. Tijdens een klus ziet Derrick kans een kostbaar kleinood achterover te drukken. Als hij het kan meesmokkelen en verkopen is zijn kostje gekocht, maar als hij in de kraag wordt gevat is hij het eerstvolgende lijk wiens huis wordt ‘opgeruimd’. De pest is dat het de opdrachtgever juist om dit kleinood ging en reken maar dat die het ontbreken ervan heeft opgemerkt. Iedereen wordt dan ook de duimschroeven aangedraaid en daarmee verdwijnt het laatste restant collegialiteit en vertrouwen door het afvalputje. Derrick weet dat hij het slim moet spelen, maar hij beseft nog niet half in welk wespennest hij zich bevindt.

RIP 1: DerrickRIP is smerig en naargeestig. In die mate dat je er aanvankelijk zelf chagrijnig van wordt. Maar als het verhaal na de stroperige introductie eenmaal op gang komt, ontpopt het zich als een meesterlijk geschreven crime noir. Scenarist Gaet’s verstaat duidelijk zijn vak en zet een sfeer neer die snijdbaar is. De tekeningen, vol nuances, kleine details en verwrongen perspectieven, sluiten daar naadloos op aan. De gedempte inkleuring, in een stemmig bruin-geel palet en met fantastisch licht, doet een groot deel van het werk. Het resultaat nodigt uit om net iets langer naar te kijken, waardoor je je als lezer moeiteloos onderdompelt in de wereld van RIP.

Erg fijn ook dat vertaler James Vandermeersch de gebruikelijke platitudes heeft vermeden, in ruil voor smeuïge en geloofwaardige spreektaal. Het levert een overtuigend geheel op dat moeiteloos de concurrentie aan kan met Amerikaanse equivalenten – zoals Chew of de horrorverhalen van Jeff Lemire – die de reputatie hebben doorgaans net iets vuiger, realistischer en/of inventiever te zijn dan wat we hier in Europa produceren.

RIP 1: DerrickIn het eerste deel wordt een aantal vragen opgeworpen die onbeantwoord blijven. Wie is de persoon die Derrick ’s nachts gadeslaat? Waarom rookt Maurice de peuk op van de gewurgde vrouw? En wie is überhaupt de eigenaar van het ‘veilinghuis’? Lezen we verder in de delen 2 en 3 dan wordt al snel duidelijk waarom de lezer in het duister werd gehouden: RIP is een serie van uiteindelijk zes albums waarin één verhaal verteld wordt, elk album vanuit een ander perspectief. Zo krijgt de lezer per deel nieuwe kruimels toegeworpen om te ontdekken wat er in werkelijkheid allemaal speelt. En als de eerste drie albums een garantie bieden voor wat we nog kunnen verwachten, dan mogen we ons klaarmaken voor een finale om van te smullen. Want mocht het je door alle mistroostigheid nog niet duidelijk geworden zijn: RIP is een serie die we van harte kunnen aanbevelen.

Mits je een sterke maag hebt en een veerkrachtig karakter, dat wel.

Gaet’s & Julien Monier – RIP 1, 2 en 3. Uitgeverij Microbe. Per deel 112 pag. hardcover. € 24,95