Strips

Dicht bij de misdaad met de aangename avonturen van Jacques Gipar

Soms word ik wel heel duidelijk met de neus op de feiten gedrukt. Ik ben een liefhebber van strips, maar geen kenner. Nieuwsgierig bladerde ik daarom door de eerste twee delen van de integrale heruitgave van de strips rond Jacques Gipar. Ik had nog nooit van hem gehoord.

Zo’n integrale uitgave wil toch zeggen dat de reeks al enige faam heeft, maar dat was mij volledig ontgaan. De albums zien er werkelijk mooi uit: hardcover, stofomslag (met een afbeelding aan de binnenkant ervan), leeslint. Toch krijg ik als onwetende lezer wel erg weinig context. Per deel zijn drie albums opgenomen, waarvan de covertekeningen op de flap staan, maar zonder titel, zonder jaartal. Daar had ik wel wat meer over willen weten.

Er wordt ook niet duidelijk gemaakt of de vertaling, door Ben van Nijnatten, van nu is, maar dat denk ik wel. De uitdrukking ‘van het padje zijn’ lijkt me nog niet zo oud. Ik neem aan dat de voetnoten (die vaak zeer verhelderend zijn) ook recent zijn. Wel wordt er bijvoorbeeld verwezen naar deel 4, terwijl het dan wel gaat over het vierde grote verhaal, dat is opgenomen in deel 2 van deze integrale uitgave. Mogelijk is er ook opnieuw ingekleurd, waarbij de inkleurster overigens op pagina 99 (van deel 1) opzichtig in de fout gegaan is door de Franse vlag verkeerd in te kleuren.

Het eerste korte verhaal, Gedonder in Pouilly, is te lezen als een proloog. Jacques Gipar, journalist bij de krant France-Enquêtes, ontmoet in dit verhaal een valsspelende pokeraar, Petit-Breton. Gipar helpt hem uit de penarie. In de volgende avonturen zal deze Petit-Breton steeds Gipars sidekick zijn. Het eerste grote verhaal, De Pinardiersbende, gaat over een bende die tankwagens met goedkope wijn steelt en daarbij geweld niet schuwt. Natuurlijk wordt opgelost hoe het zit, maar het is zeker een spannend avontuur, dat goed in elkaar steekt. Dat geldt overigens voor alle verhalen van scenarist Thierry Dubois. Hij weet uitstekend de spanning vast te houden. We leven met Gipar die als journalist de zaak onderzoekt. In veel verhalen komt hij dicht bij de misdaad en hij infiltreert zelfs in keer in een boevenbende. Dat betekent dat hij ook zelf gevaar loopt, zeker als hij in latere avonturen nog boeven uit vroegere verhalen tegen het lijf loopt.

Over het algemeen is de politie redelijk scheutig met het geven van informatie, maar Gipar is soms ook zelf verdacht, juist doordat hij steeds in de buurt is als er wat onverkwikkelijks gebeurt. Omdat de lezer niet meer informatie heeft dan Gipar, blijft hij met voldoende vragen zitten om het lezen gaande te houden. Door alle verhalen heen zijn er achtervolgingsscènes, met verschillende typen auto’s. Met die auto’s wordt over het algemeen niet zachtzinnig omgesprongen: ze belanden in het water, gaan over de kop, worden aangereden. In ieder geval zijn ze in allerlei posities te bewonderen.

Alle verhalen spelen zich af in het begin van de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Aan het eind van elk verhaal is er een klein dossier, dat veel uitleg geeft over de Franse wegen van toen (die nu uitgegroeid zijn tot beroemde snelwegen) en over de auto’s die in de verhalen voorkomen. De dossierteksten zijn helder en de historische foto’s roepen de tijd van toen.

De tekeningen van Jean-Luc Delvaux zijn helder. Zowel tekenaar als scenarist geven op de flaptekst aan dat ze Tillieux bewonderen en de verhalen hebben ook wel iets weg van die van Guus Slim. Delvaux heeft een heldere manier van tekenen, die ervoor zorgt dat de tekeningen makkelijk ‘lezen’. De auto’s zijn met liefde getekend: passend binnen de stijl (dus licht karikaturaal) en toch realistisch. Een autokenner ben ik ook al niet, maar ik kan me voorstellen dat er voor autoliefhebbers heel wat te beleven valt in deze verhalen.

De kennismaking met de verhalen over Jacques Gipar was zeer aangenaam. Aan de ene kant is er de historische setting, die consequent wordt volgehouden en die heerlijk de sfeer oproept van zeventig jaar geleden. Aan de andere kant hebben de verhalen een mooi hoog tempo, dat behoorlijk eigentijds aandoet. Gipar (met vaak wel een vrouw in de buurt) en Petit-Breton zijn personages met wie je graag meeleeft: ze hebben genoeg tegenslagen om het verhaal spannend te houden, terwijl je toch wel het vertrouwen hebt dat het allemaal goed afloopt. Silvester heeft er mooie boeken van gemaakt, die je graag in je kast hebt staan. Maar iets meer context bij de oorspronkelijke verhalen zou welkom geweest zijn.

Thierry Dubois & Jean-Luc Delvaux – De avonturen van Jacques Gipar integraal. Deel 1: De eerste avonturen, deel 2: Avonturen met de Grand Large. Silvester Strips. 144 pagina’s hardcover, per deel. € 39,95 per deel.